Compare proclamation with translation

Other translations:

Drying up of the divine source of power through resistance....

Anyone who resists the divine working forfeits an indescribable grace, for he rejects God Himself Who wants to impart His strength to the human being. The influx of divine strength is not felt by the body to the same extent as it is felt by the soul, indeed, the body is often even forced to renounce earthly pleasures and rebels against it, i.e, the soul is pushed towards the spiritual within itself by divine strength, while the body likewise demands its devotion to itself, and thus the human being is in a battle with himself, and now the will must not waver, the body must not gain supremacy, for it would mean the loss, the drying up of the flow of strength from God and endanger the soul extremely and bring about its spiritual standstill or decline. The human will cannot be forced, and therefore it must decide for itself; it must release the soul of its own accord, it must support its desire to make contact with the spiritual, but it must not let the body speak first.... He must not simultaneously flirt with the world and force the soul to participate in the desires of the body. The influx of spiritual strength can in turn only be consciously requested, and the desire for the world often prevents people from asking for spiritual good. And so the human being resists a gift from above, he does not receive it gratefully but only reluctantly, and this quiet resistance results in the divine source of strength drying up, and the human being is subsequently in a pitiable state.... he seeks worldly pleasures and does not find them. But he does not desire spiritual good, and therefore it cannot be offered to him. And even if life passes by without deep excitement, he finds no satisfaction in it, he sees nothing beautiful in it, because he is poor in spiritual good, but has already experienced its gracious effect. A person should sincerely and humbly request the strength from God, but every rejection is a resistance to this strength and therefore God withdraws it, resulting in emotional hardship but never in spiritual progress....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Het opdrogen van de goddelijke krachtbron door verzet

Degene die zich tegen het goddelijke werkzaam zijn verzet, verspeelt een onnoemelijke genade, want hij wijst God Zelf af, Die Zijn kracht aan de mensen geven wil. De toestroom van goddelijke kracht is voor het lichaam weliswaar niet in die mate gewaar te worden, zoals de ziel het ervaart. Het lichaam wordt er daardoor immers zelfs toe gebracht zich gedwongen aardse vreugden te ontzeggen en deze verzet zich daartegen. Dat wil zeggen dat de ziel door de goddelijke kracht naar het geestelijke in zich geduwd wordt, terwijl het lichaam eveneens een toewijding aan haar eist en zodoende staat de mens in strijd met zichzelf en de wil mag nu niet aan het wankelen gebracht worden. Het lichaam mag niet de opperheerschappij verkrijgen, want het zou schade, het opdrogen van de krachtstroom uit God, betekenen en de ziel in gevaar brengen en haar geestelijke stilstand of achteruitgang opleveren.

De menselijke wil kan niet gedwongen worden en daarom moet hij zelf beslissen. Hij moet uit eigen beweging de ziel vrijlaten. Hij moet haar verlangen om zich met het geestelijke in verbinding te stellen, ondersteunen, maar hij mag het lichaam niet voor zich laten spreken. Hij mag niet tegelijkertijd zijn zinnen zetten op de wereld en de ziel dwingen om deel te nemen aan de begeerten van het lichaam.

De toestroom van geestelijke kracht kan weer alleen maar gevraagd worden en het wereldse verlangen hindert de mensen vaak om te vragen om geestelijke goederen. En zodoende verzet de mens zich tegen dit geschenk van boven. Hij neemt deze niet dankbaar in ontvangst, maar met tegenzin en deze weerstand heeft het opdrogen van de goddelijke krachtbron tot gevolg en de mens bevindt zich later in een betreurenswaardige toestand. Hij zoekt wereldse vreugden en vindt deze niet. Maar hij verlangt niet naar geestelijke goederen en deze kunnen hem daarom niet aangeboden worden.

En ofschoon het leven ook zonder diepe opgewondenheid voorbijgaat, vindt hij geen bevrediging in het leven. Hij ziet er niets moois in, want hij is arm aan geestelijke goederen, maar hij heeft eerder al diens genadevolle werking leren kennen. De mens moet innig en deemoedig om de kracht uit God vragen, maar elk afwijzen is een weerstand tegen deze kracht en zodoende trekt God deze kracht terug en het gevolg daarvan is nood van de ziel, maar nooit geestelijke vooruitgang.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling