Groot is de macht van hem die u verderven wil, maar alleen dan, als u zelf hem deze macht verleent, omdat als u hem weerstreeft en u naar MIJ wendt, ook Mijn Liefdelicht u omspoelt dat hem volledig krachteloos maakt. Want tegen de liefde kan hij niet standhouden en de liefde zal ook hem eenmaal overwinnen, als zijn tijd gekomen is.
Werkelijk met ononderbroken inspanning weet de satan dat, wat door zijn wil is voortgekomen, maar wel vanuit Mijn Kracht, te fascineren, het voor eeuwig aan zich te onderwerpen - en daarom zal hij tot het uiterste druk uitoefenen op datgene wat hij vreest te verliezen, wat zich uit vrije wil van hem losmaakt, wat streeft naar MIJ te gaan om voor eeuwig met MIJ verenigd te zijn.
Hij zal geen middel schuwen op dit geestelijke in te werken, hij zal verwarring stichten waar hij maar kan - hij zal altijd daar zijn, waar de mijnen samenkomen. Hij zal proberen in hun gedachten tussenbeide te komen om zijn wil op hen over te dragen, ofschoon hij inziet dat hij de macht over dat geestelijke verloren heeft. Nochtans staat hij als vijand tegenover MIJ, want zijn eerzucht is zo groot, dat hij nog zo verblind is te geloven dat zijn macht niet te breken is. In de liefde ziet hij wel een wapen dat hem verwondt en daarom ontvlucht hij ze, waar ze hem de voet dwars zet. En hij wakkert de liefdeloosheid aan waar hem maar de geringste mogelijkheid geboden wordt. Hij voelt dat zijn macht kleiner wordt en wil zich toch niet laten overwinnen.
Daarom is zijn activiteit vaak onmiskenbaar, omdat zijn middelen altijd zodanig zijn, dat er vijandschap tussen de mensen ontstaat die elkaar genegen zijn, dat verwarring ontstaat waar duidelijkheid heerste. En de schuld is bij de mensen zelf te zoeken, daar zij door kleine liefdeloosheden satan een vinger geven - en hij de hele hand probeert te pakken, d.w.z. dat hij de mensen tot steeds grotere liefdeloosheid aanzet.
Hij heeft grote macht, maar alleen daar waar ze hem verleend wordt - omdat u, mensen niet dat wapen tegen hem aanwendt dat hem machteloos laat worden, omdat u de liefde te weinig beoefent; omdat de eigenliefde nog sterk is in u, die,hem echter een welkome mogelijkheid biedt. Dan herkent u hem niet als hij u de weg verspert, dan zijn uw ogen slechtziende en u beziet hem als vriend en schenkt hem uw vertrouwen. Hij is uw vriend niet zolang hij Mijn tegenstander is - en hij is zolang Mijn tegenstander als hij zonder enige liefde is - zolang is hij te vrezen. Als u zelf zonder liefde bent, dan behoort u hem toe en bent van MIJ nog ver verwijderd. Is echter de liefdevonk in u ontvlamd, dan verbreekt u zelf de keten die u gebonden houdt. Dan verandert u van heer, dan verbindt u zich met MIJ en dan heeft hij elke macht over u verloren. Daarom hoeft u hem niet te vrezen, u die van MIJ geworden bent door uw wil, die streeft naar MIJ te komen en hem afwijst.
Dan kan hij u ook niet meer schaden, maar u kunt hem nog helpen doordat u gloeiende kolen op zijn hoofd stapelt, doordat uw liefde zich ook tot alles uitstrekt wat u vijandig gezind is, doordat u het boze met liefde beantwoordt, omdat hij dan moet inzien dat u zich vergoddelijkt heeft. Dat u de meerdere bent van hem in het helderste licht en onmetelijke kracht. Want als een wezen hem heeft overtroffen, bespeurt hij diens macht en laat het ook in gedachten los, d.w.z. het wordt niet meer door hem lastig gevallen omdat het, als verenigd met MIJ, voor hem onbereikbaar is.
De weg naar het Vaderhart is voor alle mensen begaanbaar en de keten die hen gebonden houdt is voor alle mensen te verbreken door de liefde, die tegelijkertijd het middel is om los en vast te maken, die u tot Mijn kinderen maakt, die eeuwig de Wederliefde van de VADER ondervinden en daarom eeuwig gelukkig zijn.
Amen
VertalerO poder daquele que vos quer arruinar é grande, mas só se vós próprios lhe concederem esse poder, porque se vós lhe resistirdes e vos voltardes para Mim, a Minha luz de amor também fluirá para vós, o que o tornará completamente impotente. Pois ele é incapaz de resistir ao amor. E o amor também o derrotará um dia, quando chegar a sua hora. Satanás esforça-se verdadeiramente constantemente para lançar um feitiço sobre o que surgiu através da sua vontade, mas da Minha força, para subjugá-lo para a eternidade. E, por isso, pressionará ao máximo o que teme perder, o que lhe escapa em livre arbítrio, o que se esforça por Mim a fim de se unir a Mim para sempre. (25.5.1951) Ele não poupará meios para influenciar esta substância espiritual, ele causará confusão onde quer que possa. Estará sempre onde os Meus se reúnem, tentará intervir nos seus pensamentos a fim de transferir a sua vontade para eles, embora reconheça ter perdido o poder sobre esta substância espiritual. No entanto, ele enfrenta-me como um inimigo, pois a sua ambição é tão grande que está tão iludido a ponto de acreditar que o seu poder não pode ser quebrado. Reconhece certamente no amor a arma que o feriu e por isso foge dela onde quer que se meta no seu caminho e agita a indelicadeza onde quer que apenas lhe seja oferecida a mais pequena pega. Ele sente que o seu poder está a diminuir, e no entanto não quer ser derrotado. É por isso que a sua actividade é normalmente inconfundível, porque os seus meios são sempre tais que surge uma inimizade entre pessoas que gostam umas das outras, que surge uma confusão onde a clareza teria prevalecido; e a culpa é de se procurar com as próprias pessoas que dão um dedo a Satanás através de pequenas indelicadezas e ele tenta agarrar toda a mão, ou seja, que ele leva as pessoas a uma indelicadeza cada vez maior. Ele tem grande poder mas apenas onde lhe é concedido.... porque vocês, humanos, não usam a arma contra ele, o que o torna impotente.... porque não praticam amor.... suficiente porque o amor-próprio ainda é demasiado forte em vocês, o que lhe oferece um punho de boas-vindas. Então não o reconhece se ele entrar no seu caminho, então o seu olho é fraco de vista e considera-o como um amigo e deposita nele a sua confiança. Ele não é vosso amigo enquanto for Meu adversário e é Meu adversário enquanto for desprovido de todo o amor. Ele deve ser temido enquanto vocês estiverem sem amor a si próprios, pois então vocês são dele e ainda estão longe de Mim. Mas uma vez acesa a centelha do amor em vós, então vós próprios soltareis o grilho que vos mantém presos, depois mudareis o vosso senhor, depois unir-vos-eis a Mim e então ele terá perdido todo o poder sobre vós. Por conseguinte, não precisam de o temer, vocês que se tornaram Mim através da vossa vontade, o que empurra para Mim e o repele. Então ele já não vos pode fazer mal, mas ainda assim podeis ajudá-lo recolhendo brasas ardentes na sua cabeça, estendendo o amor a tudo o que é hostil para convosco, devolvendo o mal com amor, porque então ele deve reconhecer que vos deificastes, que estais acima dele na mais brilhante luz e força desmedida. Pois se um ser cresce para além dele sente o seu poder e também o liberta mentalmente, ou seja, já não é oprimido por ele porque, como unido a Mim, é inalcançável para ele. O caminho para o coração do Pai é passível de ser percorrido por todas as pessoas, e o grilho que o mantém preso pode ser solto para todas as pessoas através do amor, que é o meio de libertação e ligação ao mesmo tempo, o que vos torna Meus filhos que experimentam eternamente o amor recíproco do Pai e são, portanto, eternamente felizes...._>Ámen
Vertaler