Compare proclamation with translation

Other translations:

Reunion and associations in the beyond....

When souls which had been united in love on earth meet again in the spiritual kingdom they can unite and work together if they have the same degree of maturity.... otherwise one partner has to strive for the same degree which, however, will be eagerly supported by the other. And then both souls will be supremely happy to be able to create and work together, although their sphere of activity is now entirely different than on earth. The spiritual bond delights the soul far more than the earthly one, they are remarkably helpful and of service to the still unhappy beings, which are now recognised and loved as brothers by the more mature souls, and therefore everything is done to deliver them from their wretched situation. And for this reason they care especially lovingly for souls which had been close to them on earth and entered the kingdom of the beyond in a still immature state.... The already mature soul can indeed recognise its lifetime partner in the beyond, but he will be unable to see the former and often wanders about in desperate search for his loved ones....

Especially the desire to see their loved ones again is a significant factor for attaining maturity of soul, for the desire draws the loved beings close to the soul, which then will tirelessly endeavour to bring it to the degree of maturity which will at last result in a reunion, even if it is just for a short period of time. Then it will strive ever more eagerly to reach perfection. It is, however, lamentable, if two souls, having been closely united by love on earth, enter the spiritual realm in a state of darkness.... if they so disbelief in a continuation of life that it would not occur to them wanting to see the other one again. Such souls will not meet each other and thus wander about feeling incredibly lonely. And even if they think of the one they had loved on earth, he nevertheless cannot make himself noticeable because he is wandering about like a shadow himself, unable to see or recognise other souls. Yet the souls of light are also taking care of these.... But they hardly can get through to them due to their unbelief.... They don't accept any advice to improve their state, they are completely lethargic, and only the thought of people they once loved is keeping them alive. Yet the love which thus united two people on earth is also a blessing for them in the beyond.... because a soul of light is capable of awakening in the soul a beneficial wish for the other, and this loving thought in itself can already ignite, irrespective to which level this wish relates, but it can be unselfish and therefore provide strength. And this strength subsequently expresses itself such that the soul will listen to the light beings' instructions, whose advice promises to be beneficial for the soul which is loved.

Immature souls still remain in the vicinity of earth, hence they merely feel separated but not as having passed away from earth, hence they try to overcome the apparently spatial separation and as a result also accept the advice of spiritual friends. And it is a great blessing if such souls are also granted intercession by people, as it will have a comforting influence on them and the gift of strength will result in a transmission of light, so that their thinking begins to become clear and realisation will gradually dawn on them. But they will never be able to experience the happiness of a reunion as long as they have not found Jesus Christ.... All efforts by the beings of light are leading towards motivating them to turn to Jesus Christ for help.... For the state of darkness is the state of the unredeemed, the state of those who have entered the kingdom of the beyond without Jesus Christ and who therefore have to find Him there first of all. Love can also prompt a soul to appeal to Jesus Christ that He might take care of its adversity; and if such an appeal on behalf of the other soul is rising up to Him, He will truly consider this love with kindness.... then these souls will be approached by loyal helpers on His instruction.... And even these souls will be allowed to experience a reunion on day, and they will praise and thank the One Who had delivered them from their hardship....

Amen

Translator
Translated by: Heidi Hanna

Weerzien en betrekkingen in het hiernamaals

Wanneer de zielen die op aarde met elkaar waren verbonden elkaar tegenkomen in het geestelijke rijk, dan kunnen ze zich aaneensluiten om gezamenlijk te werken, wanneer de graad van hun rijpheid gelijk is. Anders moet dezelfde graad van rijpheid worden nagestreefd door de ene partner, waarbij hem echter de andere vol ijver behulpzaam is. En dan zijn beide zielen vervuld van de hoogste gelukzaligheid, samen te kunnen scheppen en werken, ofschoon hun arbeidsterrein nu een heel andere is dan op aarde. De geestelijke verbondenheid maakt de ziel heel wat meer gelukkig dan de aardse het kon. Het is een buitengewoon helpen en dienen tegenover de wezens die nog ongelukkig zijn, maar die nu door de rijpere zielen als broeder worden herkend en bemind en er daarom alles gedaan wordt om dezen uit hun ongelukkige toestand te redden. En daarom geldt de zielen die op aarde nauwe betrekkingen met hen hadden en nog niet rijp geworden het rijk hierna binnengingen, ook heel bijzondere liefdevolle zorg.

De al geheel rijpe ziel kan wel haar levenspartner herkennen in het hiernamaals, maar deze ziet de eerstgenoemde niet en dwaalt vaak vertwijfeld rond op zoek naar zijn geliefden. Juist het verlangen de geliefden terug te zien is een grote factor voor het verkrijgen van de rijpheid van de ziel. Want het verlangen trekt ook de geliefde wezens in haar nabijheid, die nu onophoudelijk hun best doen dat ze die graad van rijpheid bereikt die haar eindelijk een weerzien oplevert, al is het ook voor korte tijd. Dan streeft ze steeds ijveriger haar voltooiing na.

Maar het is erg wanneer twee zielen die op aarde in innige liefde samen waren, het geestelijke rijk betreden in de toestand van duisternis en wanneer ze zo weinig in een verder leven geloven, dat in hen de gedachte niet opkomt één van hen die hun voorafgegaan was, weer te willen zien. Zulke zielen ontmoeten elkaar niet en dwalen dus in de grootste eenzaamheid rond. En of ze ook aan diegene denken die ze op aarde lief hadden, dan kan deze zich toch niet aan hen kenbaar maken omdat hij zelf maar als een schaduw rondzweeft die andere zielen niet ziet en herkent. Maar ook over hen ontfermen zich de zielen van het licht. Doch ze krijgen moeilijk toegang vanwege hun volledig ongeloof. Ze nemen geen raadgevingen aan om voor zichzelf hun toestand te verbeteren. Ze zijn geheel apathisch en alleen de gedachte aan die mensen waar ze eens nauwe banden mee hadden, doet hen opleven.

Maar de liefde die dus twee mensen op aarde met elkaar verbond, levert hun ook in het hiernamaals zegen op, omdat zo’n ziel in staat is een wens ten beste van de andere in haar op te wekken en deze liefdevolle gedachte al succes kan hebben, om het even op welk niveau deze wens ligt. Maar hij kan onbaatzuchtig zijn en daarom kracht gevend. En de kracht komt nu daarin tot uitdrukking, dat de ziel gehoor schenkt aan de onderrichtingen van de lichtwezens die haar nu raad geven waarvan ze voordeel verwachten voor de ziel die ze liefheeft.

Onrijpe zielen bevinden zich nog steeds in de nabijheid van de aarde. Ze voelen zich dus alleen gescheiden maar niet afgezonderd van de aarde en ze proberen daarom de in hun ogen ruimtelijke scheiding te overwinnen en nemen de raadgevingen van geestelijke vrienden daarom ook aan. En het is van grote zegen wanneer zulke zielen ook nog voorspraak van de kant van de mensen wordt geschonken, die ze als weldadig ervaren en waarbij het doen toekomen van kracht een uitwerking heeft in toevoer van licht, zodat hun denken helderder wordt en ze langzaam tot inzicht komen. Maar ze zullen nooit het geluk van een weerzien kunnen verkrijgen, zolang ze nog niet de weg naar Jezus Christus hebben gevonden.

Alle inspanningen van de lichtwezens zijn erop gericht hen ertoe te brengen zich tot Jezus Christus te wenden om hulp. Want de toestand van duisternis is de toestand van het niet verloste. De toestand van hen die zonder Jezus Christus het rijk hierna binnengingen en die daarom op de eerste plaats Hem daar boven moeten vinden. De liefde kan een ziel er ook toe aanzetten Jezus Christus aan te roepen, opdat Hij zich nu moge bekommeren om hun nood. En wanneer zo’n smekend roepen nu voor de andere ziel tot Jezus Christus opstijgt, dan ziet Hij deze liefde waarlijk met welgevallen aan. Dan naderen getrouwe helpers die zielen in Zijn opdracht. En eens zullen ook deze zielen een weerzien mogen beleven en ze zullen Hem loven en danken Die hen uit hun nood bevrijdde.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte