Die Mächte der Finsternis werden die Oberhand gewinnen, weil es dem Ende zugeht.... Darum dürfet ihr euch nicht wundern, daß göttliches Wirken nicht erkannt wird und daß Hemmungen deutlich erkennbar sind auch bei denen, die wohl glauben, doch keinen so tiefen Glauben haben, der sie frei und offen reden und handeln lässet nach Meinem Willen. Die Welt steht im Vordergrund, und das geistige Leben erscheint den Menschen unglaubwürdig, die Kluft ist zu groß und kann nur schwerlich überbrückt werden, und darum werden auch Meine Arbeiter schwer den Kontakt herstellen können, denn immer wird mehr der Welt geachtet werden, und die finsteren Kräfte werden sich stets einschalten und eher Zugang finden in die Menschenherzen. Darum muß auch von ständigem Kampf gegen die Finsternis gesprochen werden, und auch die Meinen müssen Kämpfer sein, daß sie selbst nicht besiegt werden, daß sie nicht schwach werden im Glauben, sondern die Bindung mit Mir so innig herstellen, daß sie von Mir die Kraft beziehen zu einem unerschütterlichen Glauben. Der Wille, für Mich und Mein Reich zu arbeiten, gibt dem Glauben auch die nötige Stärkung, denn niemand wird Meinen Beistand zu entbehren brauchen, der sich Mir zum Dienst anbietet. Und die Arbeit für Mein Reich weise Ich Selbst ihm so zu, wie er sie zu bewältigen vermag. Also wird alles so an euch herantreten, daß ihr von selbst tun und reden werdet, wie es recht ist und zweckmäßig für den einzelnen Menschen. Eine Missionstätigkeit von großem Ausmaß aber wird selten nur möglich sein, weil nur noch einzelne Seelen den Weg finden zu Mir, während Mein Gegner weit größeren Einfluß ausübt auf den Willen der Menschen und Ich ihm erst dann eine Schranke setzen werde, wenn seine Zeit gekommen ist.... Und daran schon könnet ihr auch erkennen, daß das Ende nahe ist, denn er wütet, weil er weiß, daß er nicht mehr viel Zeit hat, und er öffnet alle Pforten der Hölle, wie es angekündigt ist seit langer Zeit.... Ihr aber, die ihr Mir dienen wollet, ihr habt eine ungewöhnliche Gnadenzufuhr durch Mein Wort.... Ihr brauchet also sein Wirken nicht zu fürchten, aber es wird euch auch verständlich sein, warum ihr wenig Erfolg aufweisen könnet.... Dennoch sollet ihr mit immer gleicher Liebe euren Mitmenschen entgegentreten, die sich von der Welt gefangennehmen lassen, ihr sollet sie betrachten als kranke Seelen und stets bereit sein, ihnen eine gute Medizin zu verabreichen, so sie sich an euch wenden um Hilfe. Aber ihr sollet nicht sie zu bestimmen suchen, solange sie euch Abwehr entgegenbringen, denn dann sind sie noch in der Gewalt Meines Gegners, der alles tut, um sie zurückzuhalten von Mir, und der darum auch offensichtlich gegen euch wirket, so daß ihr angefeindet werdet.... Doch sanft sollet ihr sein wie die Tauben und klug wie die Schlangen.... Ihr sollt euch zurückhalten, wo ihr diese Abwehr empfindet, und warten, bis man euch selbst entgegenkommt.... Die Arbeit für Mich und Mein Reich erfordert wohl einen Kampfesmut, doch auch ein weises Vorgehen gegen das Lager Meiner Gegner.... Und diese Leitung übernehme Ich Selbst, so daß ihr nur dann handeln sollet, wenn ihr den Drang in euch fühlet, denn diesen lege Ich dann Selbst euch in das Herz.... Es wird die Zeit noch kommen, wo ihr offen eintreten könnet und müsset für Mich und Meinen Namen. Doch noch soll eure Arbeit still ausgeführt werden, wo der Widerstand noch zu groß ist. Dann empfehlet Mir diese Seele an, um die ihr ringet, und haltet euch nur bereit, hervorzutreten, wenn es nötig ist.... Nur haltet die Bindung mit Mir jederzeit aufrecht, und lasset euch selbst nicht durch die Welt gefangennehmen, dann brauchet ihr euch nicht zu fürchten, schwach zu werden in Stunden der Not.... Dann werdet ihr Mir getreue Knechte sein in kommender Zeit, wenn die Entscheidung gefordert wird von euch, Mich und Meinen Namen zu bekennen vor der Welt....
