Dio nel Suo infinito Amore ha deciso di fermare la retrocessione spirituale dell’umanità e per questo Si serve della volontà invertita degli uomini, cioè quello che gli uomini fanno sotto l’influenza dell’avversario, Dio lo fa diventare la causa di indicibile sofferenza ed amara miseria per agire sullo stato spirituale degli uomini. L’umanità non ritrova più la via del ritorno a Dio ed è nel più grande pericolo di essere totalmente dominata dall’avversario. E questo determina Dio all’Intervento da Parte Sua che ha un effetto terreno estremamente grave, ma in riferimento spirituale può portare una Benedizione all’umanità. Dov’è la sofferenza, là si manifesta sempre l’Amore di Dio, benché questo non sia comprensibile per gli uomini. La Terra dev’essere la stazione di formazione dello spirito e lo è anche, appena la vita terrena contribuisce a mettere l’anima in un grado di maturità di cui ha bisogno per la Vita nell’Eternità. Ma gli uomini possono anche rimanere totalmente non impressionati dall’esperienza terrena e questo è poi il caso quando non hanno nessuna fede in una Vita dopo la morte, quando considerano la vita terrena solo come scopo a sé stesso e trascurano totalmente il lavoro sull’anima. Allora la loro vita terrena è stata vissuta invano e questa vita terrena inutilizzata non può mai essere recuperata o pareggiata e l’effetto di una tale vita terrena ha delle conseguenze così gravi, che Dio ha Compassione con queste anime e vorrebbe assisterle prima che sia troppo tardi. E la Sua Assistenza è apparentemente un’Opera di crudeltà e comunque deciso dal Suo ultragrande Amore sin dall’Eternità. Dio distrugge apparentemente per salvare. Egli fa sorgere ciò che gli uomini vedono come Opera di distruzione, cosa che però in realtà ha per scopo un’edificazione spirituale, un progresso spirituale che però per l’uomo dipende dalla sua libera volontà, ma che è certo per innumerevoli esseri che sono ancora sottosviluppati, cioè che stanno all’inizio della loro carriera terrena. Perché a costoro è data con ciò la possibilità per uno sviluppo verso l’Alto e perciò l’Intervento di Dio verrà salutato gioiosamente da loro, dato che vengono liberati da una prigionia infinitamente lunga nella forma solida. L’Amore di Dio vuole assistere ogni essenziale, sia quello che si trova ancora all’inizio dello sviluppo come anche lo spirituale già più maturo che è nel massimo pericolo di non superare la prova della vita terrena. E perciò l’avvenimento in arrivo è inevitabile per quanto abbia l’effetto di sofferenza, perché esiste ancora la possibilità che gli uomini giungano alla conoscenza e che vengano salvati dall’eterno naufragio, perché l’Amore di Dio lotta per ogni anima finché dimora sulla Terra, affinché le rimanga risparmiata l’indicibile sofferenza nell’aldilà.
Amen
TraduttoreGod heeft in Zijn eindeloze liefde besloten om de geestelijke achteruitgang van de mensheid een halt toe te roepen en Hij bedient Zich daartoe van de verkeerde wil van de mens. Dat wil zeggen dat dat, wat de mensen onder invloed van de tegenstander doen, God tot oorzaak laat worden van het onnoemelijke leed en de bittere nood om op de geestelijke toestand van de mens in te werken. De mensheid vindt de weg naar God niet meer terug en ze verkeert in het grootste gevaar om geheel door de tegenstander overheerst te worden.
En dit brengt God tot een ingreep van Zijn kant, die aards weliswaar uiterst verstrekkende gevolgen heeft, maar in geestelijk opzicht zegen brengend voor de mensheid kan zijn. Waar leed is, daar komt steeds de liefde van God tot uiting, ofschoon dit voor de mens niet begrijpelijk is. De aarde moet het vormingsstation van de geest zijn en dat is ze ook, zodra het aardse leven eraan bijdraagt om de ziel in die rijpheidsgraad te brengen, die ze nodig heeft voor het leven in de eeuwigheid.
Maar de mensen kunnen geestelijk ook volledig niet onder de indruk raken van de aardse belevenissen en dit is dan het geval, als ze geen geloof hebben in een leven na de dood. Als ze het aardse leven alleen maar als een doel op zichzelf beschouwen en het werk aan de ziel geheel verwaarlozen. Dan is hun aardse leven vergeefs geleefd en deze ongebruikte aardse tijd kan nooit ingehaald of goedgemaakt worden en het effect van zo’n aards leven heeft zulke verstrekkende gevolgen, dat God medelijden heeft met deze zielen en hen zou willen helpen, voordat het te laat is.
En Zijn hulp is schijnbaar een werk van wreedheid en toch sinds eeuwigheid door Zijn enorme liefde besloten. God vernietigt schijnbaar om te redden. Hij laat gebeuren, wat de mensen als vernietigingswerk beschouwen, maar wat in werkelijkheid een geestelijke opbouw op het oog heeft. Een geestelijke vooruitgang, die wel van de vrije wil van de mens afhankelijk is, maar voor talloze wezens, die nog onontwikkeld zijn, dat wil zeggen aan het begin van hun aardse gang staan, zeker is. Want aan deze is daardoor de mogelijkheid van een opwaartse ontwikkeling gegeven en de ingreep van God wordt door hen met vreugde begroet, omdat ze toch uit een eindeloos lange gevangenschap in de vaste vorm bevrijd zijn.
De liefde van God wil al het wezenlijke helpen, zowel degenen die aan het begin van hun ontwikkeling staan alsook degene die al geestelijk rijper is en in het gevaar verkeert zijn proef tijdens het aardse leven niet te doorstaan. En daarom is het komende gebeuren onafwendbaar, hoe smartelijk de uitwerking ook zal zijn, want nog bestaat de mogelijkheid, dat de mensen tot het besef komen en ze gered worden van de eeuwige ondergang. Want Gods liefde strijdt om elke ziel, zolang ze op aarde verblijft, opdat haar onnoemelijk leed in het hiernamaals bespaard blijft.
Amen
Traduttore