2079 Het gebed is de brug over de kloof naar God

19 september 1941: Boek 30

Een onoverbrugbare kloof betekent voor de mens de verwijdering van God, als hij de genade van het gebed niet gebruikt. Dan zal hij eeuwig niet in de nabijheid van God komen. Het gebed getuigt pas van de wil van de mens om toe te naderen en het vergroot de toevoer van kracht, die de mens nodig heeft om zijn wil uit te kunnen voeren. Maar een mens, die nooit door het gebed contact zoekt met God, zal nooit genade in ontvangst kunnen nemen en daarom krachteloos zijn.

Het gebed is de brug, die over de kloof naar God leidt. Wie gelooft deze brug niet nodig te hebben, zal geen andere overgang vinden. Gods eindeloze liefde heeft deze mogelijkheid aan de mensen gegeven. Zodoende is de kloof niet onoverbrugbaar meer voor degene, die zich van deze brug bedient. Die dus een weg naar God zoekt en deze betreedt. En deze moet ononderbroken worden gebruikt, want deze leidt direct naar God. De mens kan spreken met God, Die aan de andere kant van deze kloof is en hij wordt door Hem gehoord. God zal iemand die de bedeltocht doet, die de moeite genomen heeft om God Zelf om hulp te vragen, niet ongehoord achterlaten.

Het gebed is alleen maar de uitdrukkingsvorm van de naar God toegekeerde wil, want wie zich nog tegen God verzet, neemt niet zijn toevlucht tot Hem in het gebed, want hij erkent geen macht boven zich. Daarom is de bezorgdheid om zulke mensen, dat ze de weg naar God nooit zullen vinden, gerechtvaardigd, als het voor hen niet mogelijk is om vurig te bidden. Ze verbranden alle bruggen achter zich, zodra ze zich te verheven voelen om een stil gebed omhoog te sturen.

Hun kan op geen enkele manier hulp geboden worden. Hun kan noch genade, noch waarheid, noch kracht gegeven worden, want voor dat alles is in de eerste plaats het gebed nodig. De genade kan de mens niet ongevraagd toegestuurd worden en zodoende kan er ook geen krachtschenking plaatsvinden. Maar net zomin kan hem de waarheid geboden worden, omdat de waarheid weer God Zelf is, maar God niet erkend wordt als de schenker van de waarheid. Want een gevend wezen wordt om het geven van zijn geschenken gevraagd.

Zodoende kan het gebed nooit en te nimmer uitgeschakeld worden en het is het kostbaarste genadegeschenk, dat God elk mens ter beschikking gesteld heeft. Elk mens kan zich van het gebed bedienen, maar God moet erkend worden en er moet een vereniging met Hem nagestreefd worden. Dan is de kloof overbrugd, het is mogelijk deze te passeren en de mens wordt de toegang tot God verleend, zodra hij vurig bidt.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations