• Back

Thinking and acting justly....

The righteous will never need to be ashamed of his behaviour, even if he does not always win the approval of his fellow human beings. For the principle of the righteous is to be able to take responsibility for everything he does towards his fellow human beings and also towards God. God will always approve of his actions, but not his fellow human beings, because they only want to recognize what benefits them. However, it is not always possible to derive personal benefit from a righteous act, just as fellow human beings do not always derive earthly blessings from it. But righteous thinking benefits the soul to a great extent, for it demonstrates the inclination towards truth as well as the will to do good. For only he who wants what is good will also call a righteous mind his own. Every righteous act will therefore result in God's blessing, the righteous-minded person will earn God's favour and his neighbour will be granted what the unrighteous-minded person sometimes denies him. Acting justly towards one's neighbour always means doing or giving him the same thing that man himself demands.... Justice can be taught to man well by forcing him from childhood to put his own wishes second and to fulfil first what is necessary for the good of his fellow man. He must be urged to do so by his love, and he must resist resorting to means that can be called obviously unjust. He must always act according to the best of his right and conscience. He must not favour one or the other, but must ask for divine assistance, then it will be impossible for him to do something that goes against justice and he must therefore not fear earthly power either. For the one Who gives people such commandments will also guide the human spirit into correct thinking so that he will always know what is right and wrong and what corresponds to divine will. And he will follow the inner voice which truly advises him right....

Amen

Rechtvaardig denken en handelen

De rechtvaardige zal zich nooit hoeven te schamen voor zijn handelswijze, ofschoon hij daarvoor niet altijd de erkenning van zijn medemensen krijgt. Want het rechtvaardige grondbeginsel is om voor alles wat hij doet de verantwoordelijkheid tegenover de medemensen en ook tegenover God te kunnen nemen.

God zal zijn handelswijze steeds goedkeuren, maar de medemensen niet, want deze willen alleen maar dat goedkeuren, wat nuttig voor hen is. Uit een rechtvaardige handelswijze is echter niet altijd eigen voordeel te behalen, precies zoals er niet altijd aardse zegen voor de medemensen uit voortvloeit. Maar het rechtvaardige denken is in hoge mate nuttig voor de ziel, want het bewijst de geneigdheid naar de waarheid, alsook de wil tot het goede. Want alleen degene, die het goede wil, zal ook een rechtvaardige instelling de zijne noemen. Zodoende zal elke rechtvaardige handeling Gods zegen tot gevolg hebben. Degene die rechtvaardig denkt, zal Gods welgevallen verkrijgen en wat de onrechtvaardige mens hem soms ontzegt, zal de naasten worden toegekend. Rechtvaardig ten opzichte van de naaste te handelen, betekent steeds voor hem hetzelfde te doen of te geven, wat de mens voor zichzelf verlangt.

De rechtvaardigheid van de mens kan goed door opvoeding eigen gemaakt worden, doordat hij van kinds af aan gedwongen wordt zijn eigen wensen op de achtergrond te zetten en eerst dat te vervullen, wat voor het welzijn van de medemensen bevorderlijk is. Hij moet daar door zijn liefde toe gedrongen worden en het moet hem tegenstaan om naar zulke middelen te grijpen, die duidelijk onrechtvaardig genoemd kunnen worden.

Hij moet altijd naar eer en geweten handelen. Hij mag niet de één of de ander voortrekken, maar hij moet om goddelijke hulp vragen, dan zal het onmogelijk voor hem zijn om iets te doen, wat tegen de rechtvaardigheid ingaat en hij mag daarom de aardse macht niet vrezen. Want Degene Die de mensen zulke geboden geeft, Die zal ook de geest in de mens tot het juiste denken leiden, zodat hij steeds zal weten wat recht en onrecht is en wat overeenstemt met de goddelijke wil. En hij zal de innerlijke stem volgen, die hem werkelijk goed raad geeft.

Amen