Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Motivatie voor het goddelijk ingrijpen

De achteloosheid van de mensen in geestelijk opzicht neemt afmetingen aan, zodat daar redelijkerwijs tegen moet worden opgetreden van de kant van de goddelijke Schepper. Want het hele aardse leven is zin- en doelloos als de ziel in dezelfde toestand de aardse omhulling verlaat, zoals ze deze ontvangen heeft. En een dergelijk nutteloos doorgebracht leven is voor de Heer een gruwel. Want de Heer gaf de mensen dit leven voor de positieve ontwikkeling van hun ziel, maar niet om gedachteloos voort te leven en om aardse vreugden na te jagen.

Wee degenen die hun taak op aarde niet inzien. Dezen zullen talrijke hindernissen in de weg worden gelegd, opdat ze zich eraan stoten en gedwongen hun blik daarheen wenden, vanwaar alles komt. En een dergelijke hindernis is in staat soms een ommekeer van het denken teweeg te brengen en de onachtzaamheid en onverschilligheid tegenover al het geestelijke op te heffen. En daarom zal de wil van God steeds daar ingrijpen, waar de geestelijke achteruitgang te zien is. Want staat de mens zo dicht bij de ondergang, dan moeten ingrijpende gebeurtenissen het gemoed bezwaren, wil de ziel nog op het laatste ogenblik van de afgrond worden weggehouden. Het beste bewijs is de voortdurende achteruitgang die overal duidelijk aan het licht komt.

Brengt men wel de kleinste gebeurtenis met God in verband? Geeft men God de eer en dankt men Hem als het dagelijkse leven zich zonder strubbelingen voltrekt? Beleeft de mens niet elke dag nieuwe wonderen om en bij zich en denkt hij wel bij deze voortdurende belevenissen aan zijn Schepper? En hoe vaak leidt de genade Gods de mens niet door nood en gevaar en laat hij zich dat welgevallen met een vanzelfsprekendheid, terwijl hij God zou moeten loven en prijzen zonder ophouden? Alleen een gelovig gemoed herkent in alles de leiding van de Heer. Alleen een gelovig kind vertrouwt in alles op de goddelijke Schepper en Verlosser.

Maar de mensheid kent nauwelijks nog geloof. En geestelijk beleven, dat de God van de Liefde haar in geestelijke nood wil bijstaan, staat oneindig ver van haar af. En dus is de dag gekomen waarop de zee van de goddelijke Liefde wederom wordt uitgestort over de mensheid. Want het geloof in God als bestuurder van hemel en aarde moet opnieuw ontstaan door tekenen van wonderlijke aard. Wiens hart goed is, diens geest zal helder en duidelijk het werkzaam zijn van God herkennen. En hij zal zijn naaste onderrichten en opmerkzaam maken opdat deze ook de tekenen juist zal leren interpreteren. En geestelijk goed zal u mensen ten deel vallen, maar uw oog zal naar buiten gericht zijn. En als u geen moeite doet de innerlijke Stem te vernemen, dan is de klank van alle woorden een leeg geschal. En daarom moeten de tekenen spreken voor Gods wijsheid en macht.

En u zult zoiets beleven in grote getale en alles zal duidelijk naar boven wijzen. Want u herkent daar geen menselijke invloed in, integendeel, alleen de wil en de beschikking van de Heer. En deze tijd is nabij en dus kan ook de tijd van geestelijke nood beëindigd zijn voor ieder die op deze tekenen let en er voordeel uit trekt voor zijn ziel.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Glaubenslosigkeit.... Göttliches Eingreifen....

Die Sorglosigkeit der Menschen in geistiger Beziehung nimmt Ausmaße an, daß gerechterweise dagegen angegangen werden muß von seiten des göttlichen Schöpfers, denn es ist das ganze Erdenleben sinn- und zwecklos, so die Seele in dem gleichen Zustand die irdische Hülle verläßt, wie sie diese empfangen hat. Und es ist ein so unnütz verbrachtes Leben dem Herrn ein Greuel, denn es gab der Herr den Menschen dieses Leben zur Höherentwicklung der Seele, nicht aber zu gedankenlosem Dahinleben und zum Nachjagen irdischer Freuden. Wehe denen, die ihre Aufgabe auf Erden nicht erkennen.... Es werden zahlreiche Hindernisse diesen in den Weg gelegt werden, auf daß sie sich daran stoßen und zwangsweise ihren Blick dahin wenden, woher alles kommt. Und ein solches Hindernis vermag zuweilen einen Umschwung des Denkens herbeizuführen und die Nachlässigkeit und Gleichgültigkeit allem Geistigen gegenüber zu beheben. Und daher wird der Wille Gottes immer dort eingreifen, wo der geistige Verfall abzusehen ist. Denn stehet die menschliche Seele so nahe vor dem Untergang, dann müssen einschneidende Erlebnisse das Gemüt belasten, soll die Seele noch in letzter Stunde von dem Abgrund zurückgehalten werden. Der beste Beweis ist der fortgesetzte geistige Rückgang, der überall deutlich zutage tritt. Bringt man wohl das kleinste Geschehen in Zusammenhang mit Gott? Gibt man Gott die Ehre und Ihm Dank, so das tägliche Leben sich reibungslos vollzieht?.... Erlebet nicht der Mensch jeden Tag neue Wunder um und über sich, und gedenket er wohl bei diesen ständigen Erlebnissen seines Schöpfers?.... Und wie oft führt die Gnade Gottes den Menschen durch Not und Gefahr.... und er nimmt dies hin mit einer Selbstverständlichkeit, wo er Gott loben und preisen müßte ohne Unterlaß. Nur ein gottgläubiges Gemüt erkennt in allem die Führung des Herrn.... nur ein gläubiges Kind vertraut in allem dem göttlichen Schöpfer und Erlöser.... Doch die Menschheit kennt Glauben kaum noch, und geistiges Erleben steht ihr so unendlich fern, daß der Gott der Liebe ihr in geistiger Not beistehen will. Und also ist der Tag gekommen, wo das Meer göttlicher Liebe sich wiederum ergießet über die Menschheit, denn es soll der Glaube an Gott als Lenker des Himmels und der Erde von neuem erstehen durch Zeichen wunderbarer Art.... Wessen Herz gütig ist, dessen Geist wird hell und klar erkennen das Wirken Gottes, und er wird belehren und aufmerksam machen seinen Nächsten, auf daß dieser auch die Zeichen richtig deuten lerne. Und geistiges Gut wird euch Menschen zufallen, jedoch es wird euer Auge gerichtet sein nach außen, und so ihr euch nicht befleißigt, die innere Stimme zu vernehmen, ist aller Worte Klang leerer Schall, und darum müssen die Zeichen sprechen für Gottes Weisheit und Macht.... Und ihr werdet solche erleben in großer Zahl.... und alle werden sichtlich nach oben weisen, denn ihr erkennet darin nicht menschlichen Einfluß, sondern allein den Willen und die Bestimmung des Herrn. Und diese Zeit ist nahe, und also kann auch die Zeit geistiger Not beendet sein für einen jeden, der dieser Zeichen achtet und Nutzen daraus zieht für seine Seele....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde