• Terug

Onvergankelijke wezens - Zichzelf van het leven beroven

Altijd en eeuwig blijft u bestaan, want wat uit Mij is voortgekomen, kan eeuwig niet meer vergaan.

En daarom kan en zal Ik ook niet vernietigen wat zich tegen Mij verzet, hoewel dit wel voor mijn macht mogelijk is. Integendeel, Ik zal steeds proberen dat weer terug te winnen, wat zich wilde verzetten en zich van Mij afkeerde.

Want mijn liefde voor al het door Mij geschapene verhindert een totale vernietiging, om welke reden ook mijn tegenstander - de eerst geschapen en eerst gevallen geest - nooit een vernietiging hoeft te vrezen, omdat ook hij tot diegenen behoort die weer terug moeten keren in hun vaderhuis. Ik kan wel zijn handelingen afkeuren. Ik kan zijn wezen, als geheel tegen mijn eeuwige ordening gericht, brandmerken en u mensen voor hem waarschuwen.

Ik kan alles doen om u tegen zijn invloed te beschermen, maar Ik onttrek ook hem mijn liefde niet, alleen treft deze straal van liefde hem niet. Dat wil zeggen: deze verliest zijn doeltreffendheid, omdat mijn tegenstander zich verzet tegen de straal van mijn liefde. Maar ook hij kan niet eeuwig in zijn weerstand volharden, ook hij zal eens naar Mij terugkeren en een leven leiden in hoogste gelukzaligheid, ofschoon er nog eeuwigheden voorbijgaan tot aan deze verandering van zijn wil en terugkeer naar Mij.

Maar hij kan niet vergaan.

Al het door Mij geschapene blijft eeuwig bestaan. Daarom is het voor Mij ook onbelangrijk, hoelang het van Mij afgevallene in zijn verzet volhardt. Want Ik ben van eeuwigheid tot eeuwigheid. Voor Mij bestaat er geen tijd en duizend jaar zijn voor Mij als een dag.

Maar voor het wezen is het belangrijk welke perioden het in algeheel onzalige toestand doorbrengt. Een toestand waarin niet van leven en gelukzaligheid kan worden gesproken.

En u mensen zou ontsteld zijn, als u terugblikkend uw ontwikkelingsgang tot dusver zou kunnen overzien en hiervan de eindeloze tijd in zijn volle omvang beseffen. Want u bent noch uit niets voortgekomen, noch zinkt u met uw lichamelijke dood weer weg in het niets.

U blijft bestaan. Alleen in zeer grote weerstand zult u uw zelfbewustzijn kunnen verliezen. En dan zult u weer een eindeloos lange weg moeten afleggen in duisternis en kwelling.

En keert u eindelijk weer terug in het zelfbewustzijn, dan zult u in deze toestand ook nog kunnen falen en als zelfbewust wezen in het hiernamaals nog eeuwigheden moeten worstelen, totdat het lichtrijk u opneemt en u nu opwaarts klimt. Maar u vergaat niet.

En daarom zult u ook niet als mens uw bestaan kunnen uitwissen, wanneer u ook uw lichamelijk omhulsel zelf onbruikbaar maakt voor een verdere gang over de aarde. Wanneer u gelooft zelf u van het leven te kunnen beroven.

Want uw eigenlijke ik blijft bestaan, omdat het geestelijke dat eens uit Mij is voortgekomen, niet kan vergaan. En zo grijpt u alleen in mijn proces van ontwikkeling in, die u vrijheid zou moeten brengen uit een toestand zonder leven en gelukzaligheid.

U handelt tegen mijn wil in. U handelt eigenmachtig en verkeerd. U berooft uzelf van de gelegenheden die in mijn heilsplan voor u werden geschapen.

U houdt in zekere zin de gang van uw ontwikkeling tegen en geraakt tevens in het grootste gevaar weer terug te zinken in de diepte, wanneer u in het hiernamaals niet van gedachten verandert en daar de mogelijkheden benut die mijn liefde u biedt. Dat u altijd en eeuwig blijft bestaan, daar zou u ernstig over na moeten denken. En daarom zou u ook niet lichtvaardig moeten omgaan met uw aardse leven, dat u eens zult herkennen als een ongelofelijk geschenk van genade, omdat het u de definitieve vrijheid kan brengen. Maar het geloof aan een voortbestaan ontbreekt meestal bij de mensen. En daarom gaan ze onverantwoordelijk door het leven op aarde. En ze benutten het grote genadegeschenk niet. En mijn tegenstander die zelf zich het verste van Mij heeft verwijderd, versterkt hen in hun ongeloof, om te verhinderen dat het geestelijke dat hijzelf in de diepte heeft getrokken, het leven in gelukzaligheid bereikt. Maar daarom zal ook voor hem de tijd tot eeuwigheid worden, die hij ver van Mij doorbrengt. En al waant hij zich ook sterk en machtig - de tijd zal komen waarin hij zwak en hulpeloos op de grond ligt, waarin hij voor zichzelf zijn einde zal wensen en toch niet kan vergaan.

En dan pas zal hij de straling van mijn liefde begeren en ze ook ontvangen. Dan pas zal ook hij ontwaken ten leven en terugkeren naar zijn vaderhuis.

Amen

Êtres impérissables - «S'enlever tout seul la vie»

Vous resterez toujours existant et pour l’éternité, parce que ce qui est procédé de Moi ne peut plus disparaître dans l’éternité. Et donc Je ne peux pas détruire et Je ne détruirai pas ce qui s'oppose à Moi, bien que cela soit certes possible à Mon Pouvoir, mais Je chercherai toujours à faire revenir ce qui s'est éloigné de Moi dans une volonté de rébellion. Parce que Mon Amour pour tout ce que J'ai créé empêche une totale destruction, pour laquelle même Mon adversaire, le premier esprit créé et le premier mort, n'a jamais à craindre une destruction, parce que lui-même fait partie de ceux qui doivent de nouveau revenir dans la Maison de leur Père. Je peux certes désapprouver son action, Je peux marquer son être comme totalement tourné contre Mon Ordre éternel et mettre les hommes en garde contre lui, Je peux Me donner du mal pour vous protéger de son influence, mais Je ne lui soustrais pas Mon Amour, seulement ce Rayon d'Amour ne le frappe pas, c'est-à-dire qu’il perd son efficacité, parce que Mon adversaire s'oppose à Mon Rayonnement d'Amour. Mais il ne peut s'arrêter éternellement dans sa rébellion, mais lui aussi un jour reviendra à Moi et mènera une Vie dans la plus sublime Béatitude, bien qu’il se passera encore l'Éternité jusqu'à son changement de volonté et jusqu’à son retour à Moi. Mais il ne peut pas disparaître. Tout ce que J'ai créé reste et subsiste dans l’éternité. Donc pour Moi il n'est pas important, jusqu'à quand le spirituel tombé de Moi reste dans son refus, parce que Je Suis d'Éternité en Éternité, pour Moi il n’existe aucun temps, et mille ans sont devant Moi comme un jour. Mais pour l'être les espaces de temps qu’il passe dans un malheur total, dans un état qui ne peut pas être appelé Vie et Béatitude, sont importants. Vous les hommes seriez horrifiés si vous pouviez regarder en arrière pour embrasser avec le regard votre parcours de développement que vous avez fait jusqu'à présent et mesurer son temps infini, parce que vous n'êtes ni «procédé de rien», ni ne vous précipitez de nouveau en «rien» avec la mort de votre corps. Vous restez existants, vous pouvez seulement perdre votre conscience de soi dans une grande résistance et ensuite vous devez de nouveau re-parcourir des voies infiniment longues dans l'obscurité et le tourment. Et si un jour vous revenez finalement à la conscience de soi, alors dans cet état vous pouvez encore échouer et dans l'au-delà devoir encore lutter pendant l'Éternité comme être auto-conscient, jusqu'à ce que vous soyez accueilli par le Règne de la Lumière et ensuite vous monterez en haut. Mais vous ne disparaissez pas. Et donc vous ne pouvez ne pas dissoudre votre être en tant qu’homme, même si vous rendez inutile votre enveloppe corporelle pour un parcours terrestre ultérieur, lorsque vous-mêmes «croyez pouvoir vous enlever la vie». Parce que votre vrai «Je» reste existant, parce que le spirituel, qui a été une fois procédé de Moi, ne peut pas disparaître. Et ainsi vous intervenez seulement dans Mon Processus de développement qui devrait vous apporter la liberté d'un état qui n'est pas Vie et Béatitude. Vous agissez contre Ma Volonté, vous agissez arbitrairement et d’une manière erronée, vous vous privez vous-mêmes des opportunités qui ont été créées pour vous dans Mon Plan de Salut. Vous-mêmes arrêtez le parcours de votre développement et avec cela arrivez dans le plus grand danger de retomber de nouveau dans l'abîme, si dans l’au-delà vous ne repensez pas à quelque chose de mieux et n'exploitez pas là les possibilités que Mon Amour vous offre. Vous devez vous rappeler sérieusement que vous restez existant toujours et dans l’éternité, et donc ne pas traiter avec légèreté votre vie terrestre qu'un jour vous reconnaîtrez comme un Don de Grâce inouï, parce qu'elle pouvait vous procurer la liberté définitive. Mais la foi dans la continuation de l'existence manque presque toujours aux hommes, et donc ils passent de manière irresponsable à travers la vie terrestre et ils n'exploitent pas le grand Don de Grâce. Et Mon adversaire, qui s’est lui-même éloigné le plus loin de Moi, les renforce dans leur incrédulité, pour empêcher que le spirituel arrive à la Vie dans la Béatitude, ceux que lui-même a attiré dans l'abîme. Mais pour cela même pour lui le temps qu’il passe loin de Moi deviendra une Éternité. Et même s’il se croit fort et puissant, le temps viendra dans lequel il sera au sol faible et sans aide, et lui-même souhaitera une fin pour disparaître. Seulement alors il désirera Mon Rayonnement d'Amour et il le recevra, seulement alors il se réveillera à la Vie et il reviendra dans la Maison de son Père.

Amen