Mijn evangelie leert u de liefde en steeds weer de liefde, want alleen de liefde reinigt de ziel van haar afvalstoffen; de liefde is het vuur dat de ziel loutert en al het onedele in het tegendeel omzet. En de liefde heeft als begeleidster ook vaak het leed, dat tevoren harde omhulsels oplost, die aan de liefde steeds nog weerstand boden. Dus zijn liefde en leed de louteringsmiddelen van de ziel en liefde en leed kunnen de mensen met slechte eigenschappen veranderen in deugdzame mensen, ze kunnen de hoogmoed breken en de ware deemoed in het hart van de mens tevoorschijn roepen, ze kunnen de ongeduldigen tot zachtmoed en geduld opvoeden, ze kunnen tot barmhartigheid aansporen en de gerechtigheid naar voren laten komen. Ze kunnen het hele wezen van de mens veranderen en dus nog op aarde de ziel vergeestelijken.
En daarom moet u voortdurend liefde beoefenen en elk leed geduldig op u nemen. U moet het kruis dragen dat u werd opgelegd en daarbij voortdurend uw best doen voor uw medemensen het leed verre te houden, hen gelukkig te maken en ook hen te helpen hun zielenrijpheid te verkrijgen, doordat u hun dus het evangelie van de liefde preekt en ze het ook voorleeft. De mens moet bewust de arbeid aan zijn ziel verrichten, hij moet zich van alle ondeugden en begeerten zelf trachten vrij te maken en de kracht daartoe zal zich voor hem ontwikkelen in de liefde, die hij weer in praktijk brengt bij de naaste.
En wordt hem leed opgelegd, dan moet hij dit leed eveneens beschouwen als een middel om zich te voltooien, omdat het hem een handje helpt indien de liefde nog te zwak is. De ziel moet kristalhelder haar lichaam kunnen verlaten om, met licht doorstraald, binnen te kunnen gaan in het rijk hierna. Maar u, mensen hebt nog min of meer omhullingen op te lossen welke deze lichtstraling tegenhouden voor de ziel. U zult nog aan uzelf moeten werken om de deugden te ontplooien die een ziel moeten sieren, u zult deemoedig, zachtmoedig, vredelievend, barmhartig, rechtvaardig en geduldig moeten worden en dat vereist een bewust arbeiden aan uzelf, dat daarom vaak door leed van allerlei aard wordt bevorderd.
En zo moet u ook de zegen van het lijden inzien dat een verlossende betekenis heeft, dat niet steeds als straf voor zonden moet worden beschouwd, veeleer vaak alleen als een werkzaam middel om de rijpheid van ziel te verkrijgen. Al uw slechte gewoonten en begeerten moet u afleggen en dat vergt vaak een strijd, die u echter in de toestand van lichamelijk lijden veel makkelijker valt dan in een toestand van lichamelijk welzijn, dat eerder geschikt is al zulk kwaad te vergroten dan te verkleinen. IK heb niet zomaar de Woorden uitgesproken: "Wie MIJ wil navolgen neme zijn kruis op".
Wel ben IK voor uw zondenschuld aan het kruis gestorven, al het leed heb IK op ME genomen - daardoor heb IK het mogelijk gemaakt, dat u vrij zult kunnen worden, dat u kracht verkrijgt. Terwille van het Verlossingswerk kunnen u al uw zonden worden vergeven en dus is u ook het binnengaan in het Lichtrijk verzekerd, als u MIJ en Mijn Verlossingswerk erkent en een beroep doet op de genaden van het Verlossingswerk, doordat u MIJ vraagt om verlossing en vergeving van uw schuld. Maar toch blijft er voor uzelf een zekere zielearbeid overgelaten, want deze bepaalt de graad van licht waarin u van de aarde scheidt.
En de bereidwilligheid te verdragen is het bewust deel hebben aan Mijn kruisweg, en wie aan Mijn zijde de weg naar Golgotha gaat, heeft zijn ziel waarlijk een grote dienst bewezen, want deze kan net als IK de weg nemen in het Lichtrijk en ze zal in stralende glans met MIJ in het paradijs zijn, want de verandering vanuit een onvolkomen wezen tot het goddelijke wezen dat het was in het allereerste begin heeft nog op aarde plaats gehad en ze heeft a.h.w. op aarde deelgenomen aan het Verlossingswerk van CHRISTUS, omdat ze het kruis in overgave heeft gedragen.
