2093 Kennis van de leer van Christus verplicht tot aannemen hiervan – Genade

2 oktober 1941: Boek 30

Het is het werkzaam zijn van de tegenstander, dat hij in de mens de wil om alle leringen, die Jezus Christus en het verlossingswerk betreffen, af te wijzen, opwekt of versterkt. En als hij dit bereikt heeft, dan is het ook makkelijk voor hem om het geloof in God als Schepper en Instandhouder van alle dingen geheel te verwoesten, want degenen die Jezus Christus als Verlosser afwijzen, begeven zich bereidwillig in zijn macht en zijn derhalve eveneens tegenstanders van God, omdat de tegenstander zijn wil op de mensen over kan dragen, zonder weerstand te ontmoeten.

Waar ooit het geloof in Jezus Christus onderwezen werd, waar de mensen in kennis gesteld werden van Hem en Zijn verlossingswerk, daar kan de mens zich niet meer van Hem losmaken, zonder zijn ziel in het uiterste gevaar te brengen. Een ontbrekende kennis ontheft hem van de verantwoordelijkheid, maar kennis te hebben verplicht ook tot de aanvaarding van het geloof in Jezus Christus, want het overdragen van de leer van Christus is een genade van God, die hem aangeboden werd, gebaseerd op een bepaalde staat van rijpheid van de ziel bij de belichaming als mens.

Talloze mensen ontberen om deze reden kennis, omdat hun zielen nog niet in staat zijn deze grootste van alle genaden op te nemen. Niet alle zielen hebben dezelfde ontwikkeling doorgemaakt, omdat de voorafgaande gang van de opwaartse ontwikkeling met een gebonden wil niet voor alle wezens dezelfde was en daarom moet het wezen tijdens het stadium als mens eerst een bepaalde rijpheid van de ziel bereikt hebben, voordat hem de kennis van Jezus Christus en Zijn verlossingswerk dichterbij gebracht kan worden.

Het moet wel alle mensen aangeboden worden, zolang ze op aarde verblijven, maar degenen, die nog wat achterlopen in de geestelijke ontwikkeling, worden vaak nog te zeer door lage instincten belast, dan dat ze in staat zouden zijn om een leer te aanvaarden, die de goddelijke drijfveren in de mens tot ontwikkeling brengt.

De driften in het leven van zulke mensen moeten soms nog dierlijk genoemd worden en in zo’n lage geestelijke toestand is voor hen een leer, die alleen maar liefde eist, onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Hun ontwikkelingsgang is met het aardse leven nog niet afgesloten, omdat ze uit de voorstadia nog te sterke driften naar het aardse leven hebben meegenomen en voor de overwinning hiervan een aanzienlijk langere tijd nodig hebben. Het begrip onbaatzuchtige naastenliefde kan hun in dit leven soms niet begrijpelijk gemaakt worden, wat echter niet uitsluit, dat ze eveneens enkel door de liefde verlost kunnen worden en het verlossingswerk dan pas in het hiernamaals begint. Maar ook voor deze mensen is Jezus Christus gestorven en ook hun wordt de kennis van het verlossingswerk in het hiernamaals overgedragen, als het hun op aarde niet dichterbij gebracht kon worden.

De geestelijke staat van rijpheid van voor de belichaming als mens is bepalend, voor waar en onder welke levensomstandigheden de mens op aarde mag verblijven. God kent de vroegere weerstand en de wil van elk individueel wezen en past het dienovereenkomstig daar in, waar het de meeste mogelijkheden voor het uitrijpen van zijn ziel biedt. Begrijpelijkerwijs is de weg omhoog aanzienlijk makkelijker af te leggen, waar de leer van Christus de mens aangeboden wordt. Anderzijds schept deze genade ook een verplichting.

Wanneer God de mens waardig acht om zich te kunnen bedienen van de genaden van het verlossingswerk, dan zal deze ter verantwoording geroepen worden, wanneer hij geen aandacht schenkt aan deze genade. Wanneer hij, als hij in kennis gesteld wordt van het liefdeswerk van Jezus Christus, deze niet erkent en Hem zelfs ontkent, dat wil zeggen Hem de goddelijkheid ontzegt. Dan staat hij zichtbaar onder de invloed van de tegenstander, wiens streven het is om het wezenlijke weer in zijn ban te krijgen. En het lukt hem ook, als de mens bereid is om Christus als Gods zoon en Verlosser van de wereld af te wijzen. Hij verliest daardoor de eeuwige gelukzaligheid, want zonder Jezus Christus kan de ziel nooit verlost worden.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring
Luisteren
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations