Nur wo die Wahrheit ist, dort ist auch das Licht. Und darum können Menschen, die irregeführt wurden durch falsche Lehren, keine Zusammenhänge finden. In ihnen ist es dunkel, und es ist ihnen unmöglich, in dieser Lichtlosigkeit Mein Bild recht zu erkennen, ihnen wird ein Zerrbild von Mir geboten, und darum auch können sie Mich nicht recht lieben, vielmehr fürchten sie Mich nur als einen Rache-Gott und strafenden Richter, während die reine Wahrheit von Mir ein Bild enthüllt, zu dem sie sich hingezogen fühlen, das in ihnen Liebe erweckt, weil es Mich so darstellt, wie Ich bin:.... ein Gott der Liebe, ein Vater Seiner Kinder, ein Herr, Dem alle Seine Diener treu ergeben sind. Wenn die Menschen zu ihrem Gott und Vater Liebe empfinden würden, dann würden sie nicht sündigen, sie würden immer nur Meinen Willen zu erfüllen suchen und also ein Leben in göttlicher Ordnung führen.... Und wenn den Menschen immer nur Wahrheit unterbreitet würde, dann müßten sie Mich auch lieben.... Wie aber sieht es in der Welt aus?.... Der geistige Tiefstand der Menschen, die Lieblosigkeit, beweisen, daß die Menschen nicht im Licht der Wahrheit stehen, daß ihnen also falsche Lehren über Mich und irriges Denken vermittelt worden ist, ansonsten sie nicht in dieser Finsternis wandeln könnten. Aber es sind die Menschen auch nicht mehr fähig, das Licht der Wahrheit entgegenzunehmen, ihre Blindheit ist so tief, daß kein Lichtstrahl mehr durchdringt und daß darum auch die Wahrheit nicht mehr erkannt wird.... Es ist Meinem Gegner gelungen, die Nacht so zu vertiefen, daß selten sich ein Mensch zum Licht des Morgens hindurchfinden kann.... Und doch wird auch diese undurchdringlich scheinende Nacht erhellt von aufblitzenden Lichtern, und immer wieder wird den Menschen in diesem Lichtschein ein Weg aufgezeigt, der hinausführt aus dem Dunkel zum Licht des Tages. Und auch den völlig Blinden werden Führer beigesellt, die ihnen ihre Leitung anbieten. Und nur ein wenig guter Wille ist erforderlich. Wo aber der Wille fehlt, wird nicht viel ausgerichtet werden, aber allen Menschen wird einmal das Bild ihres Gottes und Vaters von Ewigkeit klar vor Augen gestellt.... d.h., es wird auch jeder Mensch einmal Wahrheit angeboten bekommen, und Ich werde ihm so hingestellt werden, wie Ich wirklich bin.... als ein vollkommenes Wesen, als Liebe, Weisheit und Macht.... Und jeder Mensch kann dieses Bild von Mir in sich aufnehmen und es immer wieder beschauen, und es wird ihm stets klarer und lichtvoller erscheinen und nicht mehr aus seinen Gedanken schwinden.... Aber er kann auch unwillig seinen Blick abwenden, dann bleibt es dunkle Nacht in seinem Herzen, und die ihm dargebotene Wahrheit wird nicht sein Herz berühren. Was aber ein Zerrbild von Mir bedeutet für die geistige Entwicklung des Menschen, das ist deutlich erkennbar an dem geistigen Tiefstand der Menschen.... denn nimmermehr wären die Menschen so tief gesunken, wenn ihnen stets Wahrheit geboten worden wäre.... nimmermehr hätten sie sich durch rechte Lehren so weit von Mir entfernen können, wie es aber durch Irrlehren schon geschehen ist.... Denn es ist der Glaube an Mich bei denen verlorengegangen, die willig waren zu glauben, die sich aber durch Irrlehren abgestoßen fühlten und nicht die Berichtigung, die Wahrheit, von Mir Selbst anforderten, weil es ihnen schwer war, an ein solches Wesen zu glauben, wie es gelehrt wurde. Irrige Lehren sind Meines Gegners Waffen, und diese sind immer gegen Mich gerichtet, also sie sind auch sehr gut geeignet, den Glauben an Mich zu zerstören, was Mein Gegner beabsichtigt. Und so muß auch der Grund des überhandnehmenden Unglaubens in der Verbreitung von irrigem Geistesgut gesucht werden, in der Verzerrung des Bildes, das den Menschen von Mir gemacht worden ist. Und nur die reine Wahrheit kann Mich den Menschen so darstellen, daß sie Mich zu lieben vermögen und wieder das rechte Verhältnis zu Mir herstellen.... Nur hellstes Licht kann die Finsternis verjagen, doch auch nur dann, wenn die Menschen selbst die Augen öffnen, um sehend zu werden....
