U mensen, die nog geheel de wereld bent toegedaan en de weg naar Mij nog niet hebt gevonden, zult nog door veel grote nood moeten heengaan. Aan allen probeer Ik redding te brengen, allen werp Ik het reddingsanker toe. Maar of het wordt vastgepakt blijft aan u overgelaten, want daartoe kan Ik u niet dwingen. Maar de geestelijke nood vereist dat er aardse nood over u komt. Want u weet niet wat het betekent wanneer u in deze nood het einde meemaakt. U ziet alleen de wereld en u verlangt naar de goederen ervan en merkt niet dat uw voeten de rand van de afgrond raken. En wil Ik u ervan wegtrekken, dan moet er een nood over u komen die u ertoe brengt om u heen te kijken. En wanneer u dan echter achteruitstapt, wanneer u de afgrond ziet en voor hem vlucht, dan was de nood zegenrijk voor u.
Binnenkort verliest u mensen toch alles wat u aan aardse goederen bezit, omdat u voor een groot keerpunt staat, voor een geestelijke ommekeer, die het vergaan van aardse scheppingen omvat. Maar u zou u in deze korte tijd een grote schat aan geestelijke goederen kunnen verwerven die onvergankelijk zijn.
En daar wil Ik u mensen graag bij helpen, door noden en lijden die het verlangen naar aardse goederen in u laten verdwijnen. Ik wil graag door deze noden Zelf uw gedachtekring binnentreden. Ik wil graag dat u, die Mij vergeten bent, zich Mij weer herinnert. Ik wil graag dat u in grote aardse nood u tot die Ene wendt, in Wie u niet wilde geloven. Dat Ik, uw God en Schepper, door u nu toch als laatste redding zal worden gezien, wanneer u geen andere uitweg meer weet.
En Ik zou het u waarlijk gemakkelijk maken in Mij te geloven, door ongewone hulpverdeling, die u niet meer als toeval zult kunnen bestempelen. Maar Ik kan steeds alleen maar hulpmiddelen op u toepassen, die u niet dwingen.
De nood is beslist nodig en hij zal op de meest verschillende manieren op u mensen afkomen. Maar hij zal alleen dit ene doel hebben: u de weg naar Mij laten vinden. Want of Ik u aanspreek, of Ik u boden tegemoet zend die u Mijn Woord brengen, of het evangelie in de wereld wordt verkondigd en u op het einde wordt gewezen, dit alles brengt geen grote verandering van het denken tot stand van die mensen, die een prooi van de wereld zijn, die zo in haar ban zijn, dat hun alleen haar goederen begerenswaardig toeschijnen. En ze moeten zich door voelbare aardse nood van de wereld afkeren, wanneer ze nog gered willen worden van de ondergang.
Voor alle wereldse mensen zijn deze woorden onbegrijpelijk, want ze weten niet dat hun ziel in nood is, die zich in een vreselijke gemoedsgesteldheid bevindt, doordat de heer van deze wereld ze nog in zijn macht heeft en ze hiervan niet vrij kan worden zolang de mens de wereld aanhangt, zolang hij nog niet in staat is zich van haar los te maken. Daarom zien ze in de nood ook niet een redmiddel voor hun ziel. Maar de wereld en haar goederen kunnen voor hen vergald worden, wanneer ze door lichamelijke gebreken of ziektes of andere noden hier niet meer van kunnen genieten. En dan kunnen hun gedachten toch nog een andere richting opgaan.
Maar zolang de wereld nog met haar vreugden en geneugten lokt, bieden ze deze verlokkingen geen weerstand. En de laatste tijd tot aan het einde gaat voorbij, zonder te zijn benut voor de eeuwigheid. Maar grote nood kan nog indruk maken op de harten. Grote nood kan enkele mensen nog de ogen openen en de banaliteit van de wereld en haar goederen doen inzien.
En zalig is hij, wiens hart positief op de nood reageert. Zalig, wie nu zelf afstand kan doen ten gunste van de zich in nood bevindende medemensen. Want deze keert nu om op de weg die hij had betreden. En het gevaar om in de diepte te storten is bezworen en hij zal de nood zegenen die hem redde van de dood.
