Cuando el estado del alma es tan bajo que ya no reconoce el Amor de Dios, hay evidencia de que su consideración era terriblemente escaso y no se le ofreció nada para su fortalecimiento, que lo necesita.
Es el hombre de increíble incomprensión de todas las cosas mentales, no se impresiona, porque todo su pensamiento se aplica solo a la vida terrenal.
Pero el alma no es reconocida y por lo tanto tampoco considerada. Todo el sentimiento del hombre gira en torno a objetivos puramente terrenales, por lo que el alma es forzada a servir al cuerpo, ya que todo pensamiento, sentimiento y voluntad solo sirven para su preservación y el alma sufre de manera indescriptible, porque esto no es muy beneficiosa para el alma.
La paz interior, la conciencia de ser origen divino.... El deseo de unión con Dios, que condonaría tan indescriptiblemente el alma, echa de menos por completo, es como una servidora esclavizada y solo tiene que hacer lo que el cuerpo demanda y más y más se aleja de objetivo real... La unión con Dios.
Debido a que el cuerpo lo reclama por completo, se vuelve cada vez más mundano y pierde toda conexión con Dios y esa es su caída y su ruina.
Amén
TraductorWanneer de staat van de ziel zo gering is, dat ze de liefde van God niet meer herkent, dan is het bewijs gegeven, dat ze ontzettend karig bedacht werd en haar niets ter versterking, wat ze nodig had, aangeboden werd. De mens heeft ongelooflijk weinig begrip voor al het geestelijke. Hij raakt niet onder de indruk, want al zijn denken betreft louter het aardse leven. Maar de ziel wordt niet erkend en dus ook niet bedacht.
Het gehele voelen van de mens draait om puur aardse doelen. Daarom is de ziel gedwongen om het lichaam te dienen, doordat al het denken, voelen en willen slechts de instandhouding van het lichaam dienen mag en de ziel onuitsprekelijk lijdt, omdat dit maar weinig nuttig voor haar is.
De innerlijke vrede, het bewustzijn van goddelijke afkomst te zijn, het verlangen naar de vereniging met God, dat de ziel zo onnoemelijk gelukkig zou maken, ontbreekt haar volkomen. Ze is als een onderdrukte dienares en moet nu steeds alleen doen, wat het lichaam verlangt en steeds verder verschuift het eigenlijke doel, de vereniging met God. Want omdat het lichaam haar geheel voor zichzelf opeist, wordt ze steeds wereldser en verliest ze elke verbinding met God en dat is haar ondergang en haar verderf.
Amen
Traductor