• Indietro

L’agire dell’avversario: resistenza verso la Parola di Dio

Che gli uomini si comportino con rifiuto verso la Parola di Dio è comprensibile, perché l’avversario di Dio può influenzarli finché loro aspirano al suo regno, cioè con il desiderio di beni terreni gli accordano loro stessi il potere che lui sfrutta bene influenzandoli contro tutto il Vero, Luminoso, Bene, .... , in modo che pongano anche resistenza alla Parola di Dio, che però sulla Terra è la cosa più preziosa a cui dovrebbero aspirare. Il mondo terreno è ancora il campo di potere dell’avversario di Dio, perché è costituito da ciò che è caduto da Dio, dallo spirituale legato nelle Creazioni terrene, nella materia, che nella sua volontà è rivolta all’avversario di Dio, ma non può venire costretto da questo a compiere la volontà dell’avversario. L’uomo però nel suo stato della libera volontà è per lui un oggetto adatto, che ora cerca di rendere soggetto alla sua volontà. Perché egli vuole che questi si rivolga di nuovo totalmente a lui, che confessi di nuovo la sua opposizione contro Dio. E dato che l’uomo ha ancora una volontà debole, dato che non si è ancora deciso fermamente per Dio, il Cui Regno non vede, l’altro lo circuisce con il suo regno il quale possiede per gli uomini molta più forza d’attrazione, perché tutto viene messo davanti ai loro occhi. Ma con la Parola di Dio viene indicato loro la temporaneità del terreno, con la Parola di Dio viene loro presentato come un cammino di vita può manifestarsi, quando viene utilizzato bene o male; tramite la Parola di Dio l’uomo viene ammonito ed avvertito. E può raggiungere con facilità la sua meta, se si fa della Parola di Dio il filo conduttore del suo pensare ed agire. Ma l’avversario di Dio cerca di impedire questo per non perdere ciò che gli appartiene. Egli sa che la Parola di Dio quale Verità eterna ha anche la Forza di influenzare giustamente gli uomini e che questi sono poi definitivamente perduti per lui. Perciò tutti i suoi sforzi sono rivolti ad impedire che gli uomini ricevano la Parola divina e per questo infonde loro la sensazione del rifiuto e loro l’ascoltano, perché contemporaneamente sono attirati dal mondo con i suoi beni. Chi si è già di più distaccato dalla materia, rivolge prima la sua attenzione al Regno spirituale, e si lascia anche prima catturare dalla Parola di Dio, anche se all’inizio non ha un desiderio cosciente per il Regno di Dio, ma accetta senza resistenza, e poi non mancherà nemmeno la sua influenza su di lui, perché la Parola di Dio cela in sé la Forza appena la resistenza è stata abbandonata. Nella fine del tempo si lotta per ogni singola anima, e l’avversario di Dio ha un gran sovrappeso, perché gli uomini stessi glielo accordano, perché sono materiali in una misura che tutto lo spirituale impallidisce per loro, che non esaminano prima, ma per questo non vogliono sapere del divino spirituale, perché devono allora mettere il mondo da parte, che però vale infinitamente di più per loro. Ma malgrado ciò la Parola di Dio è l’unica Salvezza per gli uomini, perché spiega a loro e dà contemporaneamente Luce e Forza, ma la libertà della loro volontà non viene toccata, e per questo l’uomo decide da sé a chi si rivolgersi. E così crea anche lui stesso il suo destino nell’Eternità.

Amen

Het werkzaam zijn van de tegenstander - Afweer tegen Gods Woord

Dat de mensen zich afwijzend gedragen tegenover Gods Woord is begrijpelijk, omdat de tegenstander Gods hen net zolang kan beïnvloeden al zij streven naar zijn rijk, dus door het verlangen naar aardse goederen, hem zelf de macht over zich toestaan, die hij goed gebruikt, doordat hij op hen invloed uitoefent tegen al het ware, lichtvolle, goede, zodat ze ook tegen het Woord Gods afweer opwerpen, Dat echter op aarde het meest waardevolle is, waarnaar ze zouden moeten streven.

De aardse wereld is nog het machtsgebied van de tegenstander van God, want ze bestaat uit het van God afgevallene, uit het in de aardse scheppingen, in de materie gebonden geestelijke, dat naar hun wil op de tegenstander Gods is gericht, alleen door deze niet kan worden gedwongen de wil van de tegenstander te vervullen. Maar de mens is in de staat van de vrije wil voor hem een geëigend object, dat hij nu aan zijn wil probeert te onderwerpen. Want hij wil, dat deze zich weer geheel en al op hem richt, dat hij zijn weerstand tegen God opnieuw laat blijken. En daar de mens nog zwak van wil is, daar hij nog niet voor God heeft beslist, Wiens rijk hij niet ziet, lokt de ander hem met zijn rijk, dat voor de mensen heel wat meer aantrekkingskracht bezit, omdat hem alles onder ogen wordt gebracht. Maar door Gods Woord worden ze gewezen op de vergankelijkheid van het aardse. Door Gods Woord wordt hen voorgehouden, wat de uitwerking van een levenswandel kan zijn, wanneer hij goed of verkeerd wordt gebruikt. Door Gods Woord wordt de mens gewaarschuwd en vermaand. En hij kan zijn doel met gemak bereiken, wanneer hij zich het Woord Gods tot richtsnoer van zijn denken en handelen maakt.

Maar dat tracht de tegenstander Gods tegen te gaan, om dat, wat van hem is, niet te verliezen. Hij weet, dat Gods Woord, als de eeuwige Waarheid, ook de kracht heeft de mensen juist te beïnvloeden en zij dan definitief voor hem verloren zijn. Daarom geldt zijn gehele inspanning steeds alleen, de mensen te verhinderen het goddelijke Woord in ontvangst te nemen. En daarom blaast hij hen het gevoel in om Het af te weren. En ze luisteren naar hem, omdat tegelijkertijd de wereld met haar goederen lokt.

Wie zich al meer van de materie heeft losgemaakt, richt zijn opmerkzaamheid eerder op het geestelijke rijk en hij laat zich door het Woord Gods ook eerder boeien, zelfs wanneer hij in het begin niet bewust het verlangen naar het rijk Gods heeft. Maar hij neemt zonder weerstand aan en het zal dan ook zijn uitwerking op hem niet missen, omdat het Woord Gods de kracht in Zich draagt, zodra de weerstand is opgegeven.

In de eindtijd wordt er om iedere afzonderlijke ziel geworsteld en de tegenstander Gods heeft groot overwicht, omdat de mensen hem dit toekennen, omdat ze dermate materieel zijn, dat al het geestelijke voor hen verbleekt, dat ze niet eerst onderzoeken. Integendeel, daarom al willen ze niets weten van het goddelijk geestelijke, omdat ze dan de wereld achter moeten stellen, die hen echter eindeloos meer waard is. En toch is het Woord Gods de enige redding voor de mensen, omdat het hen opheldering verschaft en tegelijkertijd licht en kracht. Maar de vrijheid van hun wil wordt niet aangetast en daarom beslist de mens zelf tot wie hij zich keert. En dus schept hij zich ook zelf zijn lot in de eeuwigheid.

Amen