God has often denied the human being the gift of speech in order to make him small and humble, for an exceptionally well-developed gift of speech will usually also make the human being arrogant. It is also a work of the adversary that he often makes the eloquent person submissive to his will and then uses him as a representative of everything that is directed against God. For a good speaker will find considerably more followers than a person who lacks the words to make his opinion known. The man who lacks words, on the other hand, will usually think more deeply, and thus the pure truth will also be more easily recognized by him, while the eloquent man speaks more superficially about everything that moves him and, since he likes to hear himself speak, uses his eloquence to talk ramblingly about trivial matters, so that his speeches are of no particular value. A certain self-love is often to be found in such people, and therefore they will never accept other people's opinions, but will only be satisfied if their opinion is recognized. And that is why they talk incessantly, to please themselves, but without conveying anything of value to their fellow human beings. If they wanted to use their gift of oratory by speaking for the lord, spreading the teachings of Christ and helping erring souls onto the right path, then they would use God's gift properly and it would only bring blessings for humanity and for the speaker himself. But precisely such people want to hear little of this and are more willing to speak against what is God's will, for where self-love is represented there is a lack of realization of the truth and they are therefore of little faith, which is why they cannot represent with conviction what they themselves do not understand and therefore do not believe. And therefore God has to awaken people and give them the gift of speech so that they should stand up for Him and His name and confess God's activity in the world. And these will speak according to His will, they will fight with the sword of their mouth, and their gift of speech will convince people because arrogance no longer speaks from those proclaiming the divine will but their wisdom was received in deepest humility of heart. And so the value of the spoken word can be recognized by whether humility or arrogance speaks from the speaker, and the effect on fellow human beings will be accordingly. The blind and ignorant will accept the speech of the arrogant, but those who see, to whom the light of the spirit already shines, will recognize divine truth if it is offered to them by speakers who want to serve God. If a person wants to pass on the word of God to his fellow human beings he will be able to speak as if with the tongues of angels, the words will be put into his mouth, as it were, and he will be able to speak like the greatest speakers and represent what he speaks to people with full persuasiveness. And thus the gift of speech can serve to reproduce the adversary's whisperings, but it can also be a divine gift of grace in order to represent divine wisdom. And the characteristic of both speakers will be love for one's neighbour or self-love....
Amen
TranslatorGod heeft de mens de gave om te spreken vaak onthouden om hem klein en bescheiden te laten blijven, want een buitengewoon goed ontwikkeld redenaarstalent zou de mensen meestal ook arrogant laten worden. Het is ook een werkzaam zijn van de tegenstander, dat hij de welbespraakte mens vaak meegaand maakt met zijn wil en hij hem dan gebruikt als voorvechter van alles, wat tegen God gericht is. Want een goede spreker zal aanzienlijk meer aanhangers vinden dan een mens, die het aan woorden ontbreekt om zijn mening bekend te maken.
De mens daarentegen, die arm aan woorden is, zal meestal diepere gedachten hebben en zodoende zal ook de zuivere waarheid gemakkelijker door deze mens herkend worden, terwijl de welbespraakte mens oppervlakkiger spreekt over alles wat hem beweegt en, omdat hij zichzelf graag hoort spreken, zijn welbespraaktheid ervoor gebruikt om uitvoerig over onbelangrijke zaken te spreken, dus aan zijn spreken kan geen bijzondere waarde toegeschreven worden. Bij zulke mensen is vaak een zekere eigenliefde aan te treffen en daarom zullen ze ook nooit de mening van andere mensen goedvinden, maar enkel tevredengesteld zijn, wanneer met hun mening ingestemd wordt.
Als ze hun redenaarstalent zouden willen gebruiken door voor de Heer te spreken om de leer van Christus te verspreiden en dwalende zielen op de juiste weg te helpen, dan zouden ze het geschenk van God goed gebruiken en het zou enkel zegen brengen voor de mensheid en voor de spreker zelf. Maar juist daar willen zulke mensen weinig over horen en ze zijn eerder bereid om te pleiten tegen dat, wat Gods wil is. Want waar de eigenliefde de plaats ingenomen heeft, daar ontbreekt het inzicht in de waarheid. En ze zijn daarom weinig gelovig, omdat ze ook niet met overtuiging kunnen opkomen voor dat, wat ze zelf niet begrijpen, dus ook niet geloven.
En daarom moet God mensen opwekken en hun de gave van het spreken schenken, zodat ze voor Hem en Zijn naam opkomen en in de wereld van Gods werkzaam zijn getuigenis afleggen. En deze mensen zullen volgens Zijn wil spreken. Ze zullen met het zwaard van hun mond strijden en hun redenaarstalent zal de mensen overtuigen, omdat er niet met verwaandheid gesproken wordt door degenen, die de goddelijke wil bekendmaken, maar wier wijsheid in de diepste deemoed van het hart ontvangen wordt.
En zodoende is hier de waarde van het gesproken woord aan te herkennen, of de redenaar vanuit deemoed of verwaandheid spreekt en zo zal ook het effect op de medemensen zijn. De blinden en onwetenden zullen de praatjes van degenen, die verwaand zijn, accepteren, maar degenen die zien, voor wie het licht van de geest al straalt, zullen de goddelijke waarheid herkennen, als deze hun aangeboden wordt door sprekers, die God willen dienen.
Als de mens het woord van God aan de medemensen door wil geven, dan zal hij als met engelentongen kunnen spreken. De woorden worden hem als het ware in de mond gelegd en hij zal in staat zijn om net als de grootste sprekers de woorden te gebruiken en met volle overtuiging dat verdedigen, wat hij tot de mensen spreekt.
En zodoende kan de gave van het spreken ervoor dienen om de influisteringen van de tegenstander weer te geven, maar ze kan ook een goddelijk genadegeschenk zijn om goddelijke wijsheden te verdedigen. En het kenmerk van beide sprekers zal de liefde voor de naaste of de eigenliefde zijn.
Amen
Translator