In nood is ieder mens naar wie Ik nog niet zelf kon komen om hem te verlossen omdat hij de deur van zijn hart nog voor Mij gesloten houdt. Want Ik wil zijn ziel heil brengen. Ik wil dat het in haar licht zal worden en kom daarom als het "Licht van eeuwigheid" tot u mensen in het woord. En daarom klop Ik aan uw deur. En wie Mij opendoet, bij hem treed Ik binnen en met hem houd Ik het avondmaal en hij houdt het met Mij. Maar wie opent Mij blij en bereidwillig de deur van zijn hart? Wie neemt de gave die Ik heb aan te bieden dankbaar aan uit mijn hand? Wie laaft zich aan spijs en drank, door Mij zelf toebereid opdat ze krachtig voedsel voor uw ziel zal zijn?
Meestal kom Ik voor gesloten deuren en naar mijn kloppen wordt niet geluisterd. Meestal willen de mensen zich niet door Mij laten aanspreken, hoewel hun zielen honger hebben en gebrek lijden en de last van de zonde zich doet gevoelen in zwakheid en gebondenheid. Ik kan hun geen verlossing brengen, omdat die eist bereid te zijn Mij zelf in het hart op te nemen. Want de mens moet in Mij als de goddelijke Verlosser Jezus Christus geloven om verlost te kunnen worden. En gelooft hij levendig in Mij, dan opent hij voor Mij ook de deur en neemt hij Mij op. Dan versiert hij de woning van zijn hart voor Mij om Mij te ontvangen. Hij laat Mij zijn Gast zijn en toch is hij mijn gast aan wie Ik nu het avondmaal kan uitdelen tot zijn heil. De liefde voor Mij en het geloof in Mij verzekert hem ook van verlossing en bevrijdt hem uit de nood van de ziel. Maar de liefde en het geloof zijn zeldzaam geworden bij de mensen en hun zielen bevinden zich in een noodtoestand die steeds moeilijker te verhelpen is. Want al daal Ik ook zelf af naar de aarde in het woord, Ik word niet meer herkend. Ik word veel meer afgewezen dan aangenomen wanneer Ik mijn schepselen gelukkig wil maken. En zelfs het licht dat mijn verschijnen begeleidt, wordt niet gezien omdat de mensen bewust de ogen sluiten daar ze geen verlangen naar licht hebben, omdat ze zich in het donker beter voelen en daarom een helder licht schuwen. Ik wil de mensen graag het heil brengen, maar ze nemen het niet aan. Ik wil hun graag kostelijke spijzen aanbieden, maar ze voelen er dorst noch honger naar. Ik zou de boeien van hun zielen willen afrissen, Ik zou ze willen verlossen uit hun gebondenheid. Ik zou ze willen bevrijden van schuld en nood en van de macht van de tegenstander. Maar ze verlangen deze vrijheid niet, ze blijven gewillig in die macht, ook al smachten hun zielen in hun nood.
En daarom loopt er nu een periode van genade ten einde. Er begint een nieuw verlossingstijdperk en tevoren kom Ik zelf naar de aarde zoals Ik het beloofd heb. En dit neerdalen van Mij is vlakbij. Die Mij tevoren hebben aangenomen, die neem Ik op in mijn rijk. Die hun oren voor Mij gesloten hielden, die zal Ik op de aarde laten, maar in een toestand die zij niet wensen, want ze worden weer in de scheppingen op de aarde verbannen. Want ze lieten zich niet verlossen, dus blijven ze nog eeuwige tijden gebonden. Aan hen kon Ik het heil niet brengen, Ik kon hen niet naderen als Redder en Verlosser, want ze kenden Mij niet of ze erkenden Mij niet. Maar de mijnen zullen nu innig met Mij verbonden blijven. Ik zal zelf in hun midden zijn en voor mijn kinderen zorgen, lichamelijk en geestelijk. Want de nieuwe aarde zal hun woonplaats worden, waar mijn beloften vervuld worden dat Ik onder hen vertoef en hun liefde en geloof zal belonen, dat Ik hun gelukzaligheid zal schenken, dat ze in licht en kracht actief kunnen zijn en van elke nood bevrijd zijn, dat er nu vrede is onder de mensen omdat ze van goede wil zijn.
Amen
Vertaler모든 사람이 위험에 처해 있고 나 자신이 그를 구원하기 위해 그에게 갈 수 없다. 왜냐면 그는 아직 나에게 심장의 문을 닫고 있기 때문이다. 그러나 나는 그의 혼을 구원하기를 원하고 그의 내면이 빛이 되기를 원한다. 그러므로 내가 영원한 빛으로서 말씀 안에서 너희에게 다가가 너희의 문을 두드린다. 나에게 문을 여는 사람에게 내가 들어가 그와 성찬을 나누고 그는 나와 함께 성찬에 참여한다. 그러나 누가 자원하여 자신의 심장의 문을 나에게 여느냐? 내가 내 손에서 내어줄 수 있는 선물을 누가 감사하게 받아드리느냐? 누가 너희의 혼을 강하게 해주는 양식이 되도록 나 자신이 준비한 양식과 음료를 통해 자신을 쾌활하게 하느냐?
나는 대부분 잠긴 문 앞에 도달하고 대부분의 사람들이 내 문을 두드리는 소리를 듣지 못하고 비록 그들의 혼이 굶주리고 피폐하고 죄짐이 그들을 연약하게 하고 묶임을 받게 할지라도 대부분의 사람들이 내가 그들에게 말하기를 원하지 않는다. 나는 그들에게 어떤 구원도 줄 수 없다. 왜냐면 구원은 나 자신을 심장 안으로 영접하려는 의지를 요구하기 때문이고 사람이 구원받기 위해서는 나를 하나님의 구세주 예수 그리스도로 믿어야만 하기 때문이다. 그가 생명력이 있게 나를 믿으면, 그는 나에게 문을 열고 나를 받아들인다. 그러면 그는 그의 심장의 거처를 나를 맞이하기 위해 장식을 한다. 그는 나를 그의 손님이 되게 하고 그가 또한 내 손님이 되어 내가 이제 그에게 그의 구원을 위해 성찬을 베풀 수 있게 된다.
나를 향한 사랑과 나를 믿는 믿음이 또한 그의 구원을 보장하고 그를 혼의 고난에서 해방시킨다. 그러나 사람들 가운데 사랑과 믿음을 희귀하게 찾을 수 있게 되었고 그들의 혼은 항상 해결하기가 더 어렵게 되는 위험한 상태에 있다. 나 자신이 말씀 안에서 이 땅으로 임할지라도 사람들이 더 이상 나를 깨닫지 못하고 내가 내 피조물을 행복하게 해주기 원하면 나는 영접받기 보다 더 많은 거부를 받는다. 사람들이 심지어 내가 임함으로 동행하는 빛을 보지 못한다. 왜냐면 사람들이 의식적으로 눈을 닫고 그들에게 빛을 향한 갈망이 없기 때문이고 그들이 어두움 속에서 더 편안하게 느끼기 때문에 밝은 빛을 피하기 때문이다.
나는 사람들에게 구원을 주기를 원하지만 사람들이 구원을 받아들이지 않는다. 나는 그들에게 귀중한 양식을 제공하기를 원하지만 그러나 그들은 굶주림도 느끼지 못하고 갈증도 느끼지 못한다. 나는 그들의 혼으로부터 사슬을 제거 해주기를 원하고 그들을 그들의 속박에서 구원해주기를 원한다. 나는 그들을 죄로부터 자유롭게 해주기를 원하고 고난과 내 대적자의 권세로부터 자유롭게 해주기를 원한다. 그러나 그들은 이런 자유를 갈망하지 않고 비록 그들의 혼이 그들의 혼의 고통 가운데 시달릴지라도 그들은 자원하여 내 대적자의 권세 아래 머문다. 그러므로 이제 은혜의 시간이 끝이 나고 새로운 구원시대가 시작이 되고 내가 약속 한대로 나 자신이 새로운 구원시대가 시작되기 전에 이 땅으로 임한다.
내가 재림하는 일이 아주 가까이 다가왔다. 나는 이전에 나를 영접한 사람들을 내 나라로 받아들이고 나에게 그들의 귀를 닫은 채로 머문 사람들을 땅에 남겨 둘 것이다. 그러나 그들이 원하지 않는 상태로 남겨둘 것이다. 왜냐면 그들은 다시 이 땅의 창조물 안으로 파문을 받아야 하기 때문이다. 그들이 구원받기를 원하지 않았기 때문에 그들은 영원에 영원한 기간 동안 묶임을 받게 된다. 나는 그들에게 구원을 줄 수 없었고 구원자요 구세주로서 그들에게 다가 갈 수 없었다. 왜냐면 그들이 나를 깨닫지 못하거나 또는 나를 인정하지 않았기 때문이다.
그러나 나에게 속한 사람들은 이제 나와 긴밀한 관계를 유지하게 될 것이고 나 자신이 그들 가운데 거할 것이고 내 자녀들을 위해 육체적으로나 영적으로 돌볼 것이다. 내 약속이 성취되는 새 땅이 그들의 거처가 될 것이다. 새 땅에서는 내가 그들 가운데 거하고 그들의 사랑과 믿음에 대해 상을 주고 그들을 축복하고 그들이 빛과 힘을 가지고 활동할 수 있고 이제 모든 고난이 사라지고 그들이 선한 의지를 가지고 있기 때문에 이제 사람들 가운데 단지 평화가 있게 된다.
아멘
Vertaler