Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De strijd van Jezus tegen de verzoekingen

Ook mijn leven op aarde was aan dezelfde verzoekingen en gevechten blootgesteld die u hebt te overwinnen. Ook Ik moest worstelen om alle substanties van het aardse lichaam in de juiste ordening te brengen. Ook Ik kende de begeerten en moest er tegen vechten, want Ik was met dezelfde zwakheden behept die u veel last bezorgen en alleen de wilskracht in Mij werd ze de baas. En daarom deed Ik mijn lichaam geweld aan. Ik liet het niet de macht over mijn ziel verkrijgen, maar Ik overwon het en kon dit op grond van de liefde, die in Mij opgloeide toen Ik Me te midden van de geknechte mensheid begaf.

Ik zag de nood om Me heen, die zowel aards als ook geestelijk op de mensheid drukte. En in Mij ontbrandde het vurige verlangen om hen te helpen. Daarom lette Ik niet op het lichamelijke verlangen in Mij, Ik gaf er geen gehoor aan, want Ik wist dat Ik alleen maar zwakker zou zijn geworden in mijn wil om te helpen, als Ik acht had geslagen op mijn lichamelijke begeerten en ze had vervuld.

Maar het was een zware strijd, want van alle kanten drongen de verzoekingen zich aan Mij op en het menselijke in Mij zocht naar vervulling. Maar mijn ziel keerde zich tot God. Ze zocht steeds meer de verbinding met de Vader, naarmate de verleidingen heftiger werden. En ze ontving daarom ook steeds meer kracht, omdat deze band nooit zonder uitwerking bleef. Ik had waarlijk geen gemakkelijk leven op aarde af te leggen, tot de algehele vereniging met de geest van de Vader had plaatsgevonden. Want Ik was een mens, net als u. En Ik moest eerst hetzelfde doen wat ook uw taak is: de liefde tot de hoogste ontplooiing brengen om daardoor God, de eeuwige Liefde, in alle volheid in Mij op te kunnen nemen, dus de definitieve aaneensluiting met Hem te vinden, die ook uw doel op aarde is. En ofschoon mijn ziel uit het lichtrijk was, werd ze toch door haar vleselijk omhulsel buitengewoon in het nauw gedreven. De materie was als uw lichaam en bestond daarom uit geestelijk onrijpe substanties waar de tegenstander nog macht over had, die hij voortdurend aanzette tot begeerten en hartstochten van allerlei aard. Dat Ik hier als mens niet aan ten prooi viel, bracht alleen de liefde in Mij tot stand, die de wil in Mij sterker maakte om weerstand te bieden.

En het verblijf in de duistere, zondige omgeving, gaf ook de verderfelijke geesten van buiten de gelegenheid het lichaam lastig te vallen en het verlokkende beelden voor te spiegelen, welke de zinnen benevelen en mijn weerstand moesten verzwakken. Maar Ik mocht deze verderfelijke geesten niet opzij dringen. Ik moest proberen ze zachter te maken. Ook tegenover hen moest Ik de liefde naar voren laten treden, omdat Ik inzag dat ook zij deerniswekkende wezens waren, die de tegenstander in zijn macht had en die eens van hem zouden moeten worden verlost. En daarom mocht Ik niet met geweld tegen deze kwade geesten optreden, maar moest Ik Me oefenen in geduld en zachtmoedigheid. Ik moest hen weerstaan en door mijn wil om lief te hebben hen zachter maken, tot ze van Mij afzagen.

Ik was een mens en heb moeten strijden en lijden als een mens, omdat dit alles tot het verlossingswerk behoorde dat Ik voor mijn gevallen broeders wilde volbrengen. Want Ik wilde tegelijkertijd ook de mensen tonen op welke manier ze meester over hun zwakheden en begeerten kunnen worden. Ik wilde hun het leven voorleven, dat ook hen moet helpen vrij te worden en zich aaneen te sluiten met de Vader van eeuwigheid. Ik wilde hen bewijzen dat het mogelijk is alle verzoekingen te weerstaan met de kracht van de liefde, dat dus de liefde eerste en laatste voorwaarde is om het aardse leven te kunnen afleggen met het succes volmaakt te worden en zich met God te verenigen.

De liefde in Mij gaf Mij als mens het besef van de reden van de ongelukkige toestand, zoals ook u mensen pas door de liefde tot het juiste inzicht zult kunnen komen. En de liefde in Mij gaf Mij ook de sterke wil om het werk van verlossing te verwezenlijken, ten behoeve waarvan mijn ziel zich op aarde had belichaamd. Ik wist als mens, dat Ik alleen met de kracht van de liefde uit God dit werk zou kunnen volbrengen. En daarom vroeg Ik om de liefde. Ik smeekte haar zich aan Mij te schenken en Ik maakte dus mijzelf ook gereed om de kracht van de liefde van God in Me op te nemen. Ik trachtte alle begeerten te weren. Alle onzuivere gedachten, die de tegenstander in Mij wilde wekken, belette Ik de toegang. Ik stelde steeds weer mijn liefde tegenover hem, waarvoor hij moest wijken. En zo was mijn hart spoedig alleen vervuld van de liefde. Ik verbond Me steeds inniger met de eeuwige Liefde, die zich aan Mij schonk en Mij nu ook krachtig liet worden, zodat Ik met een sterke wil de eindbestemming van mijn bestaan op aarde tegemoet ging.

Desondanks hield de tegenstander niet op mijn lichaam steeds weer buitengewoon te kwellen, doordat hij Mij steeds meer in verzoeking bracht, hoe duidelijker hem mijn voornemen werd. En Ik moest tegen hem strijden tot aan mijn einde. Steeds weer kwam het menselijke in Mij tevoorschijn, zodat Ik in mijn zwakte tot de Vader bad: "Als het mogelijk is, laat dan deze kelk aan Mij voorbijgaan." Maar de band met de Vader was sterker en Ik gaf Me volledig over aan Zijn wil. Ik zag de grenzeloze ellende van de mensheid en de steeds sterker wordende liefde was bereid tot het reddingswerk voor deze mensheid.

Een mens leed en stierf de dood aan het kruis. Doch deze mens was alleen het omhulsel van Mij zelf. Ik kon mijn intrek in hem nemen en het was de liefde die het verlossingswerk volbracht. Het was de liefde welke de zondeschuld van de mensheid teniet deed. En deze liefde was Ik zelf.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

A luta de Jesus contra as tentações....

