Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Ernstig verlangen naar de waarheid

De zuivere waarheid moet worden begeerd om ontvangen te kunnen worden. En begeren van de waarheid wil zeggen, bereid zijn het aanwezige weten op te geven, zich geheel leeg te maken en nu Mij te vragen de mens de zuivere waarheid over te brengen, die alleen Ik zelf hem kan schenken. Want Ik zelf ben de Waarheid, Ik ben de Weg en het Leven. Alleen Ik zelf kan de waarheid uitdelen en u daardoor de weg aanwijzen die naar het eeuwige leven voert. Maar meestal zijn de mensen niet in staat zich los te maken van het geestelijke goed dat ze bezitten. Maar ze moeten er steeds op bedacht zijn dat er veel geestelijke richtingen zijn, dat het geestelijke goed van verschillende mensen ook verschillend is, dat er echter maar één waarheid is, dat niet allen er aanspraak op kunnen maken de waarheid te bezitten zolang hun denken nog afwijkt van elkaar. En daarom zouden ze alles in het werk moeten stellen om in het bezit van de waarheid te komen. Ze zouden geen genoegen moeten nemen met een weten dat hun overeenkomstig de traditie werd overgebracht. Ze zouden de oorsprong van hun weten eerst moeten trachten te doorgronden en altijd Mij zelf om verlichting van hun denken moeten vragen opdat ze de zuivere waarheid vinden.

Ze moeten de waarheid begeren. En ze zullen overtuigd kunnen zijn ze ook te vinden, want Ik zelf bekommer Me om diegenen die met heel hun hart verlangen naar de waarheid. Want Ik ben de eeuwige Waarheid en Ik wil dat ook mijn schepselen in de waarheid wandelen, dat ze juist denken, dat ze zich een waarheidsgetrouw beeld maken van Mij zelf en mijn regeren en werkzaam zijn. Ik wil niet dat ze bevangen zijn door dwaling die de mensen door mijn tegenstander wordt voorgehouden met de bedoeling dat het hun onmogelijk is Mij zelf juist te onderkennen en dan ook te leren liefhebben. En omdat de liefde van mijn schepselen voor Mij het doel is dat de mensen moeten bereiken, wil Ik dat ze Mij juist onderkennen en daarom zal Ik de mensen die daarnaar verlangen, steeds weer de zuivere waarheid doen toekomen. Ik zal ze niet langer in dwaling laten en hun denken verlichten zodat ze leren de waarheid van de dwaling te onderscheiden en zich afkeren van het laatste. De waarheid zal de mensen steeds gelukkig maken, want de waarheid zal licht verspreiden in de harten.

Maar de dwaling maakt de weg die de mensen gaan donker en deze leidt nooit opwaarts naar Mij, omdat het de weg is van mijn tegenstander, waarop deze de mensen tracht te dringen die hem niet weerstaan. En ieder mens zou zich ernstig moeten afvragen in hoeverre hij zich tevreden stelt met het weten dat hij bezit. Hij zou zich ernstig moeten afvragen of hij naar de zuivere waarheid verlangt en wat hij al heeft ondernomen om tot deze waarheid te komen. Hij hoeft niets anders te doen dan Mij ernstig te vragen of Ik hem in de waarheid zou willen onderrichten wanneer zijn denken onjuist is. Maar deze wil moet opstijgen vanuit het hart. Het moet hem diepe, heilige ernst zijn, zich in de waarheid op te houden. En deze ernst ontbreekt de meeste mensen. Ze nemen genoegen met een weten dat ze hebben overgenomen en houden eraan vast. Ze denken er niet over na, daar ze anders zelf tegenstrijdigheden zouden ontdekken en moesten opmerken. Maar de wil van de mens kan niet gedwongen worden.

Daarom is de dwaling ook heel wat meer in de wereld verspreid dan de waarheid en daarom probeer Ik steeds weer de mensen van boven toe te spreken om hun de zuivere waarheid toe te zenden die hen moet aansporen te vergelijken en zelf daarover een standpunt in te nemen. En gezegend wie de waarheid aanneemt, gezegend wie zich tracht los te maken van het huidige weten, wanneer het niet overeenstemt met het van boven toegezonden weten.

Eens zal de ziel als geestelijke rijkdom kunnen vaststellen, het weten dat ze op aarde heeft aangenomen en ook mee naar boven zal nemen in het rijk hierna. Ze zal een aanzienlijk voordeel kunnen hebben ten opzichte van de zielen die zich op aarde niet van hun verkeerde leren los konden maken, want in het geestelijke rijk zal de ziel alleen kunnen werken met goederen die overeenstemmen met de waarheid. Elk ander weten zal voor haar nutteloos zijn, ook al heeft ze op aarde over nog zo’n groot weten beschikt. Was het niet de zuivere waarheid, dan zal ze het verliezen zoals al het aardse bezit, en arm en onwetend in het rijk hierna vertoeven, waar ze niet eerder tot een gelukkig stemmende werkzaamheid zal worden toegelaten, dan ook zij de zuivere waarheid heeft aangenomen, die haar wel zal worden aangeboden in het geestelijke rijk, maar evenals op aarde haar vrije wil vereist om aangenomen te worden. En daarom is het voor de mens zo noodzakelijk dat zijn denken nog op aarde wordt opgehelderd, dat hij op aarde de dwaling van de waarheid leert onderscheiden, want alleen de waarheid is de weg die naar het eeuwige leven leidt, alleen door de waarheid kan de mens gelukzalig worden en het eeuwige leven niet meer verliezen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Ernstes Verlangen nach Wahrheit....

