Zo werkt het geestelijk volmaakte zonder ophouden voor de verlossing van het onvolmaakte en steeds is de liefde de drijfveer, want de staat van rijpheid van dit wezen heeft ook weer een werkterrein nodig. En dit zoeken ze zowel op aarde als ook in het hiernamaals. Want de nood van de niet verloste zielen is onbeschrijflijk groot en kan zonder daadkrachtige hulp niet verzacht worden. Daarom zal het ijverigste streven van de wezens in het hiernamaals zijn om zich in verbinding te stellen met de noodlijdende zielen. Maar dat is vaak moeilijk en zonder succes. Het mag echter niet opgegeven worden, om welke reden in deze wezens een overvloed aan geduld en liefde aanwezig moet zijn om niet te verslappen in hun werk.
Een kleine aanwijzing op de eeuwigheid kan af en toe voldoende zijn om de zielen tot nadenken te stemmen. En dan is de verbinding tot stand gebracht, want nu kunnen de gedachten door de vrienden in het hiernamaals overgedragen worden op een wezen, dat over de eeuwigheid nadenkt. Maar als het wezen louter van materiële gedachten vervuld is, zowel op aarde als ook in het hiernamaals, dan zal zo’n aanwijzing ongehoord wegsterven. Het wezen leeft steeds alleen in het heden en denkt niet aan de troosteloze toestand in de eeuwigheid.
Zulke wezens zijn buitengewoon hardnekkig en ze moeten zich door lijden en kwellingen van hun toestand bewust worden. En ook dan wijken de lichtwezens niet van hun zijde, zonder herkend te worden door de arme ziel, maar steeds tot hulp bereid. Daarom zijn de wezens op aarde ook voortdurend omgeven door lichtdragers, die hun gedachtegang graag naar het geestelijke zouden willen laten wenden. Maar vaak wordt hun liefde geweerd, hun hulp afgewezen en de mens blijft in dezelfde toestand, wat hem een deerniswekkend lot in het hiernamaals oplevert.
En in het besef van deze komende nood, wijken de wezens niet van de zijde van de aan hen toevertrouwde mensen, zolang deze nog op aarde verblijven. Ze zijn ook vaak aanleiding tot aardse nood en kwellingen, als ze geen andere uitweg vinden om de ziel te helpen. Ze zijn aanleiding tot mislukkingen, de grond ingeboorde hoop en teleurstellingen van allerlei soort, die echter slechts steeds het doel hebben om de mensen het nutteloze van hun aardse streven voor ogen te houden en hun denken in andere banen te leiden. Ze beseffen de waardeloosheid van al datgene, wat de mens nastreeft en omdat hun niet geestelijk opheldering gegeven kan worden, omdat dit stellig afgewezen wordt, moeten de mensen vaak gedwongen dat opgeven, wat ze nastreven.
Deze taak is niet gemakkelijk voor de in volmaaktheid staande wezens, want hun gevoel is liefde. En liefde wil steeds vervullen en geven, ze wil gelukkig maken en vreugde geven. En nu moet ze nemen van en leed veroorzaken bij de mensen, wie hun liefde geldt. Maar het leed, dat hen eens wacht, is veel groter en om dit af te wenden van hun beschermelingen, grijpen ze vaak vernietigend in het aardse leven in.
De uiteindelijk verlossing van zulke wezens is alleen door leed te bereiken, als de liefde in hen niet ontwaakt, wanneer ze het leed van hun medemensen zien. Dit kan in een mum van tijd een ommekeer van hun denken bewerkstelligen. Vaak brengt eigen leed geen besef met zich mee, maar de kwellingen van de medemensen te moeten aanzien, stemt de mens tot nadenken en brengt hem dichter bij het inzicht. En dan is het gevaar voor zo’n ziel voorbij, want het hart van degene, die in staat is om lief te hebben, is niet verhard en de invloeden van de wezens in het hiernamaals zijn niet zonder succes.
En zo kan het leed niet van de mensheid weggehouden worden, zolang ze het inzicht nog niet heeft, dat ze op aarde leeft om zich te ontwikkelen voor de eeuwigheid. Pas het lijden brengt deze gedachten dichter bij haar en het is het enige hulpmiddel voor degenen, die voor de zielen vechten.
