Wat u verlangt te weten zal u bekend worden gemaakt, zodra u uw vragen ter beantwoording aan MIJ voorlegt. Het is voor alle mensen van de grootste betekenis, als zij zich tot doel stellen in het aardse leven hun ziel tot voltooiing te brengen. Als zij er vast in geloven dat zij zich eens moeten verantwoorden voor een rechtvaardige GOD, in hoeverre zij hun aardse leven benut hebben.
In geestelijk opzicht spoort dit geloof de mens aan tot de grootste activiteit. Dus is het begrijpelijk dat een geloof aan meerdere mogelijkheden van een opwaartse ontwikkeling, de mens lauwer laat worden in de arbeid aan zijn ziel. En dat dit geloof een ernstige gevaar is omdat het in zekere zin het streven naar de hoogst mogelijke zielerijpheid vermindert, en bovendien ook Mijn Rechtvaardigheid in twijfel trekt.
Want hoe zou IK de een of ander tot verantwoording kunnen roepen, wanneer IK niet voor ieder mens de her-belichaming op aarde zou toelaten? Op welke manier moest dan de beloning wel plaats vinden van hen die zich naar Mijn Wil tot liefde omvormen tijdens hun leven op aarde, wanneer IK hem die gefaald heeft dezelfde gelegenheid zou geven zich een of meermalen te belichamen, met het doel zich opwaarts te ontwikkelen. Dan zou ieder mens ten laatste dezelfde graad van volmaaktheid hebben bereikt!
De lichtsterkte bepaalt in het geestelijke rijk ook de graad van zaligheid. De lichtsterkte, die de mens in vrije wil op de aarde heeft bereikt is beslissend voor het arbeidsveld dat hem in het geestelijke rijk wordt toegewezen, waar hij nu meer en meer kan toenemen in wijsheid en kracht - dus ook in zaligheid.
En zijn werkzaamheid is weer het brengen van licht en kracht tot die wezens die licht- en krachteloos zijn, die dus hulp nodig hebben zowel op aarde als ook in het geestelijke rijk. Deze bezigheid is bovenmate verblijdend, zo dat geen werkzaamheid op aarde aan haar gelijkgesteld kan worden. Daaruit volgt, dat ieder wezen dat in staat is om licht en kracht aan behoeftige zielen uit te delen deze bezigheid ook wil verrichten, omdat het zichzelf daarmee onuitsprekelijk gelukkig maakt. Want het neemt die kracht van MIJ op, en is dus in zekere zin een doorgeefstation van Mijn Krachtuitstraling.
Deze gelukkigmakende ontwikkelingsgang tracht elk wezen te verwezenlijken zodra het maar een sprankje van inzicht heeft, dus niet meer in het diepste duister van de geest verkeert. Dan echter ruilt het wezen nooit meer vrijwillig het verblijf in het geestelijke rijk om voor een leven op de aarde. Het verlangt nooit meer naar het stoffelijke omhulsel terug, want de mogelijkheden op opwaarts te gaan zijn in het geestelijke rijk evengoed aanwezig, wanneer de wil tot liefde eenmaal ontwaakt is bij hen die al een spoortje inzicht hebben.
Zich belichamen kan de ziel wel, als zij zelf de wil daartoe heeft en er een edel motief aan deze belichaming ten grondslag ligt. Hulpverlening aan de medemensen, of het aflossen van een grote schuld die belemmerend tegenwerkt om een hogere graad van zielerijpheid te bereiken. Dan is dat geen terugplaatsen naar de aarde door Mijn Wil, maar de wil van de ziel zelf is doorslaggevend.
Daar nu echter iedere ziel het vermogen zich iets te herinneren van vroeger ontnomen wordt, is zo'n belichaming met het grootste gevaar verbonden omdat de ziel evenzogoed kan wegzinken door haar vrije wil, omdat zij net als ieder mens de ontwikkelingsgang moet afleggen en haar vleselijke lusten zullen daar in het bijzonder naar voren komen, als ze in dezelfde verleiding komt die haar schuldig liet worden in haar vorige belichaming.
Stelt de ziel de werkzaamheid in het geestelijke rijk daartegenover, die haar langzaam maar zeker deze graad van rijpheid bezorgt - terwijl een geestelijk succes door een herhaalde belichaming twijfelachtig is, dan kiest zij veel eerder het lot in het geestelijke rijk. Maar zij blijft toch met de aarde verbonden, inzoverre, dat zij zich om de zielen op de aarde bekommert en hun lot begeleidt. Zij zal steeds helpen waar zij zelf op aarde gefaald heeft, om welke reden echter de veronderstelling fout is dat dezelfde ziel zich weer als mens belichaamd heeft. Want steeds moet er tegen ingebracht worden dat de mens op aarde elke gelegenheid wordt geboden zich opwaarts te ontwikkelen, dat de toevoer van genade onbegrensd is, dat de wil van de mens door het Verlossingswerk een sterker worden kan ervaren die elk falen onmogelijk maakt. Dat het hem dus helemaal vrij staat deze hoge lichtgraad te bereiken en dat deze voordelen niet willekeurig mogen worden afgewezen - om er dan opnieuw weer om te vragen.
De mens heeft een vrije wil en hij moet zich eens voor het gebruik ervan verantwoorden. Hij moet ook de gevolgen ervan dragen die uit uiteenlopende soorten lotsbeschikking in het hiernamaals bestaan, en die hij niet eenvoudig kan omzeilen door een hernieuwde belichaming. Want hiervan is het gevolg weer twijfelachtig omdat elke herinnering aan vroeger hem is ontnomen.
