La Grazia di essere istruito spiritualmente, non viene rivolto ad un uomo arbitrariamente, ma richiede sempre dapprima la volontà di usare questo insegnamento spirituale secondo il suo scopo. Quindi gli insegnamenti, cioè il sapere conquistato, deve essere condotto oltre, affinché anche i prossimi possano venire in possesso della Benedizione di ciò che viene offerto dall’Alto ad una persona. Allora la Grazia diventa anche efficace nell’uomo, allora maturerà nella sua anima. Quindi da un lato il ricevente ha avuto la Grazia di Comunicazioni spirituali in una insolita misura, ma per lui esiste un obbligo, che deve assolvere assolutamente, altrimenti la Grazia di Dio rimane inefficace in lui. E così deve essere preparato in tutte le direzioni con questo sapere ricevuto da Dio, questo deve trovare la diffusione, deve essere portato ed offerto a tutte le porte, ma non è detto che i messaggeri vengano accolti ed ascoltati gioiosamente, perché ogni effetto di Grazia richiede la libera volontà.
Ma se i portatori della Verità si sforzano di condurre oltre la Parola divina, allora si apriranno molte porte, molti cuori saranno volonterosi di accogliere e capaci di rendere partecipi molti uomini di questo Dono di Grazia, e le anime matureranno. Chi vuole lavorare alacremente per il Regno di Dio, troverà sempre un campo da lavoro, e si deve anche dimostrare degno per l’immeritato Dono di Grazia che cade su di lui, deve parlare ovunque e menzionare l’Agire divino, deve trasmettere la Sua Parola a tutti coloro che sono volenterosi di ascoltare Dio e che non sono comunque ancora capaci di sentirLo direttamente. E l’Acqua viva ristorerà e sazierà tutti coloro che sono affamati ed assetati.
E così riconosciate dapprima il vostro compito; credetelo, che è importante e significativo e che perciò dovete anteporre questo compito a quello terreno; credetelo, che sarete guidati, che vi colpisce e muove tutto così com’è necessario per il vostro lavoro spirituale; credetelo, che Dio vi E’ sempre vicino e guida le vostre vie, che Egli Stesso raduna gli uomini, e non considerate nulla come caso. Tutto è Guida divina, decisa dall’Eternità, perché è stato riconosciuto bene cosi e non diversamente sin dall’Eternità. E per quanto vi possa sembrare irreale, lo spirituale è l’unica cosa reale, mentre tutto il terreno-mondano è soltanto apparenza, che impallidisce quando Dio lo vuole, che non dimostra nulla di costante e non può generare se non risplende la Luce spirituale ed agisce come risveglio alla Vita.
Chi è destinato ad essere attivo per il Regno spirituale, la sua via condurrà sempre soltanto alla meta, che significa Redenzione per le anime erranti. Tutto nella sua vita si svolgerà in modo che ai prossimi viene offerta l’occasione, di dare uno sguardo nella Verità e che viene indicato il loro compito terreno, di salvare sé stessi mediante l’amore. Chi perciò è attivo in questo senso, che aiuta i prossimi alla Redenzione, viene accolto come giusto e fervente operaio nella Vigna del Signore, riceverà anche la Sua Benedizione ora ed una volta nel Regno spirituale.
Amen
TraduttoreDe genade, goddelijk te worden onderricht, wordt niet willekeurig aan een mens gegeven, maar vereist steeds tevoren de wil deze geestelijke onderrichting te gebruiken, beantwoordend aan het doel ervan. Dus moeten de onderrichtingen - dat wil zeggen het daardoor verkregen weten - steeds worden doorgegeven, opdat ook de medemensen de zegen ontvangen, van wat van boven een mens wordt aangeboden. Dan wordt dus de genade ook werkzaam bij de mens. Dan zal zijn ziel rijp worden. Daarom is dus enerzijds de ontvanger van geestelijke boodschappen in buitengewone mate begenadigd, maar er bestaat voor hem een verplichting die hij absoluut moet nakomen, daar anders de genade Gods bij hem zonder uitwerking blijft.
En zo moet in alle richtingen aan dit van God ontvangen weten bekendheid worden gegeven. Het moet worden verspreid. Het moet langs alle deuren worden gebracht en aangeboden, maar het staat de mensen vrij of de boden met vreugde worden ontvangen en aangehoord, want elke uitwerking van genade vereist vrije wil. Maar doen de dragers van de waarheid hun best het goddelijk Woord door te geven, dan zullen vele deuren worden geopend. Vele harten zullen gewillig en in staat zijn om het op te nemen. Velen mogen dus eveneens aan de genadegave deelhebben en de zielen zullen rijp worden. Wie actief wil werken voor het rijk Gods, zal steeds een arbeidsveld vinden. En nu moet hij zich de onverdiende genadegave die hem ten deel gevallen is, ook waardig tonen. Hij moet overal spreken en van het goddelijk werkzaam zijn melding maken. Hij moet Zijn Woord overbrengen aan al diegenen die gewillig zijn God aan te horen en toch niet in staat zijn Hem rechtstreeks te horen. En het levende Water zal allen die hongerig en dorstig zijn, verkwikken en laven.
Herken zo eerst uw taak. Geloof dat ze belangrijk en veelzeggend is en dat u daarom deze taak voorrang zult moeten geven boven de aardse taken. Geloof dat u geleid wordt en dat alles u zodanig treft en beweegt, zoals het nodig is voor uw geestelijke arbeid. Geloof dat God steeds dicht bij u is en uw wegen leidt, dat Hij Zelf de mensen samenbrengt die samen moeten werken of samen rijp moeten worden en beschouw niets als toeval. Het is allemaal Gods beschikking, bepaald sinds eeuwigheid, omdat het sinds eeuwigheid zo en niet anders dan als goed is ingezien. En al schijnt het u nog zo onwerkelijk toe, het geestelijke is het enige werkelijke, terwijl al het aards wereldse slechts schijn is, die verbleekt als God het wil, die niets duurzaams laat zien en kan voortbrengen, als niet het geestelijke begint te stralen en levenverwekkend werkt.
Wie ervoor bestemd is voor het geestelijke rijk werkzaam te zijn, diens weg zal steeds maar naar het doel leiden, dat verlossing van dwalende zielen heet. Alles zal zich in zijn leven zo afspelen, dat de medemensen gelegenheid is geboden een blik te werpen op de waarheid en dat ze worden gewezen op hun taak op aarde: zichzelf door de liefde te verlossen. Wie daarom in deze zin actief is, dat hij de mensen helpt om verlost te worden, die zal als goede en vlijtige arbeider in de wijngaard van de Heer ook Zijn Zegen ontvangen, nu en eens in het geestelijke rijk.
Amen
Traduttore