Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Slagen van het noodlot - De liefde van de Vader

Mijn zorg volgt u in liefde die niet verandert, want Ik wil uw ondergang niet, maar uw gelukzaligheid. Ik wil uw verlossing uit de duisternis en uw binnengaan in het licht. Daarom zal Ik u niet in ellende en nood storten uit andere motieven dan u te helpen opwaarts te gaan, omdat u nog in duisternis smacht en alleen niet de kracht opbrengt op te klimmen. Maar mijn middelen en de uitwerkingen ervan zijn u vreemd en u bent gemakkelijk geneigd te geloven dat Ik wreed ben. Maar geloof in mijn liefde en geloof dat steeds alleen de liefde Mij ertoe brengt mijn werk te verrichten, dat Ik met elk gebeuren altijd alleen uw zaligwording op het oog heb. Ik alleen ben op de hoogte van de uitwerking van zulke gebeurtenissen. Ik alleen weet welke weg u zou zijn gegaan zonder mijn slagen van het noodlot. En Ik alleen weet wanneer zo'n weg op dwaalwegen leidt. En wat Ik nu laat komen om zoiets te verhinderen, heeft steeds mijn liefde ten grondslag en zal een zegenrijke uitwerking hebben, ook wanneer u mensen dat onbegrijpelijk voorkomt.

In de laatste tijd voor het einde zijn nu smartelijke ingrepen van mijn kant dringend noodzakelijk en ze zullen zich steeds vaker herhalen. Steeds vaker zal mijn hand knopen moeten losmaken en er zal nog veel leed en droefenis zijn. Maar er zullen ook zielen worden gered. De mensen zullen duidelijk worden gewezen op Hem die het lot van allen in Zijn handen houdt. En hoewel ze Hem dan ook slechts vrezen omdat ze niet in staat zijn Hem lief te hebben, erkennen ze Hem. Ze geloven aan een God en Bestuurder van hemel en aarde. En dit geloof kan hen verder leiden als ze van goede wil zijn. Het kleinste schepsel bezit mijn liefde en Ik alleen waarborg alles het leven, opdat het eens ook in het stadium van de vrije wil binnengaat en zijn laatste opgave op aarde kan vervullen. Hoeveel meer echter bekommer Ik Me om datgene wat dit stadium al heeft bereikt, opdat het niet terugvalt en zijn weg over de aarde tevoren tevergeefs is geweest.

Maar Ik zie ook de klippen op de weg over de aarde van ieder mens. En Ik weet of de mens deze klippen overwint of in gevaar is daar schipbreuk op te lijden en Ik volg hem daarom met mijn zorg en trek hem terug of leid hem op een andere weg verder. Maar nooit wil Ik zijn ondergang. Tevens zult u moeten weten dat Ik steeds een zorgzame Vader ben en dat mijn vaderlijke zorg voor de mensen op aarde waardevoller is dan ooit de zorg van een mens voor zijn medemensen kan zijn.

Houd u daaraan steeds vast wanneer u zich twijfelend afvraagt hoe Ik het kan toelaten: wat kinderen tot wees maakt, wat families van hun kostwinners berooft, wat mensen het liefste dat ze bezitten afneemt. Ik kan allen troosten, Ik kan alle zorgen overnemen en Ik ben een Vader voor allen die eenzaam en verlaten zijn, maar ze moeten de weg naar Mij vinden. En dat is het wat Ik als doel heb, dat ze de verbinding met Mij tot stand brengen in de grootste nood. Want wat hebben woorden voor zin die blijk moeten geven van een geloof aan Mij, wanneer ze niet worden waargemaakt, wanneer de mensen niet in dat geval tot Mij komen, als het aardse leed hen terneer dreigt te drukken. Het levende geloof zal de mensen tot ware steun zijn, maar het dode geloof laat de ene twijfel na de andere bovenkomen over de liefde en almacht van God. En ieder mens wordt geconfronteerd met uren van diepste nood. Dan moeten ze hun weg naar Mij nemen en Ik zal hen waarlijk helpen in hun nood.

Alleen Ik ben het die nemen kan en ook geven. En wanneer u mensen dit weet, geloof er dan ook aan dat Ik wonden kan genezen die Ik heb geslagen ter wille van uw gelukzaligheid. Geloof vast en twijfel niet dat niet altijd datgene naar de gelukzaligheid leidt wat u als goed en nuttig voorkomt. Mijn wegen zijn vaak anders, maar leiden zeker naar het doel. En kom vanuit dit geloof steeds naar Mij en dan zult u mijn liefde mogen voelen omdat u in Mij gelooft.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Schicksalsschläge.... Liebe des Vaters....

