Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Verlangen naar het goddelijke woord is de uitstroming van de liefde van God

Door goddelijke liefde omstroomt, zul jij je binnen de geest van de Heer ophouden, want degene, die zo innig met Hem in contact gestaan heeft, kan nooit meer van Hem gescheiden worden. En hoe vuriger jij Hem en Zijn genade afsmeekt, des te krachtiger werkt Zijn liefde in jou en trekt jou als het ware naar Hem toe. En Zijn woord is de uitstroming van Zijn liefde, die jou gegrepen heeft en niet meer wil laten gaan. En deze liefde is kracht en slaat op jou over. Hoe meer jij nu naar deze kracht verlangt, des te merkbaarder stroomt ze in jou over, want haar overvloed uit zich in een voortdurend toenemend verlangen naar het goddelijke woord. In een vurig verlangen naar goddelijke genade en een diepe geloofskracht.

Het mensenkind zal uit de grond van zijn hart naar het woord van God verlangen, omdat het niet anders kan, omdat de goddelijke liefde het doordringt. Het zal op elk moment en overal aan de Heer denken en het verlangen gewaarworden om zich door het woord te verheugen in Zijn aanwezigheid. Het zal met de grootste overgave naar dit woord luisteren en niet moe worden het te ontvangen. En dit vurige verlangen is immers weer de liefde voor de Heer, Die al het voelen van de mens naar Zich toe leidt en hem, door te geven, mateloos gelukkig maakt.

Voor de wereld is dit onbegrijpelijk. Ze begrijpt immers in de verste verte niet de mogelijkheid van een verbinding tussen God en de mensen op aarde, die zich zo duidelijk doet gevoelen en toch alleen maar geestelijk merkbaar wordt, omdat de desbetreffende ervaring eenvoudigweg slechts geestelijk bespeurd kan worden. En nog veel minder begrijpt de wereld de eindeloos diepe liefde van de Schepper voor Zijn schepselen. Wat zich aan Hem overgeeft, is door de liefde onscheidbaar met Hem verbonden en wie naar Hem verlangt, ontvangt iets onvergelijkelijks kostbaars en hoeft niet voor een afnemen van de goddelijke genade en van Zijn gaven van boven te vrezen.

Verlangen en luisteren naar het innerlijk laat ongelooflijke resultaten vol wijsheid ontstaan en de Heer openbaart Zichzelf in het goddelijke woord aan degenen, die naar Hem verlangen. Is er op deze aarde iets mooiers en meer waardevol, dan in de geest daar te vertoeven, waar de Vader is? En steeds opnieuw is de liefde van de Vader op te merken en is Zijn genade te ontvangen. Degene, die op aarde het goddelijke woord waardig wordt, is onmetelijk rijk te noemen en alle kracht stroomt naar hem toe.

En dus moet de Heer Zijn kinderen op aarde tot liefde opvoeden, als Hij door hen wil werken en hun harten bekwaam wil maken om Zijn woord op te nemen. Hij moet onophoudelijk via de gedachten op hen inwerken, maar als de wil Hem onverdeeld belijdt en het mensenkind de goddelijke genade bij zichzelf opgemerkt heeft, blijft het Hem tot in alle eeuwigheid trouw, want de Heer beschermt degenen, die zich in vertrouwen aan Hem overgeven. Hij geeft hun voortdurend goddelijke waarheid en in het hart van de mens ontbrandt een steeds gloeiendere liefde voor Hem en hij is niet meer in staat om zonder de duidelijke liefde van de Heer te leven. Het leven is voor hem zonder waarde, als hij deze heerlijke verbinding met de Heer op zou moeten geven. Hoe vuriger het naar de Heer verlangt, des te onafscheidelijker verbindt hij zich met de hemelse Vader en blijft tot in alle eeuwigheid bij Hem._>Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Verlangen nach dem göttlichen Wort ist Ausfluß der Liebe Gottes....

Von göttlicher Liebe umflossen, wirst du im Geist des Herrn verbleiben, denn es kann sich nimmermehr von Ihm trennen, der so innige Fühlung zu Ihm genommen hat. Und je inniger du Ihn und Seine Gnade erflehst, desto mächtiger wirket Seine Liebe in dir und ziehet dich gleichsam in Seine Nähe. Und Sein Wort ist der Ausfluß Seiner Liebe, die dich erfaßt hat und nicht mehr lassen will. Und diese Liebe ist Kraft und teilet sich dir mit.... Je mehr du nun diese Kraft begehrst, desto merklicher strömt sie in dich über, denn ihre Fülle äußert sich in einer sich ständig mehrenden Sehnsucht nach dem göttlichen Wort.... in heißem Verlangen nach göttlicher Gnade und tiefer Glaubensstärke. Es wird das Erdenkind begehren aus tiefstem Herzen das Wort Gottes, denn es kann nicht anders, weil die göttliche Liebe es durchdringt.... es wird zu jeder Zeit und an allen Orten des Herrn gedenken und Sehnsucht verspüren, Seiner Gegenwart durch das Wort sich zu erfreuen.... Es wird in größter Hingabe diesem Wort lauschen und nicht müde werden, es zu empfangen; und dieses sehnende Verlangen wieder ist ja die Liebe des Herrn, Der alles Empfinden des Menschen zu Sich lenkt und im Geben ihn maßlos beglückt. Der Welt ist dies unverständlich, fasset sie doch nicht im entferntesten die Möglichkeit einer Verbindung zwischen Gott und dem Menschen auf Erden, die sich so augenscheinlich auswirkt und doch wieder nur geistig sich bemerkbar macht, weil alles diesbez. Empfinden eben auch nur geistig gespürt werden kann. Und noch viel weniger fasset die Welt die unendlich tiefe Liebe des Schöpfers zu Seinen Geschöpfen.... Was sich Ihm hingibt, ist durch die Liebe untrennbar mit Ihm verbunden, und wer Ihn begehrt, empfängt unvergleichlich Kostbares und hat nicht zu fürchten einen Rückgang der göttlichen Gnade und ein Vermindern Seiner Gaben von oben. Begehren und lauschen nach innen läßt unglaublich weisheitsvolle Ergebnisse entstehen, und im göttlichen Wort offenbart Sich der Herr Selbst denen, die Ihn begehren.... Gibt es etwas Schöneres und Wertvolleres auf dieser Erde, als im Geist dort zu weilen, wo der Vater ist?.... Und immer und immer wieder die Liebe des Vaters zu spüren und Seine Gnade zu empfangen?.... Wer auf Erden des göttlichen Wortes gewürdigt wird, ist unermeßlich reich zu nennen, und alle Kraft fließet ihm zu. Und so muß der Herr zur Liebe erziehen Seine Kindlein auf Erden, will Er wirken durch sie und ihre Herzen aufnahmefähig machen für Sein Wort.... Er muß unablässig gedanklich auf sie einwirken, doch so der Wille sich ungeteilt zu Ihm bekennt und das Erdenkind die göttliche Gnade an sich verspürt hat, verbleibt es Ihm treu bis in alle Ewigkeit, denn es schützet der Herr, die sich Ihm hingebend anvertrauen, Er gibt ihnen fort und fort göttliche Wahrheit, und es entbrennt des Menschen Herz in immer glühender Liebe zu Ihm und vermag nicht mehr, ohne die sichtbare Liebe des Herrn zu leben. Es ist das Leben für ihn ohne Wert, so er diese köstlichste Verbindung mit dem Herrn aufgeben müßte. Je sehnender er den Herrn begehrt, desto untrennbarer verbindet er sich dem himmlischen Vater und bleibet Sein bis in alle Ewigkeit....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde