Es muß unmittelbar auf die Menschen eingewirkt werden, denn des Geschickes, das die Mitmenschen betrifft, achten sie wenig, und sie bleiben unberührt davon, ziehen also auch keine Schlüsse, die sie in ihrem Lebenswandel günstig beeinflussen könnten. Es ist die Gleichgültigkeit der Menschen weit schlimmer als eine krasse Ablehnung, denn eine solche entspringt der Unkenntnis und kann immer noch einen Wandel der Gesinnung nach sich ziehen, während ein gleichgültiger Mensch nirgends anzufassen ist und darum rettungslos verlorengeht, wenn er nicht aus seiner Gleichgültigkeit aufgestört werden kann.... was immer eine Bedrängnis seines eigenen Lebens erfordert. Die Menschen können trotz Kirchenglaubens und scheinbar religiösen Lebens sich in einer geistigen Leere befinden, weil ihre Seele in keinerlei Weise beteiligt ist, weil nur rein mechanisch Forderungen erfüllt werden und eine geistige Einstellung dazu gänzlich fehlt. Diese Menschen werden nach außen zu den "Gerechten" zählen, zu den "Gläubigen".... Es sind aber immer nur Kirchenchristen, denen ihr Christentum eine weltliche Angelegenheit ist wie alles andere.... Diese zu belehren, daß ihnen der Geist mangelt, wäre erfolglos, denn sie haben von sich selbst eine zu hohe Meinung und nehmen solche Belehrungen nicht an, immer sich stützend auf die Erfüllung dessen, was von ihnen kirchlich gefordert wird.... Und dennoch ist ihr Leben ein Leerlauf, wenn es nicht einen Wandel in Liebe erkennen läßt.... Und diese Menschen müssen oft hart angefaßt werden, damit sie aufwachen aus ihrem Seelenschlaf, damit sie sich besinnen und sich fragen, was wohl der Anlaß zu solchen Schicksalsschlägen sein möge.... Sie müssen selbst betroffen werden, dann erst ist es möglich, daß sie sich ernstlich befassen mit geistigen Fragen, und dann sind die Schicksalsschläge von Segen gewesen. Sowie der Mensch liebewillig ist, wird ihn auch das Schicksal des Mitmenschen berühren, und dann kann er aus allem einen geistigen Nutzen ziehen, was er um sich erlebt.... Doch die Menschen sind verhärteten Herzens, die Liebe ist erkaltet.... Und ob das Unglück noch so groß ist.... es löst kein warmes Empfinden im Mitmenschen aus, und noch viel weniger bestimmt es ihn zum Nachdenken über den Anlaß oder zur Änderung seines Lebenswandels. Es ist eine Gefahr, in der die Menschen schweben ob ihrer Gleichgültigkeit, denn alle Hilfsmittel bleiben ohne Erfolg, solange sie sich nicht davon berühren lassen. Und darum müssen immer schwerere Schläge über die Menschen kommen, und es wird die Not nicht abreißen, weil sie allein als Weckruf gehört und eine Sinnesänderung zustande bringen kann.... Denn alles wird noch versucht, was der Rettung jener Seelen dienen könnte....
Amen
ÜbersetzerEr moet rechtstreeks op de mensen worden ingewerkt, want aan het lot dat de medemensen overkomt, schenken ze geen aandacht en ze blijven er ongevoelig voor. Ze trekken dus ook geen conclusies die hen op hun levensweg gunstig zouden kunnen beïnvloeden. De onverschilligheid van de mensen is veel erger dan een bot afwijzen. Want zoiets komt voort uit onwetendheid en kan altijd nog een verandering van gezindheid tot gevolg hebben, terwijl op een onverschillig mens nergens greep is te krijgen en die daarom reddeloos verloren gaat, wanneer hij niet kan worden wakker geschud uit zijn onverschilligheid, wat steeds een in het nauw brengen van zijn eigen leven vergt. Ondanks een kerkelijk geloof en een schijnbaar religieus leven kunnen de mensen zich in een geestelijke leegte bevinden, omdat hun ziel er op geen enkele manier aan deelneemt, omdat slechts puur mechanisch eisen worden vervuld en een geestelijke instelling daarvoor totaal ontbreekt. Deze mensen zullen uiterlijk tot de "rechtvaardigen" worden gerekend, tot de "gelovigen". Maar het zijn steeds slechts kerkelijke christenen, bij wie hun christenzijn een wereldlijke aangelegenheid is, net als al het andere.
Dezen op de hoogte te brengen dat hun de geest ontbreekt, zou zonder resultaat zijn, want ze hebben van zichzelf een te hoge dunk en nemen zulke onderrichtingen niet aan, zich steeds beroepend op de vervulling van datgene wat door de kerk van hen wordt geëist. En toch is hun leven nutteloos wanneer het geen blijk geeft van liefde. En deze mensen moeten vaak hard worden aangepakt opdat ze ontwaken uit hun zielenslaap, opdat ze zich bezinnen en zich afvragen wat wel de reden van zulke slagen van het noodlot zou mogen zijn. Ze moeten zelf worden getroffen, pas dan is het mogelijk dat ze zich serieus met geestelijke vragen bezighouden en dan zijn de slagen van het noodlot zegenrijk geweest. Zodra de mens gewillig is in liefde te leven, zal hem ook het lot van de medemens beroeren en dan kan hij geestelijk voordeel behalen uit alles wat hij om zich heen meemaakt.
Maar de mensen hebben een verhard gemoed, de liefde is bekoeld. En al is het ongeluk nog zo groot, het brengt geen warm gevoel in de medemens teweeg en nog veel minder zet het hem aan tot nadenken over de reden, of tot verandering van zijn levenswandel. De mensen verkeren in gevaar wegens hun onverschilligheid, want alle hulpmiddelen blijven zonder gevolg zolang die op hen geen indruk maken. En daarom moeten er steeds zwaardere slagen over de mensen komen en de nood zal niet minder worden, omdat alleen die als oproep tot ontwaken kan worden gehoord en een verandering van de gezindheid tot stand kan brengen. Want alles wordt nog geprobeerd wat zou kunnen dienen om die zielen te redden.
Amen
Übersetzer