In unveränderter Liebe verfolgt euch Meine Fürsorge, denn Ich will nicht euer Verderben, sondern eure Seligkeit.... Ich will eure Erlösung aus der Finsternis und euren Eingang zum Licht. Darum werde Ich euch nicht in Elend und Not stürzen aus anderen Motiven, als euch emporzuhelfen zur Höhe, weil ihr noch in der Finsternis schmachtet und allein nicht die Kraft aufbringet zum Aufstieg. Meine Mittel und ihre Wirksamkeit aber sind euch fremd, und ihr seid leicht geneigt, zu glauben, daß Ich grausam bin.... Doch glaubet an Meine Liebe, und glaubet, daß immer nur die Liebe Mich zu Meinem Wirken bestimmt, daß Ich mit jeglichem Geschehen immer nur eure Seligwerdung bezwecke.... Ich allein weiß um die Auswirkung solcher Geschehen, Ich allein weiß, welchen Weg ihr gegangen wäret ohne Meine Schicksalsschläge.... und Ich allein weiß es, wenn ein solcher Weg in die Irre führt, und was ich nun kommen lasse, um solches zu verhindern, das hat immer nur Meine Liebe zur Begründung und wird sich segensreich auswirken, auch wenn euch Menschen das unverständlich erscheint. In der letzten Zeit vor dem Ende nun sind schmerzvolle Eingriffe Meinerseits dringend geboten, und sie werden sich des öfteren wiederholen, es wird immer häufiger Meine Hand Knoten lösen müssen, und es wird noch viel Leid und Trauer sein, aber es werden auch Seelen gerettet werden, es werden die Menschen offensichtlich hingewiesen auf Den, Der aller Schicksal in Seinen Händen hält.... und wenngleich sie Ihn dann nur fürchten, weil sie Ihn nicht zu lieben vermögen.... aber sie erkennen Ihn an, sie glauben an einen Gott und Lenker des Himmels und der Erde.... Und dieser Glaube kann sie weiterführen, so sie guten Willens sind.... Die kleinste Kreatur besitzt Meine Liebe, und Ich allein sichere allem das Leben, auf daß es einmal auch in das Stadium des freien Willens eintreten und seine letzte Erdenaufgabe erfüllen kann.... Wieviel mehr aber nehme Ich Mich dessen an, das dieses Stadium schon erreicht hat, daß es nicht zurückfalle und sein Erdengang zuvor vergeblich gewesen ist.... Aber Ich erkenne auch die Klippen auf eines jeden Menschen Erdenweg. Und Ich weiß es, ob der Mensch diese Klippe überwindet oder in Gefahr ist, daran zu scheitern.... Und Ich verfolge ihn daher mit Meiner Fürsorge und reiße ihn zurück oder führe ihn einen anderen Weg weiter.... Aber niemals will Ich sein Verderben.... Zudem müsset ihr wissen, daß Ich stets ein sorgender Vater bin.... und daß Meine väterliche Fürsorge wahrlich wertvoller ist für den Erdenmenschen, als je die Sorge eines Menschen für den Mitmenschen sein kann.... Daran haltet euch stets, wenn ihr euch zweifelnd die Frage vorlegt, wie Ich es zulassen kann, was Kinder zu Waisen macht, was Familien ihres Ernährers beraubt, was Menschen das Liebste nimmt, das sie besitzen.... Ich kann allen Trost geben, Ich kann alle Sorgen übernehmen, und Ich bin ein Vater allen, die einsam und verlassen sind.... doch sie müssen zu Mir finden.... Und das ist es, was Ich bezwecke, daß sie die Bindung mit Mir herstellen in größter Not.... Denn was nützen Worte, die einen Glauben an Mich bekunden sollen, wenn sie nicht in die Tat umgesetzt werden, wenn die Menschen nicht dann zu Mir kommen, wenn das Erdenleid sie niederzudrücken droht.... der lebendige Glaube wird den Menschen ein rechter Halt sein.... der tote Glaube aber Zweifel über Zweifel erwachen lassen ob der Liebe und Allmacht Gottes.... Und an jeden Menschen treten Stunden tiefster Not heran.... Dann sollen sie ihren Weg zu Mir nehmen, und Ich werde ihnen wahrlich helfen in ihrer Not.... Ich allein bin es, Der nehmen, aber auch geben kann. Und wenn ihr Menschen dies wisset, so glaubet auch daran, daß Ich Wunden heilen kann, die Ich geschlagen habe um eurer Seligkeit willen.... glaubet es fest und ungezweifelt, daß nicht immer das zur Seligkeit führt, was ihr als gut und nützlich ansehet.... Meine Wege sind oft anders, führen aber sicher zum Ziel. Und kommet in diesem Glauben immer zu Mir, und Meine Liebe werdet ihr nun erfahren dürfen, weil ihr an Mich glaubet....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde