Compare proclamation with translation

Other translations:

The secret of eternal love....

To fathom the mystery of eternal love is beyond human ability, and thus it will never be possible for a person to imagine God as love Itself, for God is an entity for the believing human being but love is a feeling.... Entity and perception, however, are two concepts that can certainly belong together, where one can mean the complement of the other, but which are difficult to think of as the same.... God is only conceivable as love insofar as the highest, most perfect being must also be in the highest degree of love, consequently God and love cannot be separated from each other. And this explanation is also the only one that can be given to people, but it does not reveal the secret of eternal love. For any thought beyond this is wrong because human thoughts are unable to fathom this miracle. And it must be enough for man to imagine divine love as something incomprehensible which can only be grasped with the same, i.e. that only the loving man penetrates into a mystery and he then only ever applies his own degree of love as a yardstick, since a 'more' is simply not comprehensible to him. Only when he has succeeded in transforming his own being into love will it be easier for him to imagine God as love Itself, but as a human being he will never fathom it completely. He is certainly able to imagine God as an entity, even if this entity is not conceivable in human terms either, yet the human being always imagines an entity as something physical (a form), even if it is not visible to the eye as such. Love, however, cannot take on a form in his imagination, and as soon as it were given a form, it would have to be addressed as something essential again. And therefore the attempt to introduce the human being to this mystery is completely pointless, it would only lead to erroneous trains of thought which could prevent the human being from recognizing the eternal truth. The human being, in his limitedness, will certainly be able to fathom everything that is related to earthly life, but to understand the spiritual requires (even) an activity of love. Then its essence also forms itself into love and when the soul separates itself from the body only the essence remains, which is now also love in itself, therefore is then also not to be seen as two different things, but could only become what it is through love.... thus again essence and love are the same thing.

(23.12.1940) However, the one Who is love in Himself only becomes conceivable as an entity because the possibility of comprehension for the human being only lies in the essence.... Although he also feels love, even if in the smallest measure, he cannot imagine the eternal deity as something that is only expressed in the life of feeling. For he would only regard this as belonging to the entity, but not as the entity itself. Love is a power, and God is power, therefore God and love must be the same. And again God must be recognized as an entity, otherwise the basic concept for the existence of the eternal deity would be missing. Only when the being has approached the eternal deity is it possible to merge the two concepts into each other, and then the being will completely realize what it cannot yet comprehend. On earth, however, it lacks this ability as it can only absorb what can be united with earthly laws, otherwise it will remain misunderstood....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Het geheim van de eeuwige liefde

Het geheim van de eeuwige liefde te doorgronden, gaat het menselijke vermogen te boven en het zal voor een mens nooit mogelijk zijn om zich God als de liefde Zelf voor te stellen, want God is voor de gelovige mens een wezen, maar liefde is een gevoel. Maar het wezenlijke en het gevoel zijn twee begrippen, die wel bij elkaar kunnen horen, waar het ene de aanvulling van het andere kan betekenen, maar die moeilijk als hetzelfde denkbaar zijn. God is als de liefde slechts in zoverre voorstelbaar, dat het als het hoogste, meest volmaakte wezen ook in de hoogste liefdesgraad moet staan. Bijgevolg zijn God en de liefde niet van elkaar te scheiden.

En deze verklaring is ook de enige, die aan de mensen gegeven kan worden, maar het ontsluiert het geheim van de eeuwige liefde niet, omdat elke gedachte hierover fout is, omdat menselijke gedachten niet in staan zijn om dit wonder te doorgronden. En het moet voldoende zijn voor de mens om zich de goddelijke liefde als iets onbegrijpelijks voor te stellen, dat pas door hetzelfde begrepen kan worden. Dat wil zeggen dat alleen maar de liefhebbende mens in een mysterie binnendringt en dat hij dan steeds alleen maar de eigen graad van liefde als maatstaf neemt, omdat een meer hiervan voor hem eenvoudigweg niet te begrijpen valt.

Pas wanneer het hem gelukt is om zijn eigen wezen in liefde te veranderen, zal het hem gemakkelijker vallen om zich God als de liefde Zelf voor te stellen, maar totaal doorgronden zal hij het als mens niet. Hij is wel in staat om zich God als een wezen voor te stellen, ofschoon dit wezen naar menselijke begrippen ook niet voorstelbaar is. Maar de mens denkt bij een wezen steeds aan iets lichamelijks, ook wanneer het voor de ogen niet als zodanig zichtbaar is. Maar liefde kan in zijn voorstelling geen vorm aannemen en zodra haar een vorm gegeven zou worden, zou deze juist weer als iets wezenlijks bestempeld worden.

En daarom is de poging om de mensen dit geheim binnen te leiden geheel doelloos. Het zou alleen maar tot verkeerde gedachtegangen leiden, die de mensen zouden kunnen hinderen bij het herkennen van de eeuwige waarheid. De mens met zijn beperkingen zal wel alles wat met het aardse leven in samenhang staat, kunnen doorgronden, maar geestelijk te begrijpen vereist een werkzaam zijn in liefde. Dan vormt zijn wezen zich ook tot liefde en als de ziel zich van het lichaam scheidt, blijft ook alleen maar het wezenlijke achter, dat nu juist in zichzelf liefde is. Zodoende zijn ze dan ook niet meer als twee verschillende dingen te beschouwen, maar door de liefde kan ze alleen maar dat worden, wat het is. Dus weer wezen en liefde, wat hetzelfde is.

Degene die in zichzelf liefde is, wordt echter pas als wezen voorstelbaar, omdat voor de mens de mogelijkheid tot begrijpen pas in het wezenlijke ligt. Ofschoon hij de liefde ook voelt, hoewel ook in de geringste mate, kan hij zich de eeuwige Godheid toch niet voorstellen als iets, die in het gevoelsleven tot uitdrukking komt. Want dit zou hij eerst als behorend bij het wezen beschouwen, maar niet als het wezen zelf. De liefde is een kracht en God is kracht, zodoende moeten God en de liefde hetzelfde zijn.

En opnieuw moet God als wezen erkend worden, omdat anders het grondbeginsel voor het bestaan van de eeuwige Godheid zou ontbreken. Pas wanneer het wezen contact gezocht heeft met de eeuwige Godheid is het mogelijk om beide begrippen met elkaar te laten versmelten en dan zal voor het wezen volledig duidelijk worden, wat het nu nog niet begrijpen kan. Maar op aarde ontbreekt hem dat vermogen, omdat het alleen maar op kan nemen, wat zich met aardse wetten laat verenigen, omdat het anders onbegrepen blijft.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling