Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Bron van leven - Het juiste voedsel voor de ziel

U mensen zult uit vele bronnen kunnen putten, maar wanneer u verlangen hebt naar levenswater, wanneer u uw ziel een waarlijk versterkende en tot leven brengende drank zult willen aanbieden, dan zult u uw schreden moeten richten op de bron die God zelf voor u heeft ontsloten. U zult u moeten laven daar waar het water des levens stroomt, waar God zelf Zijn woord naar de aarde leidt. Het hoeft niet altijd mijn rechtstreeks tot u gesproken woord te zijn dat op een schijnbaar ongewone manier toegang tot de mensen vindt. U zult het overal kunnen vernemen waar mijn woord wordt verkondigd, wanneer u zelf daar met honger en dorst verschijnt en van harte begeert voedsel voor uw ziel te vinden. En u wordt dan ook door Mij zelf aangesproken. U put dus uit de juiste Bron. Zuiver, helder levenswater wordt u steeds aangeboden wanneer u naar de Bron van het leven zelf komt, wanneer u zich tevoren innig met Mij verbindt. Deze verbinding is dus de voorwaarde waarop u de echte levensdrank wordt aangeboden.

Maar hoe vaak schakelt men Mij uit. Hoe vaak nemen de mensen geestelijk goed zuiver verstandelijk in ontvangst. Ze horen preken en luisteren alleen naar de woorden. Ze denken er over na als over aardse opvattingen. Ze willen ook profijt trekken uit de woorden, ze willen hun kennis vergroten, maar om de ziel voedsel aan te bieden, daar denken ze niet aan. En wordt hun op een andere plaats eveneens geestelijk goed aangeboden, dan nemen ze ook dit net zo in ontvangst. Ze drinken als het ware van elk water dat voor hen toegankelijk is, zonder te onderzoeken uit welke bron het ontspringt. Dit onderzoek is echter weer alleen uit te voeren in verbinding met Mij en daarom kan geen mens - al is zijn verstand nog zo hoog ontwikkeld - volledige duidelijkheid verkrijgen, zolang hij nog niet het innige contact met Mij tot stand heeft gebracht. Want zo lang is de echte Levensbron voor hem verborgen en hij verzadigt zich steeds alleen met krachteloze spijzen en zijn ziel lijdt gebrek en kan op aarde niet rijp worden.

Maar ieder mens kan er zeker van zijn dat Ik zelf hem aanspreek wanneer hij wenst door Mij te worden aangesproken. Ieder mens kan ervan overtuigd zijn dat hij na innig gebed tot Mij steeds dat zal ontvangen wat zijn ziel aan spijs en drank nodig heeft. En neemt hij nu mijn woord toch daar in ontvangst waar het al door menselijke wil werd verontreinigd, dan zal zijn oor wel elk woord horen, maar het hart zal alleen onder de indruk van de waarheid zijn. Er zal weer alleen dat zijn hart binnendringen wat afkomstig is uit de Oerbron van de waarheid, want Ik zelf sta nu op die plaats omdat de mens gespijzigd wil worden en Ik zelf doe hem de juiste spijs en de juiste drank toekomen omdat dit nu mogelijk is door de innige band met Mij. En waar de innige band ook door de predikant zelf tevoren is aangeknoopt, daar kan Ik nu zelf spreken door die predikant. En nu stroomt zuiver, helder levenswater naar al diegenen toe die uit de Bron putten, wier zielen gelaafd willen worden en wier harten nu ook worden aangeraakt door mijn woord.

De band met Mij is nodig, want Ik zelf ben de Bron en de Oorsprong van al het leven. Het moet de mens ernst zijn alleen het juiste, onvervalste geestelijke goed in ontvangst te nemen. Zijn ziel moet honger en dorst voelen en het juiste voedsel begeren, dan kan hij er ook zeker van zijn het te ontvangen. Want dan zal hij zich ook tot Mij zelf wenden. Hij zal niet alleen kennis begeren, veeleer zal hij het weten trachten te verkrijgen dat nuttig is voor zijn ziel, dat hij steeds alleen bij Mij zelf kan vinden en daarom moet hij zich ook verbinden met Mij. Maar hij zal dan ook steeds hetzelfde ontvangen wat Ik naar de aarde zal leiden waar Ik een mens rechtstreeks kan aanspreken. Want al dezen putten uit dezelfde Bron, zodra ze zich maar met Mij verbinden. En altijd zullen hun zielen gelaafd en gesterkt zijn, omdat het uiterst kostelijke voeding is die ze uit mijn levensbron mogen putten, die alle mensen ter beschikking staat die naar Mij komen en mijn levenswater begeren.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Lebensborn.... Rechte Seelennahrung....