Amen
VertalerVoi uomini, che siete ancora totalmente dediti al mondo e non avete ancora trovato la via verso di Me, dovete essere guidati ancora attraverso grandi miserie. Io tento la salvezza per tutti, a tutti Io getto l’Ancora di Salvezza, ma se viene afferrata, è lasciato a voi, perché a questo non posso costringervi. Ma la miseria spirituale obbliga affinché venga su di voi la miseria materiale, perché non sapete che cosa significa, quando sperimentate la fine in questa miseria. Voi vedete solamente il mondo e tendete ai suoi beni e non vi accorgete, che i vostri piedi toccano il bordo dell’abisso, allora deve venire una miseria su di voi, che v’induce, a guardarvi intorno. E quando poi retrocedete, quando vedete l’abisso e gli sfuggite, allora la miseria era di benedizione per voi. In breve tempo voi uomini perderete comunque tutto ciò che possedete in beni terreni, perché vi trovate davanti ad una grande svolta, davanti ad una svolta spirituale, che include lo svanire delle Creazioni terrene. Ma in questo breve tempo vi potreste conquistare un grande tesoro in beni spirituali, che sono imperituri. Ed a questo Io vorrei aiutare voi uomini tramite miserie e sofferenze, che permettono di uccidere in voi il desiderio per beni terreni. Tramite queste miserie Io Stesso vorrei entrare nella cerchia dei vostri pensieri, vorrei che vi ricordate di nuovo di Me, che Mi avete dimenticato. Io vorrei che in grande miseria terrena vi rivolgeste all’Uno, nel Quale non volete credere, che Io, vostro Dio e Creatore, venga riconosciuto da voi ora come ultima Salvezza, quando non trovate nessun’altra via d’uscita. Ed Io ve lo renderei davvero facile il credere in Me, mediante un insolita prestazione d’Aiuto, che non potete più descrivere come caso. Ma Io posso sempre soltanto impiegare tali mezzi ausiliari, che non vi costringono. La miseria è inevitabile e si avvicinerà a voi uomini nel modo più diverso, ma che hanno soltanto uno scopo, di farvi trovare Me. Perché se Io vi parlo, se vi invio dei messaggeri che vi portano la Mia Parola, se il Vangelo viene annunciato nel mondo e vi viene indicata la fine, tutto questo non produce nessun grande cambiamento del pensare in quegli uomini, che hanno ceduto al mondo, che si trovano talmente nel suo fascino, che per loro sembrano soltanto desiderabili i suoi beni. E si devono distogliere dal mondo tramite sensibile miseria terrena, se vogliono trovare ancora salvezza dalla rovina. A tutti gli uomini mondani queste Parole sono incomprensibili, perché non sanno, che le loro anime sono in pericolo, che si trovano in una situazione terribile per il fatto, che il padrone di questo mondo le tiene ancora nel suo potere, e che non possono liberarsi, finché l’uomo tende ancora al mondo, finché non è in grado di staccarsi da lui. Perciò non intravedono nella miseria un mezzo di salvezza per le loro anime, ma i beni del mondo possono essere resi per loro insopportabili, quando non possono più goderne a causa di malattie o altre miserie, e poi i loro pensieri si possono ancora rivolgere in un'altra direzione. Ma finché il mondo attrae ancora con le sue gioie e godimenti, non prestano nessuna resistenza a queste tentazioni, e l’ultimo tempo fino alla fine passa inutilizzato per l’Eternità. Ma grande miseria può ancora toccare i cuori, grande miseria può ancora aprire gli occhi a singoli uomini e far riconoscere l’insipidità del mondo e dei suoi beni. E beato colui il cui cuore si fa toccare dalla miseria, beato colui stesso che ora presta rinuncia a favore dei prossimi che si trovano nella miseria. Perché questo ritorna ora dalla via sulla quale aveva camminato, ed il pericolo del precipizio è superato, e benedirà la miseria, che lo ha salvato dalla morte.
Amen
Vertaler