Steeds weer wordt u de weg aangewezen die u zult moeten gaan op aarde, ook wanneer u geen rechtstreekse onderrichtingen van Mij ontvangt. Want Ik spreek ook op een manier tot u, die u als “gevoel” kenmerkt, zodat uw verstand werkzaam kan worden, omdat u in situaties terecht komt die indruk op u maken, zij het op een smartelijke of vreugdevolle manier. U zult door uw gevoel kunnen herkennen wat voor een mens begerenswaardig is, wat hem leed brengt en wat een nadelige uitwerking op zijn lichaam heeft. En u zult nu in overeenstemming met uw wil kunnen worden beïnvloed datgene van de medemensen verre te houden, wat hem pijn doet, of hem dat te geven, wat hem gelukkig maakt. Alleen gevoelens en verstand kunnen u de juiste weg tonen, wanneer het u ontbreekt aan waarheidsgetrouwe onderrichtingen of wanneer kerkelijke onderrichtingen u niet bevallen, omdat hun oorsprong u twijfelachtig voorkomt.
Dat wat hij zelf beleeft, kan bepalen hoe de mens zal willen, denken en handelen. En ook weet ieder mens wat billijk is, omdat ieder voor zich aanspraak maakt op het recht gelukkig te zijn, en omdat ieder mens lichamelijk en geestelijk lijden kan ondervinden. De liefde voor zichzelf zal hem er steeds toe brengen zichzelf in het bezit te stellen van wat hem vrij en vrolijk maakt. En een rechtvaardig denken zal ook de medemensen hetzelfde toekennen. Het kennen van de juiste weg is dus in ieder mens gelegd. Maar hoe hij gebruik maakt van deze kennis die door eigen ervaring en verstandswerk verkregen is, hangt af van zijn wil die vrij is en vrij zal blijven ter wille van zijn eigen vervolmaking. En daarom zullen ook steeds goed en kwaad van elkaar kunnen worden onderscheiden, juist wat betreft de uitwerking ervan op de mens zelf.
En daarom kan er gesproken worden van de stem van het geweten die zich steeds in het gevoel kenbaar zal maken, maar die ook in de mens kan worden verstikt, wanneer de eigenliefde zo sterk ontwikkeld is, dat de mens al het mooie voor zich opeist en al het slechte de medemens aandoet. Dan wordt het vermogen tot diepere gevoelens steeds zwakker en dan beweren de mensen vaak dat niet ieder mens weet wat goed of slecht is. En weer kan daarop alleen geantwoord worden: hij wil het niet weten. Want zolang hij weet wat voor hem zelf wenselijk of ongewenst is, weet hij ook goed van kwaad te onderscheiden, ook zonder enig onderricht van buiten af, dat hem echter steeds de bevestiging zou geven, dat het innerlijke gevoel overeenstemt met Mijn leer van de liefde, waardoor Ik de mensen de juiste weg wijs, die immers steeds eist de liefde te beoefenen.
Maar waar dierlijke driften uit de tijd van de voorontwikkeling geweldig sterk in de mens aanwezig zijn, daar geldt alleen het innerlijk gevoel van de sterke tegenover de zwakke. Want in zo’n mens zetten zich de krachten der duisternis vast en drijven hem aan te handelen naar hun wil. Maar zo’n bezeten mens kan niet als bewijs worden aangevoerd, dat zonder onderrichting van Mijn kant, niet de weg naar Mij gevonden en gegaan zou kunnen worden. Want de liefde begeleidt al Mijn schepselen, maar laat hun de vrije wil.
Amen
VertalerVi viene sempre di nuovo indicata la via che dovete percorrere sulla Terra, anche se non ricevete direttamente degli Insegnamenti da Me, perché vi parlo in un modo che voi descriviate come “sentimento”, in modo che il vostro intelletto possa diventare attivo, perché capiterete in situazioni, che non vi lasceranno senza impressione, sia nel genere doloroso o gioioso. Attraverso il vostro sentimento potete riconoscere ciò che è desiderabile per un uomo, ciò che gli procura sofferenza e ciò che ha l’effetto dannoso per il suo corpo, ed ora potete essere influenzati secondo la volontà di tenere lontano dal prossimo ciò che gli fa del male, oppure di dargli ciò che lo rende felice. IL sentimento e l’intelletto da soli vi possono indicare la retta via, quando vi mancano delle Istruzioni secondo la Verità oppure non vi aggradano le istruzioni chiesastiche, perché vi sembra dubbioso la loro origine. La propria vicissitudine dell’uomo può determinare l’uomo al suo volere, pensare ed agire, ed ogni uomo sa anche ciò che è giusto, perché ognuno si arroga il diritto di essere felice e perché ogni uomo può “sentire sofferenze corporee ed animiche. L’amore per sé stesso lo indurrà sempre di portare nel suo possesso ciò che lo rende libero e lieto, ed un giusto pensare riconoscerà questo anche al prossimo, quindi in ogni uomo è posto il sapere circa la retta via; ma come utilizza questo sapere conquistato attraverso il proprio sentimento e lavoro intellettuale, dipende dalla sua volontà, che è e rimarrà libera, per via del proprio perfezionamento. Perciò potrà anche sempre essere tenuto separato il bene ed il male, appunto per via dell’effetto di ciò sull’uomo stesso. Perciò si può parlare della “voce della coscienza”, che si manifesterà nella “sensazione”, che però può anche essere soffocata nell’uomo quando l’amor proprio è così fortemente sviluppato, che l’uomo arroga per sé tutto il bello e fa tutto il male al prossimo. Allora la facoltà del sentimento diventa sempre più debole ed allora gli uomini sostengono sovente l’affermazione che non tutti gli uomini sanno ciò che è bene e ciò che è male. A questo può nuovamente soltanto essere risposto: Non lo $$vogliono$$ sapere, perché finché sanno ciò che per loro stessi è desiderabile o indesiderabile, sanno anche discernere il bene ed il male, anche senza ogni istruzione dall’esterno, che però darebbero loro sempre la conferma, che la percezione interiore coincide con la Mia Dottrina, con la quale indico agli uomini la retta via che devono percorrere sulla Terra, con la Mia Dottrina dell’Amore, che pretende sempre soltanto di esercitare l’amore. Ma dove esistono degli istinti animali dal tempo dello sviluppo antecedente, là vale soltanto il sentimento del più forte nei confronti del debole, perché in un tale uomo si affermano le forze dell’oscurità e lo spingono all’azione nella loro volontà. Un tale uomo ‘posseduto’ non può però essere preso come conferma, che senza i Miei Insegnamenti non possa essere percorsa e trovata la via verso di Me, perché il Mio Amore cura tutte le Mie creature, ma lascia a loro la libera volontà.
Amen
Vertaler