La vera Chiesa di Cristo non abbraccia i seguaci di questa o quella direzione spirituale, di questa o quella organizzazione, ma solo unicamente la schiera di coloro che stanno nella fede viva. Dio l’ha reso dipendente solo dalla fede, se l’uomo può appartenere alla Chiesa di Cristo. Per questo la Sua Chiesa può anche sussistere dappertutto, sarà diffusa dappertutto dove vivono degli uomini che sono nella fede in Gesù Cristo, e in conseguenza conducono anche una vita che può essere la successione di Cristo, Che ha camminato sulla Terra, per annunciare agli uomini la Sua Volontà, mediante la Sua Parola, ed attraverso il Suo Cammino sulla Terra, come Esempio vivente della Sua Parola. Perché chi è profondamente credente, osserva anche i Comandamenti di Dio, cammina nell’amore, e da questo fa di sé il figlio di Dio, egli è seguace della Chiesa di Cristo, e perciò aspirante al Suo Regno. La profonda fede dunque, ed una vita nell’amore, hanno per conseguenza l’Agire dello Spirito nell’uomo, e così la Chiesa di Cristo sarà dunque sempre e costantemente colmata del Suo Spirito. Perciò predicherà per questo soltanto il Vero ed il Giusto, potrà insegnare la Sapienza e stare nella piena Forza nella fede, cioè, sarà in grado di convincere anche altri uomini, se questi lo vogliono, del suo valore, del suo agire su Incarico di Dio, di annunciare il Suo Regno a tutto il mondo. Ma solo coloro che sono di buona volontà, riconosceranno questo, ma agli altri il suo valore rimane nascosto, perché non sanno niente del Segno della Chiesa di Cristo. Loro insegnano bensì Cristo, ma non sanno distinguere il vero dal falso. Dove perciò delle organizzazioni mondane pretendono il diritto di essere la Chiesa di Cristo sulla Terra menzionata da Gesù Cristo, loro rappresentano quasi sempre solo la forma esteriore, ma non il suo nucleo. Loro insegnano bensì la Parola di Cristo, ma solo la viva fede conferisce alla Parola di Dio il vero senso ed il vero valore per l’anima dell’uomo. La viva fede può trovarsi in ogni organizzazione di chiesa, come però può anche mancare in ognuna, ma seguace della Sua Chiesa è solamente colui che chiama propria questa fede viva. Ma solo la fede viva stabilisce il giusto rapporto con Dio, e questo solo mediante l’agire nell’amore, da ciò lo spirito nell’uomo che lo istruisce viene risvegliato, e solo allora l’uomo può riconoscere chiaro e limpido, in che cosa consiste la Chiesa di Cristo, egli può bensì distinguere tra la Volontà di Dio e la volontà dell’uomo, che sovente si trova sotto il mantello della fede cristiana. Allora appartiene alla Chiesa di Cristo, che non ha bisogno di nessun altro Nome, e che non ha da dimostrare nessun altro segno, che soltanto l’efficacia della Forza dello Spirito, che è anche riconoscibile all’esterno mediante il cammino di vita nell’amore e la sapienza. Ma quando l’uomo una volta è seguace di questa Chiesa, allora le è anche fedele fino alla fine; perché chi si trova una volta nella viva fede, ha anche in sé la Luce che splende eternamente. Egli si trova allora nella Verità ed ora potrà anche esser attivo per spiegazioni, perché in lui c’è lo Spirito, che lo rende capace di questo e lo stimola anche a ciò. Allora la sua fede è irremovibile, quindi come una roccia che offre resistenza a tutte le tempeste, e le porte dell’inferno non potranno fare nulla contro una tale fede, e così non potrà mai far vacillare la Chiesa di Cristo, come Gesù Cristo lo ha promesso. Perché la Sua Chiesa è invincibile, e lo rimarrà fino in tutte le Eternità.