Amen
ÜbersetzerDe machten der duisternis zullen de overhand verkrijgen, omdat het naar het einde loopt. Daarom zal u zich niet moeten verwonderen dat goddelijke werkzaamheid niet wordt herkend en dat belemmeringen duidelijk zichtbaar zijn, ook bij diegenen die wel geloven maar een niet zo diep geloof hebben dat hen vrij en openlijk zal laten spreken en handelen naar Mijn Wil. De wereld staat op de voorgrond en het geestelijke leven lijkt de mensen ongeloofwaardig, de kloof is te groot en kan maar met moeite worden overbrugd, en daarom zullen ook Mijn arbeiders moeilijk het kontakt tot stand kunnen brengen, want altijd zal de wereld meer aandacht krijgen en de duistere krachten zullen steeds tussenbeide komen en eerder toegang vinden in de harten der mensen.
Daarom moet er ook van voortdurende strijd tegen de duisternis worden gesproken en ook de mijnen moeten strijders zijn, opdat ze zelf niet worden overwonnen, opdat ze niet zwak worden in het geloof maar de band met MIJ zo innig tot stand brengen dat ze van MIJ de kracht betrekken om onwankelbaar te geloven. De wil om voor MIJ en Mijn rijk te arbeiden geeft het geloof ook de nodige sterkte, want niemand zal Mijn bijstand hoeven te ontberen die zich MIJ ten dienste aanbiedt. En de arbeid voor Mijn rijk wijs IK hem Zelf zo toe zoals hij in staat is hem aan te kunnen. Dus zal alles zo op u afkomen dat u vanzelf zult doen en spreken zoals het goed is en doelmatig voor ieder mens apart.
Een aktiviteit van grote omvang om voor MIJ te spreken zal slechts zelden mogelijk zijn, omdat nog maar enkele zielen de weg naar MIJ vinden, terwijl Mijn tegenstander heel wat grotere invloed uitoefent op de wil van de mensen en IK hem pas dan paal en perk kan stellen, wanneer zijn tijd is gekomen. En daarom al zult ü ook kunnen herkennen dat het einde dichtbij is, want de tegenstander woedt omdat hij weet dat hij niet veel tijd meer heeft en hij opent alle poorten van de hel zoals het sinds lange tijd is aangekondigd.
Maar u die MIJ zult willen dienen, hebt een buitengewone toevoer van genade door Mijn Woord. U zult dus zijn werkzaam zijn niet hoeven te vrezen, maar het zal u ook begrijpelijk zijn, waarom u op weinig succes zult kunnen bogen. Toch zult u met steeds dezelfde liefde uw medemensen die zich door de wereld gevangen hebben laten nemen tegemoet moeten treden, u zult ze moeten beschouwen als zieke zielen en steeds bereid zijn hun een goed medicijn, d.w.z. Mijn Woord te verstrekken als ze zich tot u wenden om hulp; Maar u zult niet moeten trachten ze over te halen zolang ze u afweer laten merken, want dan zijn ze nog in de macht van Mijn tegenstander, die alles doet om ze van MIJ af te houden en die daarom ook openlijk tegen u ageert, zodat u vijandig zult worden bejegend.
Maar u zult zacht als de duiven en wijs als de slangen moeten zijn: U moet u inhouden waar u deze afweer ondervindt en wachten tot men u zelf tegemoet komt; De arbeid voor MIJ en Mijn rijk vraagt wel moed om te strijden, maar ook een wijs optreden tegen het kamp van Mijn tegenstander: En deze leiding neem IK zelf op ME, zodat u slechts dan zult moeten handelen, wanneer u de drang in u zult voelen, want deze leg IK u dan Zelf in het hart.
De tijd zal nog komen waarin u openlijk zult kunnen en moeten opkomen voor MIJ en Mijn Naam. Maar nu (gespr.1956 opm.v/d uitg:) moet uw arbeid nog stil worden verricht, indien de weerstand nog te groot is. Beveel mij dan deze ziel aan om welke u worstelt en houd u alleen gereed naar voren te treden wanneer het nodig is. Houd alleen de band met MIJ altijd overeind en laat uzelf niet door de wereld gevangen nemen, dan hoeft u ook niet te vrezen om zwak te worden in tijden van nood. Dan zult u MIJ toegewijde knechten zijn in de komende tijd, wanneer de beslissing van u wordt gevraagd MIJ en Mijn Naam te belijden voor de wereld.
Amen
Übersetzer