Daarom, zegen het leed dat uw weg over de aarde begeleidt en laat de liefde in u geheel tot ontplooiing komen, dan zal uw weg over de aarde niet tevergeefs zijn, hij zal u het mooiste doel laten bereiken: de totale vereniging met MIJ, uw GOD en VADER van eeuwigheid.
Amen
VertalerO meu Evangelho ensina-vos o amor e de novo e de novo o amor, porque só o amor purifica a alma de toda a sua escória; o amor é o fogo que purifica a alma e transforma toda a base no oposto. E o amor também tem muitas vezes como companheiro o sofrimento, que dissolve conchas anteriormente duras que ainda ofereciam resistência ao amor. O amor e o sofrimento são purificadores da alma, e o amor e o sofrimento podem transformar os vícios em virtudes, podem quebrar a arrogância e invocar a verdadeira humildade no coração humano, podem educar os impacientes à mansidão e à paciência, podem inspirar misericórdia e trazer justiça para a frente.... Eles podem mudar toda a natureza do Homem e assim espiritualizar a alma enquanto ainda na Terra. E, portanto, você deve praticar constantemente o amor e aceitar pacientemente todo o sofrimento.... Devíeis carregar a cruz que vos foi imposta e, assim, esforçar-vos constantemente por manter o sofrimento longe dos vossos semelhantes, para os fazer felizes e também para os ajudar a atingir a maturidade da alma, pregando-lhes o Evangelho do amor e dando-lhe também o exemplo. O ser humano deve trabalhar conscientemente na sua alma, deve tentar libertar-se de todos os vícios e anseios, e a força para isso surgirá do amor, que voltará a praticar no seu próximo. E se o sofrimento lhe é imposto, então ele também deve considerar esse sofrimento como um meio para a perfeição, porque ajuda onde o amor ainda é demasiado fraco.... A alma deve ser capaz de deixar seu corpo cristalino para poder entrar no reino do além irradiado com a luz.... Mas vocês humanos ainda têm de dissolver mais ou menos conchas que negam à alma esta radiação de luz.... Ainda tendes de trabalhar sobre vós próprios para desenvolver as virtudes que devem adornar uma alma; tendes de alcançar humildade, mansidão, paz, misericórdia, justiça e paciência, e isto requer um trabalho consciente sobre vós próprios que, por isso, muitas vezes é apoiado por todo o tipo de sofrimento. E assim também deve reconhecer a bênção do sofrimento, que tem um propósito redentor, que nem sempre deve ser considerado como castigo pelos pecados, mas muitas vezes apenas como um meio eficaz de atingir a maturidade da alma.... Você deve descartar todos os seus vícios e depravações, e isso muitas vezes requer uma luta que, no entanto, é muito mais fácil para você num estado de sofrimento físico do que num estado de bem-estar físico, que é mais provável que aumente do que reduza todos esses males. Não proferi sem pensar as palavras: "Aquele que me segue, deixe-o pegar na sua cruz....". Morri na cruz pelos teus pecados, levei todo o sofrimento sobre Mim.... Eu tornei possível para você se tornar livre, para ganhar força.... Todos os teus pecados podem ser perdoados por causa do acto de Salvação, e assim a tua entrada no reino da luz também está assegurada se Me reconheceres e ao Meu acto de Salvação e fizeres uso das bênçãos do acto de Salvação pedindo-Me a redenção e o perdão da tua culpa.... Mas, no entanto, vós próprios não sois poupados a uma certa quantidade de trabalho da alma, pois isso determina o grau de luz em que vos afastais da Terra. E a vontade de suportar o sofrimento é a participação (des)consciente na Minha crucificação, e qualquer um que ande no caminho do Gólgota ao Meu lado fez verdadeiramente um grande serviço à sua alma, pois ela pode levar o caminho para o reino da luz como Mim e estará comigo no paraíso em esplendor radiante, pela transformação de um ser imperfeito no ser divino, que era no princípio, ainda se realizou na terra, e já participou, por assim dizer, do ato de Salvação de Cristo na terra, porque carregou a cruz em rendição.... Portanto, abençoa o sofrimento que acompanha o teu caminho terreno e deixa que o amor em ti se desenvolva plenamente, então o teu caminho terreno não será em vão, ele permitir-te-á alcançar a mais bela meta: a união completa comigo, teu Deus e Pai da eternidade...._>Amém
Vertaler