Amen
ÜbersetzerAlleen waar de waarheid is, is ook het licht. En daarom kunnen mensen, die op een dwaalspoor werden geleid door verkeerde leerstellingen, geen samenhang ontdekken. In hen is het donker en het is hen onmogelijk in deze toestand zonder licht Mijn beeld juist te zien. Hen wordt een vertekend beeld van Mij gegeven en daarom kunnen ze Mij ook niet echt liefhebben. Veel meer vrezen ze Mij alleen als een god van wraak en straffende rechter, terwijl de zuivere waarheid van Mij een beeld onthult, waartoe ze zich voelen aangetrokken, dat in hen liefde opwekt, omdat het Mij zo laat zien, zoals Ik ben: een God van liefde, een Vader van Zijn kinderen, een Heer, Wie al Zijn dienaren trouw zijn toegedaan. Wanneer de mensen voor hun God en Vader liefde zouden voelen, dan zouden ze niet zondigen. Ze zouden steeds alleen Mijn Wil proberen te vervullen en dus een leven leiden in goddelijke ordening. En wanneer de mensen steeds alleen de waarheid zou worden voorgehouden, dan zouden ze Mij ook moeten liefhebben. Maar hoe ziet het er in de wereld uit?
Het geestelijk lage niveau der mensen, de liefdeloosheid, bewijzen, dat de mensen zich niet in het licht van de waarheid bevinden, dat hen dus verkeerde leren over Mij en onjuist denken is overgebracht, daar ze anders niet in deze duisternis zouden kunnen leven. Maar de mensen zijn ook niet meer in staat, het licht van de waarheid in ontvangst te nemen. Hun blindheid is zo erg, dat er geen lichtstraal meer doordringt en dat daarom ook de waarheid niet meer wordt ingezien. Het is Mijn tegenstander gelukt, het nachtelijke duister zoveel dieper te maken, dat een mens zelden de weg naar het licht van de morgen kan vinden en toch wordt ook deze ondoordringbaar schijnende nacht verlicht door opflitsende lichten. En steeds weer wordt de mensen in dit lichtschijnsel een weg getoond, die uit het donker wegvoert naar het licht van de dag. En ook aan de volledig blinden worden gidsen meegegeven, die hen hun leiding aanbieden. En alleen een beetje goede wil is nodig.
Maar waar de wil ontbreekt, zal niet veel tot stand worden gebracht. Maar aan alle mensen wordt eens het beeld van hun God en Vader van eeuwigheid duidelijk voor ogen gesteld. Dat wil zeggen ieder mens zal ook eenmaal de waarheid aangeboden krijgen en Ik zal hem zo worden voorgesteld, zoals Ik werkelijk ben: als een volmaakt Wezen, als Liefde, Wijsheid en Macht. En ieder mens kan dit beeld van Mij in zich opnemen en het steeds weer bekijken. En het zal hem steeds helderder en lichtender voorkomen en niet meer uit zijn gedachten verdwijnen. Maar hij kan ook onwillig zijn blik afkeren. Dan blijft het donker als de nacht in zijn hart en de hem aangeboden waarheid zal zijn hart niet beroeren.
Maar wat een vals beeld van Mij betekent voor de geestelijke ontwikkeling van de mens, is duidelijk herkenbaar aan het lage geestelijke niveau van de mensen, want de mensen zouden nooit zo diep zijn gezonken, wanneer hen steeds waarheid zou zijn aangeboden. Nooit zouden ze zich door juiste leringen zover van Mij hebben kunnen verwijderen, zoals het echter door dwaalleren al is gebeurd. Want het geloof in Mij is verloren gegaan bij diegenen, die gewillig waren te geloven, maar die zich door dwaalleren verstoten voelden en niet vroegen om het rechtzetten ervan - de waarheid - door Mij Zelf, omdat het voor hen moeilijk was aan zo’n wezen te geloven, zoals het geleerd werd.
Dwaalleren zijn het wapen van Mijn tegenstander en deze zijn steeds tegen Mij gericht, dus zijn ze ook heel erg geschikt om het geloof aan Mij de grond in te boren, wat Mijn tegenstander beoogt. En zo moet ook de oorzaak van het hand over hand toenemend ongeloof worden gezocht in de verbreiding van onjuiste geestelijke leren; in de vertekening van het beeld, dat de mensen van Mij is voorgehouden. En alleen de zuivere waarheid kan Mij zo aan de mensen uitbeelden, dat ze Mij kunnen liefhebben en weer de juiste verhouding tot Mij tot stand brengen. Alleen het helderste licht kan de duisternis verjagen, maar ook alleen pas dan, wanneer de mensen zelf de ogen openen en ziende worden.
Amen
Übersetzer