Die reine Wahrheit muß begehrt werden, um empfangen werden zu können.... und Begehren der Wahrheit heißt, das vorhandene Wissen aufzugeben bereit sein, sich völlig zu entleeren und nun Mich zu bitten, dem Menschen die reine Wahrheit zu vermitteln, die nur Ich Selbst ihm schenken kann. Denn Ich Selbst bin die Wahrheit.... Ich bin der Weg und das Leben.... Ich Selbst nur kann die Wahrheit austeilen und euch dadurch den Weg anzeigen, der zum ewigen Leben führt. Doch zumeist vermögen sich die Menschen nicht zu lösen von dem Geistesgut, das sie besitzen.... Doch sie müßten immer bedenken, daß es viele Geistesrichtungen gibt, daß das Geistesgut verschiedener Menschen auch verschieden ist, daß es aber nur eine Wahrheit gibt, daß nicht alle den Anspruch darauf erheben können, in der Wahrheit zu stehen, solange ihr Denken noch abweicht voneinander. Und darum sollten sie alles daransetzen, in den Besitz der Wahrheit zu gelangen, sie sollten sich nicht zufriedengeben mit einem Wissen, daß ihnen traditionsmäßig übermittelt wurde, sie sollten den Ursprung ihres Wissens erst zu ergründen suchen und immer Mich Selbst um Erleuchtung ihres Denkens angehen, damit sie die reine Wahrheit finden.... Sie müssen die Wahrheit begehren.... Und sie werden überzeugt sein können, sie auch zu finden, denn Ich Selbst nehme Mich derer an, die nach der Wahrheit von ganzem Herzen verlangen.... Denn Ich bin die Ewige Wahrheit, und Ich will, daß auch Meine Geschöpfe in der Wahrheit wandeln, daß sie in rechtem Denken stehen, daß sie sich ein wahrheitsgemäßes Bild machen von Mir Selbst und Meinem Walten und Wirken.... Ich will nicht, daß sie vom Irrtum befangen sind, der von Meinem Gegner den Menschen unterbreitet wird, damit es ihnen unmöglich ist, Mich Selbst recht zu erkennen und dann auch liebenzulernen.... und weil die Liebe Meiner Geschöpfe zu Mir das Ziel ist, das die Menschen erreichen sollen, will Ich, daß sie Mich recht erkennen, und Ich werde daher immer wieder den Menschen die reine Wahrheit zuführen, die danach verlangen, Ich werde sie nicht länger im Irrtum belassen und ihr Denken erleuchten, daß sie unterscheiden lernen die Wahrheit vom Irrtum und sich abwenden von letzterem. Die Wahrheit wird immer die Menschen beglücken, denn die Wahrheit wird Licht verbreiten in den Herzen.... Der Irrtum aber verdunkelt den Weg, den die Menschen gehen, und dieser führt niemals zur Höhe, zu Mir, weil es der Weg Meines Gegners ist, in den dieser die Menschen zu drängen sucht, die ihm nicht widerstehen. Und es sollte sich jeder Mensch ernstlich fragen, wieweit er sich zufriedengibt mit dem Wissen, das er besitzt.... er sollte sich ernstlich fragen, ob er nach der reinen Wahrheit Verlangen trägt und was er schon unternommen hat, um zu dieser Wahrheit zu gelangen.... Er braucht nichts weiter zu tun, als Mich ernsthaft darum anzugehen, daß Ich ihn in der Wahrheit unterweisen möge, wenn sein Denken irrig ist.... Aber dieser Wille muß dem Herzen entsteigen, es muß ihm tiefer, heiliger Ernst sein darum, sich in der Wahrheit zu bewegen.... Und dieser Ernst fehlt den meisten Menschen. Sie lassen sich genügen an dem Wissen, das sie übernommen haben, und halten an ihm fest, sie denken nicht darüber nach, ansonsten sie selbst Widersprüche entdecken würden und aufmerken müßten. Aber der Wille des Menschen kann nicht gezwungen werden.... Darum ist auch der Irrtum weit mehr in der Welt verbreitet als die Wahrheit, und darum suche Ich immer wieder, von oben die Menschen anzureden, um ihnen die reine Wahrheit zuzuleiten, die sie anregen soll, zu vergleichen und selbst Stellung dazu zu nehmen. Und gesegnet, wer die Wahrheit annimmt.... gesegnet, wer sich frei zu machen sucht von bisherigem Wissen, wenn es mit dem von der Höhe zugeleiteten Wissen nicht übereinstimmt.... Es wird die Seele dereinst als geistigen Reichtum das Wissen verzeichnen können, das sie auf Erden angenommen hat und auch mit hinübernehmen wird in das jenseitige Reich.... Sie wird ein erhebliches Plus verzeichnen können den Seelen gegenüber, die sich von ihren falschen Lehren nicht frei machen konnten auf Erden, denn im geistigen Reich wird die Seele nur arbeiten können mit solchen Gütern, die der Wahrheit entsprechen. Jedes andere Wissen wird für sie nutzlos sein, und wenn sie auf Erden auch über ein noch so großes Wissen verfügt hat. War es nicht die reine Wahrheit, dann wird sie es verlieren wie alles irdische Gut und arm und unwissend im jenseitigen Reich weilen, wo sie nicht eher zu einer sie beseligenden Tätigkeit wird zugelassen werden, bis auch sie die reine Wahrheit angenommen hat.... die ihr wohl angeboten werden wird im geistigen Reich, aber ebenso wie auf Erden ihren freien Willen zur Annahme erfordert. Und darum ist es für den Menschen so notwendig, daß sich auf Erden noch sein Denken klärt, daß er auf Erden den Irrtum von der Wahrheit unterscheiden lernt, denn nur die Wahrheit ist der Weg, der zum ewigen Leben führt, nur durch die Wahrheit kann der Mensch selig werden und das ewige Leben nicht mehr verlieren....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde