Individual people's views of life are very different, because they are always the product of the individual's spiritual direction. However, the human being will undoubtedly take an affirmative attitude towards life, i.e. regocnize it as somehow meaningful, if he regards himself as a creature which has a task on earth. The human being, however, to whom it seems unacceptable that all creation is a means to an end and that he, as a human being, is effectively the cause of every work of creation, will find the whole of life pointless, and the thought of being able to end his earthly life on his own authority is pleasant to him because he takes offence at all those events and sufferings which are imposed on people from above. He has no real evidence for the assumption that his soul's life ends with bodily death, and yet he accepts this with such certainty that he organizes his life on earth accordingly, that is, he lives without any sense of responsibility because he considers it impossible that he will ever have to answer for it. He has no real evidence and yet presupposes this assumption for his life on earth. His view of life is based on the assumption of non-existence after death. He has no motivation, no faith that teaches him to think differently. Only irrefutable evidence of life after death would change his previous view of life, but this cannot be given to him because such an awakened belief would have no value before God.... So he cannot receive positive knowledge about the soul's continued existence, he just has to 'believe' the teachings about it, he has to bring himself to this belief, for which he has sufficient means at his disposal. Only when he has gained this conviction does his view of life begin to waver. He will now make comparisons, he will no longer want to regocnize that which he had previously advocated, he will welcome a change in external living conditions which will help him to completely abandon his wrong opinions and to view earthly life completely differently. And thus the willing person struggles through it himself if only he pays attention to this problem, which stimulates him to solve and thus inspires him to spiritual research. Once the human being has overcome this obstacle the danger is over for him, for now his thoughts will always be directed towards eternal truth and he will now also accept earthly life devotedly and patiently, for he knows that earthly life is only granted to him for a short time and that he has to make use of this time and sever the connection which taught him wrong thinking. Now he realizes how erroneous the results of such distorted thinking are. Faith in God is the foundation on which every building should rest, yet without faith the truth cannot be conveyed to the human being and thus he cannot attain that view of life which affirms everything, i.e. which is the path to the right realization....
Amen
TranslatorDe levensbeschouwingen van de individuele mensen zijn geheel verschillend, want ze zijn steeds het product van de geestelijke richting van de individuen. Maar zonder twijfel zal de mens zich positief opstellen ten opzichte van het leven, dat wil zeggen het op de één of andere manier als zinvol erkennen, als het zichzelf als een schepsel beschouwt, dat een opdracht op aarde heeft.
Maar voor de mens, voor wie het niet aannemelijk lijkt, dat de gehele schepping een middel tot het doel is en hij als mens in zekere zin de reden voor elk scheppingswerk is, zal het hele leven zinloos lijken en de gedachte, zijn aardse leven eigenmachtig te kunnen beëindigen, omdat hij aanstoot neemt aan al deze gebeurtenissen en al het lijden, dat de mensen van bovenaf opgelegd wordt, is hem aangenaam.
Hij heeft geen goed bewijs voor de aanname, dat het leven van zijn ziel met de lichamelijke dood beëindigd is en toch neemt hij dit met zoveel zekerheid aan, dat hij zijn leven op aarde ernaar inricht. Dat wil zeggen, dat hij zonder enig verantwoordelijkheidsgevoel leeft, omdat hij het voor onmogelijk houdt, dat hij zich ooit moet verantwoorden. Hij heeft geen echt bewijs en toch stelt hij deze aanname bij zijn gang over de aarde voorop. Zijn levensbeschouwing is gebaseerd op de aanname van het niet-zijn na de dood.
Hij heeft geen aandrang, geen geloof, dat hem leert om anders te denken. Enkel onweerlegbare bewijzen van een voortleven na de dood zouden zijn huidige levensbeschouwing veranderen. Deze kunnen hem echter niet gegeven worden, omdat een op zo’n manier opgewekt geloof geen waarde voor God zou hebben. Dus kan hij een absolute kennis over het verder leven van de ziel niet krijgen. Hij moet de leringen daarover juist alleen maar ‘geloven’. Hij moet zelf in dit geloof doordringen, waartoe hem voldoende hulpmiddelen ter beschikking staan.
Pas wanneer hij deze overtuiging verworven heeft, begint zijn levensbeschouwing te wankelen. Hij zal nu vergelijkingen maken. Hij zal zelfs niet meer dat, waarvoor hij zich voorheen ingezet heeft, willen erkennen. Hij zal een verandering van de uiterlijke levensomstandigheden verwelkomen, die hem behulpzaam zijn, zijn verkeerde meningen geheel op te geven en nu het aardse leven volledig anders te bezien. En dus worstelt de bereidwillige mens zich er doorheen, als hij zijn aandacht aan dit vraagstuk schenkt, dat het hem prikkelt om dit op te lossen en hem dus tot geestelijk onderzoeken aanspoort.
Als de mens nu deze klip overwonnen heeft, is het gevaar voor hem geweken, want nu worden deze gedachten geleid, steeds de eeuwige waarheid tegemoet en hij zal nu ook het aardse leven gelaten en geduldig op zich nemen, want hij weet, dat het aardse leven hem nog slechts een korte tijd ten deel valt en dat hij deze tijd moet gebruiken om de verbinding, die hem verkeerd leerde denken, los te maken. Nu wordt het hem duidelijk, hoe verkeerd de uitkomsten van zo’n misvormd denken zijn.
Het geloof in God is het fundament, waarop elk gebouw moet rusten. Zonder geloof kan de mens immers de waarheid niet gegeven worden en kan hij dus ook niet tot deze levensbeschouwing, die alles bevestigt, komen, dat wil zeggen die de weg is naar het juiste inzicht.
Amen
Translator