• Terug

„Waar twee of drie samen zijn“

Waar ook maar twee of drie in mijn naam samenkomen, zal Ik onder hen vertoeven. Want elke innige gedachte aan Mij trekt Mij tot u. En daarom zult u altijd zeker kunnen zijn van mijn aanwezigheid als u Mij zelf tot onderwerp van uw gesprekken en gedachten laat worden. Maar zodra Ik bij u tegenwoordig ben, zult u ook geestelijk door Mij worden aangestraald. U zult dus ook steeds een zegen gewaar moeten worden die uw ziel weldadig zal voelen. En daarom zou u vaak in mijn naam samen moeten komen om deze zegen deelachtig te kunnen worden. Want u allen hebt voortdurend mijn gave van kracht nodig, die uw ziel moeten helpen geestelijk vooruit te gaan. Wel kan ook ieder afzonderlijk voor zich de innige gemeenschap met Mij zoeken, doordat hij zich in gedachten aan Mij overgeeft en dus ook kracht in overvloed ontvangt. Doch elke geestelijke uitwisseling is gezegend, want daardoor kunnen er ook vele zielen in het hiernamaals aan deelnemen en voor zichzelf weer geestelijke vooruitgang boeken. Bovendien kan Ik zelf Me in zulke gesprekken mengen en de gedachten richten op vragen die zowel de mensen zelf als ook de zielen in het hiernamaals bezig houden, waarop ze antwoord moeten krijgen. U moet samenkomen in mijn naam. Want daarmee toont u Mij ook uw liefde. Want iedere mens tracht zich met het voorwerp van zijn liefde te verbinden.

De mensen hebben nog maar zelden de behoefte van gedachten te wisselen in geestelijke debatten. Veeleer vermijden ze angstvallig hun innerlijke gezindheid aan het licht te laten komen.

Geestelijke gesprekken worden maar zelden gevoerd en nog minder komen de mensen tot dit doel samen. En daarom ontberen ze ook de zegen die voor hen uit zulke gesprekken zou kunnen voortvloeien. Maar ze geloven wederom in openbare bijeenkomsten hun geestelijke plicht te vervullen.

Ze denken niet aan mijn woorden: "Waar twee of drie samen zijn, ben Ik in hun midden." Want deze woorden zouden al diegenen te denken moeten geven die geloven hun geestelijke opdracht te zijn nagekomen door het bijwonen van zulke "godsdienstoefeningen", waarin de mens net zo goed zich ook met andere, wereldse gedachten bezig kan houden en er van een overgave aan of innige band met Mij geen sprake is. Steeds weer moet Ik de mensen erop wijzen dat Ik alleen een levend geloof waardeer, dat Ik geen genoegen neem met een schijnchristendom.

Steeds weer moet Ik benadrukken dat Ik met iedere mens afzonderlijk verbonden wens te zijn, maar dat deze band ook iedereen individueel tot stand moet brengen. Deze kan hij overigens altijd en overal tot stand brengen, wanneer dit zijn ernstige wil is en zijn diepste verlangen.

Dan zal hij ook duidelijk mijn zegen bespeuren. En dan zal het hem ook aansporen, verbinding te zoeken met zijn medemensen om juist daarover te spreken, wat hem enorm bezighoudt. Want mijn aanwezigheid zet hem ertoe aan zijn hart te luchten, wat ook steeds zal gebeuren, omdat geestelijk strevende, door de liefde voor Mij vervulde mensen, ook altijd zullen samenkomen voor een geestelijke uitwisseling. Deze belofte van Mij zou u ook ertoe moeten aanzetten de kracht van mijn naam te beproeven. Want als u gelooft, weet u ook, dat u in het contact met Mij over kracht zult kunnen beschikken die u weer tot het welzijn van de medemensen zult kunnen gebruiken.

Maar nog is het geloof van u allen zwak. Maar steeds weer roep Ik bij u mensen mijn woorden in herinnering. En als u er ernstig over na zult denken, zult u ook deze belofte nog meer betekenis toekennen. U zult weten dat Ik zelf door u kan werken als u maar mijn werkzaam zijn toelaat door de kracht van uw geloof. Want waar Ik ben, zijn er geen grenzen aan mijn macht, vooropgesteld dat u niet zelf de grenzen trekt door een te zwak geloof. Maar Ik wil u zegenen zodat ook uw geloof sterker wordt door deze woorden van Mij: "Waar twee of drie in mijn naam zijn verenigd, daar ben Ik in hun midden." En waar Ik ben, kan mijn geest werkzaam zijn en kunnen mijn liefde, wijsheid en macht zichtbaar worden.