Aus vielen Quellen könnet ihr Menschen schöpfen, doch wenn es euch verlangt nach einem Lebenswasser, wenn ihr eurer Seele einen wahrhaft stärkenden und belebenden Trank bieten wollet, dann müsset ihr eure Schritte lenken zu dem Born, den Gott Selbst für euch erschlossen hat. Ihr müsset euch laben dort, wo das Wasser des Lebens hervorströmt.... wo Gott Selbst Sein Wort zur Erde leitet. Es muß nicht immer Mein direkt zu euch-gesprochenes Wort sein, das auf "ungewöhnlich-scheinende" Weise Zugang zu den Menschen findet. Ihr könnet es überall vernehmen, wo Mein Wort verkündet wird, wenn ihr selbst hungernd und dürstend euch dort einfindet und von Herzen begehret, Nahrung für eure Seele zu finden. Und ihr werdet dann auch von Mir Selbst angesprochen, ihr schöpfet also aus dem rechten Quell. Reines, klares Lebenswasser wird euch stets geboten, wenn ihr zum Quell des Lebens selbst kommt, wenn ihr euch innig mit Mir verbindet zuvor.... Diese Bindung also ist Voraussetzung, daß euch der rechte Lebenstrank geboten wird. Wie oft aber schaltet man Mich aus, wie oft nehmen die Menschen Geistesgut entgegen rein verstandesmäßig, sie hören Predigten und horchen nur auf die Worte, sie denken darüber nach wie über irdisches Gedankengut, sie wollen auch einen Gewinn aus den Worten erzielen, sie wollen ihr Wissen vermehren.... aber der Seele Nahrung zu bieten, daran denken sie nicht.... Und wird ihnen an anderer Stelle gleichfalls Geistesgut angeboten, so nehmen sie auch dieses ebenso entgegen, sie trinken gleichsam von jedem Wasser, das ihnen zugänglich ist, ohne zu prüfen, welchem Quell es entströmet. Diese Prüfung ist aber wieder nur vorzunehmen in Verbindung mit Mir, und es kann daher kein Mensch.... und sei sein Verstand noch so hoch entwickelt.... völlige Klarheit bekommen, solange er noch nicht den innigen Kontakt mit Mir hergestellt hat, denn so lange ist ihm der rechte Lebensquell verborgen, und er sättigt sich immer nur an kraftloser Speise, und seine Seele darbt und kann nicht ausreifen auf Erden. Jeder Mensch aber kann gewiß sein, daß Ich Selbst ihn anspreche, wenn er von Mir angesprochen zu werden begehrt.... Jeder Mensch kann überzeugt sein davon, daß er nach innigem Gebet zu Mir immer das erhalten wird, was seine Seele an Speise und Trank benötigt. Und nimmt er nun Mein Wort doch dort entgegen, wo es schon durch Menschenwillen verunreinigt wurde, dann wird sein Ohr wohl jedes Wort vernehmen, das Herz aber nur von der Wahrheit beeindruckt sein, es wird wieder nur das in sein Herz eindringen, was dem Urquell der Wahrheit entstammt, denn Ich Selbst stehe nun an der Stätte, da der Mensch gespeist werden will, und Ich Selbst lasse ihm die rechte Speise und den rechten Trank zukommen, weil dies nun möglich ist durch die innige Bindung mit Mir.... Und wo die innige Bindung auch vom Prediger selbst zuvor geknüpft worden ist, dort kann Ich nun Selbst reden durch jene Prediger, und nun strömt reines, klares Lebenswasser allen denen zu, die an dem Quell schöpfen, deren Seelen gelabt werden wollen und deren Herzen nun auch berührt werden von Meinem Wort. Die Bindung mit Mir ist nötig, denn Ich Selbst bin der Quell und der Ausgang alles Lebens. Es muß dem Menschen ernst sein darum, nur das rechte, unverfälschte Geistesgut entgegenzunehmen, es muß seine Seele Hunger und Durst empfinden und die rechte Nahrung begehren, dann kann er auch gewiß sein, sie zu empfangen, denn dann wird er sich auch an Mich Selbst wenden, er wird nicht nur ein "Wissen" begehren, sondern das seiner Seele zuträgliche Wissen zu erlangen suchen, das er immer nur bei Mir Selbst finden kann und er darum sich auch Mir verbinden muß. Aber er wird dann auch stets das gleiche empfangen, was Ich zur Erde leite, wo Ich direkt einen Menschen ansprechen kann. Denn alle diese schöpfen aus dem gleichen Quell, sowie sie nur sich Mir verbinden, und immer werden ihre Seelen gelabt und gekräftigt sein, weil es eine gar köstliche Nahrung ist, die sie an Meinem Lebensquell schöpfen dürfen.... die allen Menschen zur Verfügung steht, die zu Mir kommen und Mein Lebenswasser begehren....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde