Svakome će se pomoći u skladu s njegovom vjerom.... [[(Oni)]] ljudi koji dopuštaju da u njima govori Moj Duh, koji znači putem duboke povezanosti sa Mnom gledaju sjediniti svoju duhovnu iskru sa Duhom Oca, ti stoje u vjeri, čak kad su u doba zemaljske nevolje slabi i malodušni i Meni se tjeskobno obraćaju za pomoć. Molitva Meni je znak vjere, no zemaljska nevolja često pritišće tijelo do jedne mjere da ona prevlada nad dušom i ovu naizgled svlada. Pa je čovjek tada tjeskoban i obeshrabren, no njegova vjera nije odumrla, jer ona duša, koja Me je jednom pronašla, u nevolji će se uvijek držati Mene i tako dokaz[[(iv)]]ati svoju vjeru. A njoj Ja dolazim u pomoć.
Slaba vjera je kad čovjek u vremenima nevolje dvojbi Mene i Moju moć, kad je u opasnosti da više ne uvažava duhovno [[(stvari od duha)]], i svijetu daje veću moć i veća prava. Tada je vjera u ozbiljnoj opasnosti, i tad Ja ni ne mogu očigledno nastupiti putem čudnovate pomoći, pošto bih Ja tada vjeru prisiljavao, što je međutim za dušu čovjeka štetno. No ako se čovjek svakodnevno bori za Moju očinsku Ljubav, ako se neprestano preporučuje Mojoj Ljubavi i Milosti i preda Me iznosi sve svoje brige i nevolje, on se nalazi u dubokoj vjeri, i on jedino mora pokušati što je moguće više ušutkati tijelo, tj. obraćati manje pažnje na zemaljske teškoće i s punim povjerenjem ih nabaciti na Mene.
On mora pokušati dopustiti da se samo duša izrazi, znači putem nje slušati glas Duha, koji je zračenje Moje Ljubavi koja mu sigurno donosi snagu kako bi zagospodario i nevoljama tijela. Jer onome koji vjeruje biti će pružena pomoć, pošto Ja Moje ne ostavljam u nevolji, samo ako Me zazovu za pomoć.... I što manje pažnje oni poklanjaju nevoljama tijela, toliko manje će ih one tlačiti, a snaga vjere je.... sve zemaljske brige prepustiti Meni i u duševnom miru čekati Moju pomoć....
Ljubav prema Mojim stvorenjima uvjetuje Me na to da im neprestano pružam pomoć, a pogotovo onda kad se oni nalaze u duhovnoj nevolji. A duhovna nevolja toliko je veća što su oni više udaljeni od Mene, i znači bez vjere su. A tada ih zemaljska nevolja mora jako stisnuti, kako bi Me pronašli.... A tko je pronašao Mene, tko Moju Ljubav svjesno žudi i dakle vjeruje u Mene, u Moju Ljubav, Mudrost i svemoć, taj više ne treba teže odgojne mjere u toj mjeri kao onaj bez vjere, i njemu se Ja radi pomoći mogu približiti u svako doba. Te će njegova sudbina na Zemlji biti lakša, iako ni on neće biti skroz pošteđen bližnjih radi i radi pročišćavanja vlastite duše. No Ja sam neprestano spreman pomoći, ako se njegov zov iz srca uzdigne k Meni....
Pa stoga uvijek dopustite Mome Duhu da vam se obraća, i u zemaljskoj nevolji slušajte glas Duha u vama, tj. u mislima se duboko povezujte sa Mnom i osluškujete Moj glas, koji ce vas tješiti i davati vam snagu, koja vam vraća unutarnji mir ako postoji prijetnja da ga izgubite, i koji vam daje i zemaljske savjete ako su vam oni potrebni. Jer ako vi sa Mnom ostanete povezani, ne može vam se približiti ništa što bi vam štetilo, pošto vas Moja blizina uvijek štiti od djelovanja sila tame, jer tamo gdje je svjetlo nikada ne može biti tama i tamo gdje sam Ja, neprijatelj vaše duše nikada nema pristupa. I duboko si urežite to da Ja mogu odagnati svaku nevolju, a ako vi duboko i neuzdrmljivo u to vjerujete, Moja pomoć vam je osigurana.... Borite se za snažnu vjeru, molite za nju bez prestanka, tada će svaka nevolja biti daleko od vas, jer ste ju vi sami uspjeli odagnati uz pomoć Moje snage, koju vam daje snažna vjera....