Amen
TraduttoreDe ware kerk van CHRISTUS omvat niet de aanhangers van deze of gene geestesrichting, deze of gene organisatie, maar alleen de groep van hen die een levend geloof bezitten. Van het geloof alleen laat GOD het afhangen of de mens zich bij de kerk van CHRISTUS kan rekenen. Daarom zal Zijn kerk ook overal kunnen bestaan. Ze zal overal daar zijn waar mensen leven die geloven in JEZUS CHRISTUS, en daardoor ook 'n leven leiden dat de navolging van CHRISTUS genoemd kan worden. Een leven naar de Wil van GOD, DIE in JEZUS CHRISTUS op aarde leefde om de mensen ZIJN Wil te openbaren door Zijn Woord - en door Zijn levenswandel op aarde - als een levend voorbeeld van Zijn Woord.
Want wie diep gelovig is, die onderhoudt ook GOD's geboden. Hij wandelt in de liefde en vormt zich daardoor tot een kind van GOD. Hij is lid van de kerk van CHRISTUS en daarom een kandidaat voor Zijn rijk. Een diep geloof en een leven in liefde hebben als resultaat het werken van GOD's GEEST in de mens, en daarom zal de kerk van CHRISTUS voor altijd van Zijn GEEST vervuld zijn. Ze zal daardoor alleen het ware en juiste prediken, ze zal wijsheid kunnen leren en de volle kracht van het geloof bezitten, d.w.z. ze zal ook andere mensen die gewillig zijn kunnen overtuigen van haar waarde en haar werken, om in opdracht van GOD - Zijn rijk te verkondigen in de gehele wereld.
Maar alleen zij die van goede wil zijn, zullen dit inzien, terwijl voor de anderen haar waarde verborgen blijft, want zij weten niets over de kentekenen van de kerk van CHRISTUS. Zij onderrichten wel over CHRISTUS, maar ze weten het juiste niet van het onjuiste te onderscheiden. Waar dus wereldlijke organisaties aanspraak maken de door JEZUS CHRISTUS gestichte kerk van CHRISTUS op aarde te zijn, behartigen zij meestal alleen de uiterlijke vorm, maar niet de kern. Zij onderrichten wel het Woord van CHRISTUS, maar pas het levend geloof geeft het Woord van GOD de juiste betekenis en de juiste waarde voor de ziel van de mens. Het levend geloof kan dus in elke kerkelijke organisatie aanwezig zijn, zoals het er echter ook in elke kan ontbreken. Maar aanhanger van Zijn kerk is alleen hij, die dit levend geloof het zijne noemt.
Maar pas het levend geloof brengt de juiste verhouding met GOD tot stand, en dat alleen door het werkzaam zijn in liefde. Daardoor wordt de geest in de mens gewekt die hem onderricht, en pas dan kan hij helder en duidelijk inzien waarin de kerk van CHRISTUS bestaat. Hij kan dan goed onderscheid maken tussen GOD's Wil en de wil van de mensen, die vaak de dekmantel is van 'n christelijk geloof. Dan behoort hij tot de kerk van CHRISTUS, die geen andere naam nodig heeft en die geen uiterlijk kenteken kan laten zien - dan alleen het werkzaam zijn van de kracht van de GEEST - dat ook uiterlijk te zien is door een levenswandel in liefde en wijsheid.
Is echter de mens eenmaal aanhanger van deze kerk, dan is hij haar ook tot het einde trouw. Want wie eenmaal het levende geloof heeft, die heeft ook het "Licht" in zich dat eeuwig schijnt. Hij bezit bovendien de waarheid en zal nu ook verhelderend werkzaam kunnen zijn omdat de GEEST in hem - hem daartoe in staat stelt en hem er ook toe drijft.
Onwankelbaar is dan zijn geloof, dus als een rots die alle aanvallen het hoofd biedt. En de poorten van de hel kunnen niets uitrichten tegen zo'n geloof, en zodoende nooit de kerk van CHRISTUS aan het wankelen brengen - zoals JEZUS beloofd heeft. Want Zijn kerk is onoverwinnelijk en ze zal het blijven tot in alle eeuwigheid.
Amen
Traduttore