Amen

"Donde se reunen dos o tres..."

Donde haya dos o tres que se juntan en mi Nombre, Yo estaré entre ellos. Porque cada pensamiento íntimo en Mí me atrae a vosotros, por lo que siempre que hagáis que Yo mismo sea el tema de vuestra conversación y de vuestros pensamientos, podéis estar seguros de mi Presencia. Y cuando os resulto presente, también os enfocaré espiritualmente, lo que siempre os producirá una bendición que para vuestra alma es benéfica.

Por eso os convendría si frecuentemente os reunierais en mi Nombre para poder participar en esta bendición. Porque todos vosotros precisáis siempre de mi Donación de Fuerza, la que debe ayudar a vuestra alma a su progreso espiritual.

Consta que cada uno para sí puede ir en búsqueda de una unión íntima conmigo, entregándose en sus pensamientos a Mí y recibiendo de esta manera fuerza en abundancia. Sin embargo, todo intercambio espiritual está bendecido, dado que en este caso muchas almas del Más Allá pueden participar y lograr para sí mismas un progreso espiritual. Además, Yo mismo puedo intercalarme en tales conversaciones y dirigir los pensamientos hacia preguntas que ocupan a los seres humanos mismos como también a las almas del Más Allá - a preguntas que les deben ser respondidas.

Debéis reuniros en mi Nombre porque así también me demostráis vuestro amor, pues cada ser humano procura unirse con el objeto de su amor. Pocas veces ya los hombres desean cambiar impresiones espirituales, sino más bien procuran evitar tímidamente que su orientación íntima salga a la luz... De modo que raras veces hay conversaciones espirituales, y menos aun los hombres se juntan para este fin... por lo que también están privados de la bendición que les podría resultar de tales reuniones.

Pero por su parte creen que cumplen con su deber espiritual si se encuentran en uniones públicas... Pues no hacen caso a mis Palabras: “Donde haya dos o tres que se juntan en mi Nombre, Yo estaré entre ellos”. Porque estas Palabras deberían hacer pensar a todos aquellos que se imaginan haber cumplido con su deber espiritual al presenciar tales “oficios religiosos” en los que los hombres igualmente pueden entregarse a pensamientos mundanos... pues ni pensar en una entrega a Mí y una unión íntima conmigo.

Cada vez de nuevo tengo que llamar la atención de los hombres sobre el hecho que Yo solamente valoro una fe viva... y que no me conformo con un seudo cristianismo... pues cada vez de nuevo tengo que poner en énfasis que deseo estar unido con cada uno de los seres humanos. Pero cada uno tiene que realizar esta unión él mismo, y si es su seria voluntad y a petición del corazón, entonces la puede realizar en cualquier momento y en todos los lugares.

Entonces también sentirá mi Bendición notablemente y se sentirá íntimamente empujado a ponerse en contacto con sus semejantes, precisamente para hablar sobre aquello que le emociona tanto... pues mi Presencia le incita a platicar –lo que siempre sucederá– porque hombres que aspiran por lo espiritual, los que alimentan un gran amor a Mí, también siempre se encontrarán para un intercambio de ideas espirituales.

También esta Promesa mía debería estimularos a experimentar la Fuerza de mi Nombre porque si tenéis fe, también sabéis que estando en contacto conmigo podréis disponer de una Fuerza, la que luego podréis utilizar para el bien del prójimo...

Pero la fe de todos vosotros es todavía débil, por lo que cada vez de nuevo os recuerdo a mis Palabras; y si reflexionáis seriamente sobre esta Promesa, entonces la adjudicaréis aún más importancia... Pues sabréis que Yo mismo puedo surtir efecto mediante vosotros si permitís mi Actividad mediante la fuerza de vuestra fe.

Porque donde estoy Yo, no hay límites para mi Poder - a no ser que vosotros mismos determinéis los límites mediante una fe demasiado floja. Pero para que vuestra fe se fortalezca, Yo voy a bendeciros mediante las Palabras: “Donde haya dos o tres que se juntan en mi Nombre, Yo estaré entre ellos”. Y donde estoy Yo, allí mi Espíritu puede surtir efecto, y mi Amor, mi Sabiduría y mi Poder pueden manifestarse.

Amén.