Amen
VertalerAinsi l’être spirituel parfait agit sans arrêt pour la Libération de l'être spirituel imparfait, et c’est toujours l'amour la force de poussée, parce que l'état de maturité de ces êtres demande aussi un champ d'action, et ils le cherchent soit sur la Terre comme aussi dans l'au-delà, parce que la misère des âmes non rachetés est indescriptiblement grande et ne peut pas être adoucie sans une aide active. La tendance la plus grande des êtres de l'au-delà sera maintenant de se mettre en contact avec les âmes qui souffrent la misère, cela est souvent fatigant et sans succès mais on ne doit pas y renoncer, donc dans ces êtres il doit demeurer une très grande mesure de patience et d'amour, pour ne pas céder dans leur travail. Parfois il peut suffire d’une petite indication concernant l'Éternité pour faire réfléchir l'âme, et alors le contact est établi, parce qu'à un être qui réfléchit maintenant sur cela, il peut être transmis des pensées au travers des amis de l'au-delà. Mais si l'être est seulement rempli de pensées matérielles, une telle indication retentira sans être entendue sur la Terre comme aussi dans l'au-delà, il vit toujours seulement dans le présent et il ne pense pas à l'état affligé qui sera son lot dans l'Éternité. De tels êtres sont extraordinairement obstinés et c’est donc au travers de souffrances et de tourments qu’ils doivent se rendre compte de leur situation. Et même alors les êtres de Lumière ne laissent pas ces pauvres âmes à leur triste sort, mais ils sont toujours prêts à les aider. Ainsi même les êtres terrestres sont constamment entourés de porteurs de Lumière qui voudraient détourner le cours de leurs pensées vers le spirituel. Mais souvent leur amour résiste, il repousse leur aide, et l'homme reste dans le même état, ce qui lui procure un sort à plaindre dans l'au-delà. Dans la connaissance de la misère qui arrive les êtres ne mettent pas de coté les hommes qui leur sont confiés, tant que ceux-ci sont encore sur la Terre. Souvent ils sont même motivés par la misère et l’affliction terrestre, s'ils ne trouvent aucune autre voie de sortie pour assister l'âme. Ils sont poussés par des faillites, des espoirs détruits et des déceptions de toutes sortes qui, cependant, ont toujours seulement pour but de porter devant les yeux de l'homme l'inutilité de sa tendance terrestre et de guider ses pensées sur d’autres rails. Ils reconnaissent la non-valeur de tout ce à quoi l'homme tend et vu qu’à eux il ne peut pas être donné d'éclaircissements d’une manière spirituelle, vu que cela est absolument refusé, les hommes doivent souvent perdre ce à quoi ils tendent. Ce travail n'est pas facile pour les êtres qui sont parfaits, parce que leur sentiment est amour et l'amour veut toujours accomplir et donner, ils veulent rendre heureux et distribuer la joie et maintenant ils doivent l’enlever et préparer aux douleurs les hommes auxquels va leur amour. Car c’est une grande souffrance qui les attend un jour, et pour l'éviter leurs protecteurs doivent souvent intervenir d’une manière destructive dans la vie terrestre. La dernière Libération pour de tels êtres ne peut être atteinte que seulement au travers de la souffrance, si en eux l’amour ne se réveille pas lorsqu’ils voient la souffrance de leur prochain. Ceci peut produire un tournant de leurs pensées en très peu de temps. Souvent sa propre souffrance ne procure pas la connaissance, mais devoir assister aux tourments du prochain rend l'homme réfléchi et le porte plus près de la connaissance. Alors pour une telle âme le danger est dépassé, car celle-là est capable d’aimer, son cœur n'est pas endurci et les influences des êtres de l'au-delà ne sont pas restées sans succès. Ainsi la souffrance ne peut pas être tenue loin des hommes tant qu’ils n'ont pas conquis la connaissance qu’ils vivent sur la Terre pour se former pour l'Éternité. Seule la souffrance les porte près de cette pensée, et c’est l'unique moyen d'aide pour ceux qui combattent pour les âmes.
Amen
Vertaler