AMEN
TranslatorEn ieder wordt geholpen naar zijn geloof. De mensen die Mijn Geest in zich laten spreken, die dus door innige verbinding met Mij hun geestvonk trachten te verenigen met de Vadergeest, staan vast in het geloof, zelfs wanneer ze ten tijde van aardse nood zwak zijn en moedeloos en Mij angstig om hulp vragen. Het gebed tot Mij is een teken van het geloof. De aardse nood echter brengt vaak het lichaam in het nauw in een dergelijke mate, dat hij overmacht verkrijgt over de ziel en deze schijnbaar overweldigt. En dan is de mens angstig en moedeloos, maar zijn geloof is niet opgehouden. Want de ziel die eens de weg naar Mij heeft gevonden, zal zich altijd aan Mij vasthouden in de nood en dus haar geloof bewijzen. En haar kom Ik te hulp.
Het is een zwak geloof, wanneer de mens in tijden van nood twijfelt aan Mij en Mijn macht, wanneer hij in gevaar is het geestelijke niet meer te laten gelden en de wereld sterkere macht en rechten toekent. Dan is het geloof echt in gevaar en dan kan Ik Me ook niet klaarblijkelijk openbaren door wonderbare hulp, omdat Ik dan het geloof zou afdwingen, maar dit voor de ziel van de mens schadelijk is.
Maar wanneer de mens dagelijks om Mijn Vaderliefde worstelt, wanneer hij zich voortdurend aan Mijn liefde en genade toevertrouwt en in het gebed Mij al zijn zorgen en noden voorlegt, heeft hij ook een diep geloof. En hij moet alleen proberen het lichaam zoveel mogelijk het zwijgen op te leggen, dat wil zeggen: hij moet aan de aardse benauwenissen minder aandacht schenken en ze Mij geheel gelovig voorleggen. Hij moet proberen de ziel alleen te laten spreken, dus door de stem van de Geest de uitstraling van Mijn liefde te vernemen, die hem zeker kracht oplevert om ook over de benauwenissen van het lichaam meester te worden. Want de gelovige zal worden geholpen, omdat Ik de mijnen niet in nood laat, wanneer ze Mij aanroepen om hulp.
En hoe minder aandacht ze schenken aan de noden van het lichaam, des te minder zullen deze hen bezwaren. En dat is de kracht van het geloof: alle aardse zorgen aan Mij overlaten en in gemoedsrust op Mijn hulp wachten. De liefde voor Mijn schepselen zet Me er toe aan hun voortdurende hulp ten deel te laten vallen, in het bijzonder als ze zich in geestelijke nood bevinden. En de geestelijke nood is des te groter, hoe verder ze van Mij verwijderd zijn, dus ook zonder geloof zijn. En dan moet de aardse nood hard op ze drukken, opdat ze de weg naar Mij vinden.
Maar wie de weg naar Mij heeft gevonden, wie bewust Mijn liefde begeert en dus in Mij gelooft, in Mijn Liefde, Wijsheid en Almacht, die heeft geen harde opvoedingsmiddelen meer nodig in die mate, zoals de ongelovige, en hem kan ik altijd helpend naderbij komen. En zijn lot op aarde zal lichter zijn, ofschoon hij er ook niet geheel vrij van kan blijven wegens de medemensen en tot loutering van de eigen ziel. Maar steeds ben Ik tot hulp bereid, als zijn roep uit het hart naar Mij opstijgt.
Laat dus daarom Mijn Geest voortdurend tot u spreken. Luister ook in aardse nood aandachtig naar de stem van de Geest in u, dat wil zeggen: verbind u in gedachten innig met Mij en luister naar Mijn stem, die u zal troosten en kracht geven, die u de innerlijke vrede teruggeeft als u deze dreigt te verliezen en die u ook aardse raadgevingen doet toekomen als u deze nodig hebt. Want als u met Mij verbonden blijft, kan er niets op u afkomen wat u schaadt, omdat Mijn nabijheid u altijd behoedt voor het werkzaam zijn van de krachten der duisternis. Want waar het licht is kan nooit de duisternis zijn. En waar Ik ben heeft nooit de vijand van uw ziel toegang.
En prent u goed in, dat Ik elke nood kan verdrijven. En als u daar diep en onwankelbaar in gelooft, is Mijn hulp voor u zeker. Worstel om een sterk geloof. Bid daar zonder ophouden voor. Dan blijft elke nood ver van u, omdat u zelf in staat bent hem te bezweren met Mijn kracht, die u een sterk geloof oplevert.
Amen
Translator