• Terug

Waakzaamheid tegenover de vijand van de zielen

U zult waakzaam moeten zijn, dat u niet het slachtoffer gaat worden van de vijand van uw zielen. Want hij is er voortdurend op bedacht u op een dwaalspoor te brengen en u door allerlei verblindende middelen van de juiste weg af te brengen. Hij komt ook in het gewaad van een leider en hij probeert zo uw vertrouwen te winnen. Hij belooft u zeker naar het doel te leiden, maar zijn doel is de wereld, dus belooft hij u aardse voordelen, hulp in aardse benauwenis. Hij tracht de paden voor u te effenen, maar alles onder één voorwaarde: uw ziel aan hem af te staan, dus uw geestelijke vermogens en gedachten los te maken van God, van het geestelijk streven. En al zijn beloften zullen daden van liefdeloosheid vragen. Ieder mens die zich aardse voordelen wil verschaffen, zal er niet toe in staat zijn als hij in de liefde wil leven. Dus moet hij het ene of het andere opgeven. Hij moet weten dat hij zijn ziel zal verkopen als hij zich zijn aardse leven tot een leven in welvaart wil maken.

Hij moet weten dat elke poging daartoe gebeurt op aansporen van diegene die de ziel wil verderven. En hij moet waakzaam zijn. Hij moet zijn toevlucht nemen tot God, opdat Hij hem zal beschermen tegen de invloed van de vijand. Hij moet vragen om versterking van zijn wil ten gunste van het goede en om af te zien van aardse goederen. Want als u zich ook een aards leven in welstand en behaaglijkheid verschaft, voor wat verruilt u dit? Alleen voor een ondraaglijk lot voor de ziel in het rijk hierna. Want komt de tijd van nood over u, dan heeft dat ook zijn wijze betekenis en bedoeling, zolang hij door God zelf is toegelaten.

Maar de vijand van uw ziel stelt juist in de tijd van nood alles in het werk: hij probeert uw denken en streven nu daarop te richten, wat u aan aardse goederen ontbreekt. Hij tracht uw hebzucht daarnaar te versterken en uw gedachten in beslag te nemen. En alleen de kracht van uw wil beschermt u daartegen. Want wat hij belooft is alleen maar begoocheling. Het is slechts die weinige dagen van uw aardse bestaan nuttig voor u, waarna u verzinkt in een niets en u uw zielen achterlaat in uiterste armoede.

Zie vrijwillig af van datgene wat alleen het lichaam gelukkig maakt, maar de ziel geen voordeel oplevert. Laat uw lichaam op aarde in soberheid leven en bedenk in plaats daarvan uw ziel met geestelijk goed dat onvergankelijk is en dat u na zal volgen in de eeuwigheid. Wees waakzaam tegenover alle verzoekingen en blijf bidden. Vraag om kracht en genade en versterking van uw wil. En uw verlangens zullen minder worden. De aardse goederen zullen u niet meer zo aanlokkelijk voorkomen. U zult weerstand kunnen bieden aan alle influisteringen van de vijand en als compensatie geestelijk goed in ontvangst kunnen nemen, dat uw ziel duizend maal gelukkiger maakt, omdat het u het eeuwige leven oplevert.

Amen

Wachsamkeit gegen den Feind der Seelen....

Wachsam sollet ihr sein, daß ihr dem Feind eurer Seelen nicht zum Opfer fallet, denn er ist ständig darauf bedacht, euch in die Irre zu leiten und euch durch allerlei Blendmittel vom rechten Wege abzudrängen. Er kommt auch im Gewande eines Führers, und er suchet so euer Vertrauen zu gewinnen; er verspricht, euch sicher zum Ziel zu führen, jedoch sein Ziel ist die Welt.... also er verspricht euch irdische Vorteile, Hilfe in irdischer Bedrängnis, er sucht euch die Wege zu ebnen, doch alles unter einer Bedingung.... eure Seele ihm zu überlassen, also eure Sinne und Gedanken zu lösen von Gott, vom geistigen Streben. Und all seine Versprechungen werden Taten der Lieblosigkeit fordern; jeder Mensch, der sich irdische Vorteile schaffen will, wird dies nicht vermögen, so er in der Liebe leben will. Also muß er das eine oder das andere aufgeben, er muß wissen, daß er seine Seele verkaufet, so er sich sein irdisches Leben zu einem Wohlleben gestalten will.... Er muß wissen, daß jeder Versuch dazu auf Anregen dessen vor sich geht, der die Seele verderben will. Und er muß wachsam sein.... er muß zu Gott seine Zuflucht nehmen, daß Er ihn schütze vor dem Einfluß des Feindes, er muß bitten um Stärkung seines Willens zum Guten und zur Verzichtleistung auf irdische Güter.... Denn was tauschet ihr ein, so ihr euch auch ein irdisches Leben in Wohlstand und Behaglichkeit schaffet? Nur ein unerträgliches Los für die Seele im jenseitigen Reich. Denn kommet die Notzeit über euch, so hat sie auch ihren weisen Sinn und Zweck, solange sie von Gott Selbst zugelassen ist. Der Feind eurer Seele aber setzet gerade in der Notzeit den Hebel an.... er sucht euer Sinnen und Trachten nun darauf zu richten, was euch mangelt an irdischen Gütern, er sucht eure Gier danach zu verstärken und eure Gedanken gefangenzunehmen und davor schützet euch nur die Kraft eures Willens. Denn was er verspricht, ist nur Blendwerk, es nützet euch nur die wenigen Tage eures Erdenlebens, um dann in ein Nichts zu versinken und eure Seelen in äußerster Dürftigkeit zurückzulassen. Leistet freiwillig Verzicht auf das, was nur den Körper beglückt, der Seele aber keinen Nutzen einträgt, lebet in Dürftigkeit des Körpers auf Erden, und bedenket dafür eure Seelen mit geistigem Gut, das unvergänglich ist und euch nachfolget in die Ewigkeit. Seid wachsam allen Versuchungen gegenüber, und bleibet im Gebet. Bittet um Kraft und Gnade und Stärkung eures Willens. Und es wird euer Begehren geringer werden, die irdischen Güter werden euch nicht mehr so verlockend erscheinen, ihr werdet Widerstand leisten können gegen alle Einflüsterungen des Feindes und als Ausgleich geistiges Gut entgegennehmen können, das eure Seelen tausendmal mehr beglückt, weil es euch das ewige Leben einträgt....

Amen