Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Wie zijn leven liefheeft, die zal het verliezen

De wil om te leven betekent een zekere overwinning op de dood. Wel kunt u de aardse lichamelijke dood niet gebieden, maar ook dan nog kan de lichamelijke dood de overgang zijn tot het leven - als bovendien de wil in de mens sterk werd zodat hij het eeuwige leven verwerft. En deze levenswil wordt door MIJ goed geheten ofschoon IK de Woorden sprak: "Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen en wie het weggeeft, zal het verkrijgen!"

Wie er alleen aan denkt hoe hij voor zijn lichamelijk leven kan zorgen, die zal heel spoedig ondervinden dat hij zelf volledig machteloos is en van de aarde wordt weggenomen zonder er zich tegen te kunnen verzetten. Deze levenswil is dus niet bedoeld om over de dood te zegevieren.

De mens moet naar het ware leven van de ziel verlangen en voor dit leven moet zijn wil zich met al zijn kracht inzetten. Dan is er voor hem geen dood meer in eeuwigheid, dan zal hij leven in licht en kracht en ononderbroken werkzaam kunnen zijn tot eigen geluk. Dan heeft hij waarlijk de dood overwonnen en het uittreden van de ziel uit haar lichaam is een ontwaken tot een nieuw leven, niet bezwaard door het lichamelijke omhulsel, vrij van elke materie en toch in onvermoede volheid van kracht.

Dit leven moeten de mensen op de aarde lief krijgen, en alleen daar naar streven het eenmaal te bezitten. Dan verlangen zij sterk naar de dood, dan willen zij het aardse leven opgeven terwille van het ware leven in de eeuwigheid. Maar de mensen hangen nog veel meer aan hun lichamelijk leven. Zij vrezen het te verliezen, zij hebben hun aardse leven lief, daarom verliezen zij het en hun lot is de dood. En weer is niet de dood van het lichaam bedoeld maar de dood van de geest, waarin de ziel onherroepelijk wegzakt die het leven op de aarde liefheeft. En deze dood is erger dan de mens het zich kan voorstellen, want hij heeft zichzelf verloren, hij is het aardse leven kwijt geraakt en zijn ziel is zonder licht en kracht, geheel machteloos en in diepste duisternis.

De geestelijke dood is voor de ziel een onbeschrijflijke kwelling, omdat zij zichzelf bewust is, dus niet uitgewist op het moment van de dood, maar verder vegeteert in een toestand die voor haar zeer kwellend is. Het verlangen om gelukkig bezig te zijn zal altijd alleen een levend wezen kunnen vervullen, omdat daar kracht toebehoort die alleen een levend wezen in zich heeft - terwijl een wezen zonder kracht dood is. Wat echter op aarde door middel van aan de mens toestromende levenskracht tot stand wordt gebracht, kan uit zuiver wereldse activiteit bestaan, die wel aardse stoffelijke goederen vermeerdert maar voor het geestelijke rijk zonder waarde is - of ook in geestelijke werkzaamheden die onvergankelijke schatten opleveren, en zodoende ook een leven in de eeuwigheid verzekeren.

En daarom moet de wil van de mens ernstig op het eeuwige leven gericht zijn, opdat hij dan de levenskracht gebruikt voor het winnen van de geestelijke kracht. Dan zal hij zegevieren over de dood, want dan is voor hem een eeuwig leven zeker en hij zal de dood niet smaken in eeuwigheid.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

“Quien ama su vida, la perderá”

La voluntad de vivir significa una victoria segura sobre la muerte. Terrenalmente, por supuesto, no podéis mandar a la muerte. Sin embargo, aun así la muerte corporal puede ser la transición para la Vida, si para esto la voluntad en el hombre fue suficientemente poderosa para que alcanzara la Vida eterna.

Yo apruebo esa voluntad para la vida aunque Yo mismo haya pronunciado: “El que ponga al seguro su vida, la perderá, y el que pierda su vida a causa mía, la pondrá al seguro”16. Aquel que sólo piensa en la vida de su cuerpo, cómo mantenerla, pronto se dará cuenta que él mismo carece de todo poder y que será quitado de esta Tierra sin poder defenderse. Pues no se trata de esta voluntad de vivir para que sea vencedora sobre la muerte.

La verdadera vida del alma hay que anhelarla, y para alcanzarla el hombre debe emplear toda su fuerza. Entonces para él ya no habrá muerte ni en toda la eternidad, pues vivirá en Luz y fuerza, y continuamente podrá ser activo para su propio deleite. Sólo entonces ha vencido la muerte definitivamente, y la salida del alma de su cuerpo es un despertar para una nueva vida, liberada de la carga de la envoltura corporal y de toda demás materia - pero aun así colmado de fuerza nunca sospechada.

Ésta es la vida a la que los hombres en la Tierra deben apreciar, y deben aspirarla para que un día venidero la posean; entonces incluso anhelarán la llegada de la muerte y querrán desprenderse de la vida terrenal a cambio de la verdadera vida en toda eternidad.

Pero los hombres están mucho más apegados a su vida corporal y temen perder su vida terrenal porque la aprecian mucho - y precisamente por eso la pierden y su suerte es la muerte. Y aquí, otra vez, no se trata de la muerte corporal sino de la del espíritu, en la que inevitablemente se hunde cualquier alma que aprecia la vida en la Tierra. Y esta muerte es peor de lo que el hombre puede imaginarse, pues se ha perdido a sí mismo... ha desaprovechado la vida terrenal, y su alma se ha quedado sin Luz y fuerza... no tiene el menor poder y se ha quedado en las tinieblas más profundas.

Para el alma la muerte espiritual resulta en un tormento indescriptible porque está consciente de sí misma... que en la hora de la muerte no quedó abolida sino que continúa vegetando en un estado de angustia.

Las ganas de tener una actividad que complace, sólo las puede realizar aquel que está vivo. Porque para esto hace falta fuerza como la tienen solamente los seres vivos, mientras que un ser sin fuerza está muerto.

El efecto que en la Tierra está surtido mediante la Fuerza Vital que afluye a los hombres puede consistir en actividad meramente mundana que aumenta los bienes terrenales materiales que para el Reino espiritual no tienen el menor valor, o también en una actividad espiritual que produce bienes imperecederos, con lo que también garantiza una Vida en la eternidad.

Por eso la voluntad del hombre debería siempre estar orientada hacia la Vida eterna, para que aproveche de la Fuerza Vital para la generación de fuerza espiritual. Entonces él será vencedor de la muerte y una vida eterna le será garantizada. Y nunca palpará la muerte ni en toda la eternidad.

Amén.

Vertaler
Vertaald door: Meinhard Füssel