Minha vida terrena também foi exposta às mesmas tentações e lutas que você tem que superar.... Eu também tive que lutar para colocar todas as substâncias do corpo terreno na ordem certa. Eu também conhecia os desejos e tinha que lutar contra eles, porque eu estava aflito pelas mesmas fraquezas que o perturbam, e só a força de vontade em Mim se tornou mestre deles. E por isso fiz violência ao Meu corpo, não o deixei ganhar poder sobre a Minha alma, mas superei-o e pude fazê-lo em virtude do amor que ardia em Mim quando vivia no meio da humanidade escravizada.... Eu via as dificuldades à minha volta que oprimia as pessoas, tanto terrenas como espirituais. E o desejo ardente de ajudá-los surgiu em Me.... Por isso não prestei atenção ao desejo físico em Mim, não o cumpri, pois sabia que só estaria enfraquecido na Minha vontade de ajudar se tivesse prestado atenção aos Meus desejos físicos e os tivesse cumprido. Mas foi uma luta difícil, pois as tentações me pressionaram de todos os lados e o humano em Mim procurou a realização.... Mas a minha alma voltou-se para Deus, sempre procurou mais contato com o Pai, quanto mais intensas se tornaram as tentações, e por isso também recebeu cada vez mais força, porque esse vínculo nunca ficou sem efeito. Eu realmente não tinha uma vida fácil na Terra até a completa unificação com o Pai-Espírito ter tido lugar.... Pois eu era um ser humano como você, e antes disso eu tinha que fazer o mesmo, que é também a sua tarefa: levar o amor ao seu mais alto desenvolvimento para assim aceitar a Deus.... o Eterno Amor.... em toda a plenitude em Mim, para encontrar assim a união final com Ele, que é também a vossa meta na Terra. E, embora a Minha alma fosse do reino da luz, ela era, contudo, extremamente oprimida pela sua cobertura carnal, que era matéria como o vosso corpo e que, portanto, consistia de substâncias espiritualmente imaturas sobre as quais o adversário ainda tinha controle, as quais ele conduzia constantemente a anseios e paixões de toda espécie. Que eu não sucumbi a estes como ser humano só foi provocado pelo amor em Mim que fortaleceu a vontade em Mim de resistir. E a permanência no ambiente escuro e pecaminoso também deu aos espíritos de fora a oportunidade de assediar o corpo e invocar imagens tentadoras para ele, que se destinavam a confundir os sentidos e a enfraquecer-Me na Minha resistência. Mas não me foi permitido afastar estes espíritos.... Eu tinha que tentar apaziguá-los, eu também tinha que deixar o amor emergir para eles porque eu reconhecia que também eles eram seres dignos de misericórdia que o adversário tinha sob o seu controle e que um dia deveriam ser redimidos por ele. E por isso não me foi permitido usar a força contra esses espíritos malignos, mas tive que praticar paciência e gentileza, tive que resistir a eles e apaziguá-los através da Minha vontade de amor até que eles desistissem de Mim.... Eu era um ser humano e tive que lutar e sofrer como um ser humano porque tudo isso era parte do ato de Salvação que eu queria realizar pelos meus irmãos caídos.... Pois ao mesmo tempo eu também queria mostrar às pessoas como elas podem se tornar mestres de suas fraquezas e desejos, eu queria exemplificar a eles a vida que também os ajudará a se tornarem livres e se unirem ao Pai da eternidade.... Eu queria provar-lhes que é possível resistir a todas as tentações com a força do amor, que o amor é, portanto, a primeira e última condição para viver com sucesso a vida terrena, para se tornar perfeito e para se unir a Deus.... O amor dentro de Mim deu-me como ser humano a realização da causa do estado miserável, assim como vocês, humanos, só podem alcançar a realização certa através do amor. E o amor dentro de Mim também me deu a forte vontade de realizar o trabalho de Salvação para o qual a Minha alma se encarnou na terra.... Como ser humano eu sabia que só poderia realizar este trabalho com a força do amor de Deus, e por isso clamei "amor", implorei-lhe que se desse a Mim, e assim também me preparei para receber a força do amor de Deus em Mim.... Tentei resistir a todos os anseios, neguei a entrada a todos os pensamentos impuros que o adversário queria despertar em Mim, uma e outra vez me opus a ele com o Meu amor, ao qual ele teve que ceder, e assim logo só o amor encheu o Meu coração, uni-me cada vez mais intimamente com o Amor Eterno que se deu a Mim e depois também me deixou tornar-se poderoso, de modo que me aproximei do objetivo final da Minha existência terrena com uma vontade forte. No entanto, o adversário não parou de pressionar o Meu corpo de forma invulgar, tentando-Me cada vez mais, quanto mais óbvia a Minha intenção tornou-se para ele.... E eu tive de lutar contra ele até ao meu fim.... uma e outra vez o humano em Mim saiu, de modo que na Minha fraqueza rezei ao Pai: "Se é possível, que este cálice passe por Mim....". Mas a ligação com o Pai era mais forte e eu me rendi completamente à Sua Vontade.... Eu vi a miséria sem limites da humanidade, e o Amor cada vez mais poderoso estava pronto para o trabalho de salvação para esta humanidade.... Um ser humano sofreu e morreu morto na cruz, mas este ser humano era apenas a concha de Mim mesmo, eu pude morar Nele, e foi o Amor que realizou o ato de Salvação, foi o Amor que redimiu a culpa de pecado da humanidade, e este Amor foi Mim mesmo...._>Amém

Vertaler
Vertaald door: DeepL