• Indietro

La fede in Dio come Origine della Creazione

Io Sono l’Origine di tutte le cose e se volete negare l’Origine, non Mi riconoscete come la Forza creante e di conseguenza nemmeno la Mia potente Entità, la Quale può far sorgere da Sé ciò che vuole. Allora credete che tutto il Creato sia sorto da sé senza l’Intervento di una Potenza la Quale ha una Volontà. Quindi non credete nemmeno ad uno Scultore e Conservatore di ciò che vi è visibile, ma considerate la natura come anche ogni altra Creazione come prodotti, che sono sorti da sé stessi e che perciò non sono sottoposti ad una Potenza determinante, che quindi non vengono governati da nessuna Volontà. E questo punto di vista totalmente errato vi rende impossibile credere in un Essere Che sta in n abissalm contatto con ciò che ha creato tramite la propria Potenza e Forza, perché se non riconoscete l’Origine della Creazione, non cercherete nemmeno nessun contatto con il Creatore, quindi non Lo amerete né Lo temete e non lavorerete mai su di voi per avvicinarvi a Lui.

Con la fede vi manca anche l’amore ed anche la fede nella Verità, perché non invocate il Creatore del Cielo e della Terra, il Quale Solo può trasmettervi tutto ciò che vi manca. Senza la fede in Me non vi avvicinate alla Verità e credere in Me, significa riconoscere Me come Creatore del Cielo e della Terra, considerare voi stessi come Miei prodotti che sono indissolubili da Me persino, quando sembra che stiano isolati nella Creazione.

Io Sono da Eternità in Eternità e tutto ciò che è sorto da Me, è imperituro, quindi pure eterno nella sua sostanza ur. La forma visibile però non rimane sussistente in eterno, è peritura, anche se passano dei tempi infiniti finché tutto il visibile non si sarà spiritualizzato. Questa forma visibile è bensì peritura per l’occhio umano appena ne sfugge lo spirituale, per vivificare nuove forme visibili allo scopo del continuo sviluppo. Se Mi riconoscete come l’Origine di tutte le cose allora sapete anche, che tutta la Forza che è defluita da Me, deve rifluire a Me, che quindi la periturità apparente della Creazione è il processo di riconquista del creato, che non Mi ha voluto riconoscere come Creatore e Conservatore, che quindi ha isolato sé stesso ed ha cercato di spezzare il collegamento con Me.

Chi Mi riconosce, cerca anche di rimanere unito con Me; crede in Me e tramite la fede diventa sapiente. Lui sa che la Creazione, tutto il visibile, è soltanto il mezzo allo scopo, che però non rimane eternamente esistente, perché è solamente l’involucro dello spirituale immaturo che deve giungere alla maturità. Ma chi non ha nessun contatto con l’Infinito, chi riconosce bensì la Creazione ma non il suo Autore, il suo intelletto non sonderà mai l’Origine e la meta della Creazione. Si crede sapiente ed è cieco nello spirito. Ed il suo pensare è errato, gli manca la fede in Me come Creatore e Conservatore di tutte le cose, e senza questa fede non può collegarsi con Me e quindi nemmeno fondersi con Me come la Forza Primordiale, cosa che è l’ultima meta di tutto ciò che vi è visibile.

Amen

Het geloof in God als oorsprong van de schepping

De oorsprong van alle dingen ben Ik en als u de oorsprong wilt loochenen, erkent u Mij niet als scheppende kracht en bijgevolg ook niet als het machtige wezenlijke dat uit zich zelf kan voortbrengen wat het wil. U meent dan dat al het geschapene uit zichzelf is ontstaan zonder inwerking van een macht die een wil heeft. En dus gelooft u ook niet aan een vormgever en bewaarder van datgene wat voor u zichtbaar is. Integendeel, u beschouwt de natuur, evenals elke schepping, als producten die vanzelf zijn ontstaan en die daarom onder geen enkele Macht geplaatst zijn die ze bepaalt, die dus door geen enkele wil worden geregeerd. En deze geheel onjuiste mening maakt u onbekwaam te geloven in een Wezen dat in innigste verbinding staat met datgene wat Het door eigen macht en kracht heeft geschapen. Want als u de oorsprong van de schepping niet kent, zult u ook geen verbinding zoeken met de Schepper. Dus u zult Hem noch liefhebben, noch vrezen. En u zult ook nooit aan uzelf werken om dichter bij Hem te komen.

Het ontbreekt u met het geloof ook aan de liefde en bijgevolg ook aan de waarheid, want u roept de Schepper van hemel en aarde niet aan, die u alleen alles kan bezorgen wat u ontbreekt.

Zonder het geloof in Mij komt u niet dichter bij de waarheid. En geloven in Mij betekent Mij als Schepper van hemel en aarde erkennen, u zelf als voortbrengselen van Mij te zien, die onscheidbaar van Mij zijn, zelfs wanneer ze schijnbaar geïsoleerd in de schepping staan. Ik ben van eeuwigheid tot eeuwigheid. En alles wat uit Mij is, is onvergankelijk, dus eveneens eeuwig in zijn oer-substantie. De zichtbare vorm echter blijft niet eeuwig bestaan. Ze is vergankelijk, al gaan er ook eindeloze tijden voorbij, voordat al het zichtbare zich heeft vergeestelijkt. Deze zichtbare vorm is wel vergankelijk voor het menselijk oog, zodra het geestelijke daaruit wegvlucht om een nieuwe vorm te bewonen, met als doel zijn verdere ontwikkeling. Erkent u Mij als oorsprong van alle dingen, dan weet u ook dat alle kracht die van Mij is uitgegaan, naar Mij moet terugstromen. Dat dus de schijnbare vergankelijkheid van de schepping het proces is om het geschapene terug te krijgen, dat Mij als Schepper en Bewaarder niet wilde erkennen, dat dus zichzelf isoleerde en trachtte de verbinding met Mij te verbreken. Wie Mij erkent, probeert ook met Mij verbonden te blijven. Hij gelooft in Mij en hij wordt door het geloof wetend. Hij weet dat de schepping, het zichtbare, alleen middel is tot het doel, maar dat het niet eeuwig blijft bestaan, omdat het alleen het omhulsel is van het onrijpe geestelijke dat tot rijpheid moet komen. Maar wie geen voeling heeft met de oneindigheid, wie wel de schepping, maar niet haar Veroorzaker ziet, diens verstand zal nooit de oorsprong en het doel van de schepping doorgronden.

Hij meent wetend te zijn en is blind in de geest. En zijn denken is onjuist. Het geloof in Mij als Schepper en Bewaarder van alle dingen ontbreekt hem. En zonder dit geloof kan hij zich niet met Mij verbinden en bijgevolg ook niet in Mij als de Oerkracht opgaan, wat het uiteindelijke doel is van al datgene wat voor u zichtbaar is.

Amen