Toch is zijn wil beslissend en hij wordt dus belichaamd als hij wil. Maar deze wil is een zeldzaamheid, waardoor dus van een meermalige incarnering niet gesproken kan worden. Bovendien is deze leer een groot gevaar voor de mensen als zij hun aardse levensgang niet ernstig genoeg nemen, altijd rekening houdend met een herhaling, die echter achterwege blijft.
Amen
VertalerVprašajte Me karkoli želite vedeti in na vaša vprašanja vam bom odgovoril takoj, ko Me boste vprašali.... Za vse ljudi je zelo pomembno, da si v času svojega zemeljskega življenja prizadevajo doseči polno zrelost svojih duš in da trdno verjamejo, da bodo nekega dne morali dati račun pravičnemu Bogu, kako so uporabljali svoje zemeljsko življenje. To prepričanje spodbuja ljudi, da so duhovno zelo aktivni. Zato je razumljivo, da bo vera v pogoste možnosti višjega razvoja skozi ponavljajoče se inkarnacije na Zemlji naredila človeka ravnodušnega do njegove duševne naloge. To prepričanje je nevarno, saj učinkovito zmanjšuje prizadevanje za najvišjo možno zrelost duše, hkrati pa postavlja pod vprašaj Mojo pravičnost. Kako naj od te ali one osebe zahtevam odgovornost, če ne dovolim vsakemu človeku, da se ponovno utelesi na Zemlji? Kako naj bodo ljudje, ki sebe po Moji volji v svojem zemeljskem življenju spremenijo v ljubezen nagrajeni, če dam priložnost tistim, ki so bili neuspešni, da se še enkrat ali večkrat utelesijo z namenom, da dosežejo višji razvoj? V tem primeru bi vsak človek na koncu dosegel enako raven popolnosti.... V duhovnem kraljestvu stopnja svetlobe določa stopnjo blaženosti. Intenzivnost svetlobe, ki jo je človek v svobodni volji dosegel na Zemlji je odločilna za področje delovanja, ki mu je dodeljena v duhovnem kraljestvu, kjer lahko nenehno raste v modrosti in moči ter tudi v sreči. Njegova dejavnost pa je sestavljena iz prenosa svetlobe in moči bitjem, ki so brez svetlobe in moči, ki potrebujejo pomoč tako na Zemlji kot v duhovnem kraljestvu. Ta dejavnost je izjemno razveseljujoča, tako da se ne more primerjati z nobeno dejavnostjo na Zemlji. Iz tega sledi, da želi biti vsako bitje, ki je sposobno razdeljevati potrebnim dušam svetlobo in moč polno aktivno, ker se s tem izredno osrečuje, saj vidi, da prejema moč od Mene in je tako dejansko preusmeritvena postaja za Moje izžarevanje moči. Vsako bitje poskuša izpeljati ta proces sreče takoj, ko ima le kanček spoznanja, torej ni več v najgloblji temi duha. Takrat ne bo nikoli več prostovoljno zamenjalo bivališča v duhovnem kraljestvu s tistim na zemlji, nikoli več si ne bo želelo fizičnega telesa, saj so možnosti za vzpon v duhovnem kraljestvu enako dostopne, ko se v tistih, ki imajo le kanček spoznanja, prebudi volja do ljubezni.
Duša se zagotovo lahko inkarnira, če ima za to voljo in če je razlog za njeno inkarnacijo plemenit motiv...., kot je želja pomagati sočloveku, ali odkupiti znatno krivdo, ki preprečuje duši, da bi dosegla višjo stopnjo zrelosti. Potem ponovno utelešnje ni posledica Moje volje, ampak volja duše same je odločilni dejavnik. Ker pa vsaka duša ve, da ji bo spomin na preteklost odvzet, je takšna inkarnacija največja nevarnost za dušo, saj lahko tudi potone po svobodni volji. Hoditi mora po poti razvoja kot vsako drug človek in njeni meseni nagoni bodo še posebej močni, ko se sooči z isto skušnjavo, ki je povzročila njeno krivdo. Če duša to primerja s svojim delovanjem v duhovnem kraljestvu, ki počasi a vztrajno rezultira tudi v določeni stopnji zrelosti, medtem ko je duhovna korist ponovne inkarnacije dvomljiva, je veliko bolj verjetno, da izbere svojo usodo v duhovnem kraljestvu. Kljub temu ostaja v stiku z Zemljo, kolikor skrbi za usodo duš na Zemlji, vedno pomaga tam, kjer je sama zatajila, a predpostavka, da se je ista duša ponovno utelesila na Zemlji kot človek, je napačna.Temu je treba vedno nasprotovati z dejstvom, da so ljudem na Zemlji ponuje vse možnosti za razvoj navzgor, da je tok milosti neomejen. Zahvaljujoč delu Odrešenja lahko človekova volja prejme dovolj moči, da onemogoči neuspeh, zato je uresničitev visoke ravni svetlobe v celoti odvisna od njega. Takšni privilegiji se ne smejo namerno zavrniti, da bi jih potem znova zahtevali. Človek ima svobodno voljo, za uporabo katere mora nekoč odgovarjati in nositi tudi posledice, ki obstajajo v drugače oblikovani usodi v onstranstvu in se ji potem ne more preprosto izogniti z ponovnim utelešenjem, uspeh pa je spet vprašljiv zaradi dejstva, da mu bo odvzet ves spomin. Resda izbira njegova volja, zato se bo inkarniral, če bo to želel, vendar je ta volja redka, zato ne moremo govoriti o pogostih ponovnih utelešenjih. Poleg tega je ta doktrina nevarnost za ljudi, saj svojega zemeljskega življenja ne jemljejo dovolj resno glede na reinkarnacijo, ki pa se ne zgodi.
AMEN
Vertaler