• Zurück

Trennen von der Materie.... Überheblichkeit.... Bewußtsein der Schwäche....

Es ist von unnennbarem Vorteil, wenn aller Hang zur Materie im Menschen erstickt wird, wenn sich der Geist frei machen kann von dieser und so ungehindert den Flug ins Unendliche nehmen kann. Die Welt hält mit ehernen Fesseln die Seele auf der Erde, und nur einem starken Willen gelingt es, solche Fesseln zu lösen, und wenn nun für die Zeit des Erdendaseins jegliche Kraft fehlt und der Mensch sich willenlos treiben läßt vom Sturm der Leidenschaft, entfesselt sich der Welt Treiben.... Dann wird der Geist niemals sich frei aufschwingen können und erheben über die Erdensphäre, er wird vielmehr gefangengehalten.... es kommt nur der Körper mit seinem Verlangen nach weltlicher Erfüllung zu seinem Recht, die Seele aber wird schlecht bedacht.... sie darbt und leidet unsäglich, sich nicht entfalten zu können und ihrer Befreiung von der Materie nachgehen zu dürfen. An der Schwelle des Todes fällt es dem Menschen oft wie Schuppen von den Augen, und er erkennt die Größe seiner Schuld, die unsägliche Qualen im Jenseits nach sich zieht. Die Seele aus Gott bleibt in ihrem Wesen stets die gleiche, sie ist nur vom Wege der Erkenntnis abgefallen.... sie ist gleichsam einer Überheblichkeit zum Opfer gefallen und kann nur in umgekehrter Weise wieder nach oben gelangen.... durch das Erkennen ihrer Schwäche und das starke Verlangen, von Gott in Liebe wieder aufgenommen zu werden. Dies ist auf Erden als schwaches irdisches Geschöpf am ehesten zu erreichen, denn das Bewußtsein ihrer Schwäche und Unzulänglichkeit läßt sie demütig und bittend sich dem Schöpfer nahen.... Wenn aber das Erdendasein statt dessen wieder ein überhebliches Wesen zeitigt, das sich seinem Schöpfer nicht demütig unterwerfen will, so muß nun im Jenseits die überaus schwere Umwandlung dieser Seele zustande gebracht werden und es werden daher dort die Leiden zum Zwecke der Läuterung weitaus schmerzlicher sein als auf Erden, und ehe eine solche Seele entschlackt ist von allem Unreinen, vergeht oft sehr lange Zeit und es bleibt so mancher Seele großes Leid erspart, bis (wenn = d. Hg.) sie sich auf Erden angelegen sein läßt, den Reifezustand zu erlangen....

Amen

Loskomen van de materie – Verwaandheid – Besef van zwakheid

Het is van een onuitsprekelijk voordeel, wanneer alle hang naar de materie in de mens onderdrukt wordt, wanneer de geest zich hiervan vrij kan maken en ze ongehinderd de vlucht in het oneindige kan nemen.

De wereld houdt de ziel met ijzeren boeien op de aarde en het lukt alleen een sterke wil om zulke boeien los te maken. En wanneer nu tijdens het aardse bestaan elke kracht ontbreekt en de mens zich willoos laat voortstuwen door de storm van hartstocht, ontketent zich het gewoel van de wereld. Dan zal de geest nooit vrij opwaarts kunnen zweven en zich boven de aardse sfeer verheffen. Hij wordt veeleer gevangen gehouden.

Alleen het lichaam met zijn verlangen naar wereldse vervulling komt tot zijn recht, maar de ziel wordt slecht bedeeld. Ze ervaart gebrek en lijdt onuitsprekelijk omdat ze zich niet kan ontplooien en ze zich niet aan haar bevrijding uit de materie kan wijden. Op de drempel van de dood vallen de mens vaak de schellen van de ogen en hij beseft de grootte van zijn schuld, die onuitsprekelijke kwellingen in het hiernamaals tot gevolg heeft.

De ziel uit God blijft in haar wezen steeds dezelfde. Ze is enkel van de weg van het inzicht afgeweken. Ze is als het ware ten prooi gevallen aan verwaandheid en kan alleen maar op de tegenovergestelde manier weer opwaarts gaan. Door het besef van haar zwakheid en het sterke verlangen weer door God in liefde opgenomen te worden. Dit is op aarde als zwak aards schepsel het snelst te bereiken, want het besef van haar zwakheid en onvolmaaktheid laat haar deemoedig en smekend dichter bij de Schepper komen.

Maar wanneer het aardse bestaan in plaats hiervan weer een verwaand wezen oplevert, dat zich niet deemoedig aan zijn Schepper wil onderwerpen, dan moet nu in het hiernamaals de buitengewoon moeilijke verandering van deze ziel tot stand gebracht worden en daarom zal daar het lijden, met loutering als doel, verreweg smartelijker zijn dan op aarde en er gaat vaak een zeer lange tijd voorbij, voordat zo'n ziel van al het onreine ontdaan is en zo menige ziel blijft zo groot leed bespaard, wanneer ze zich er op aarde aan gelegen laat liggen om de staat van rijpheid te bereiken.

Amen