Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Onderdrukking van de vrije wil door de medemensen

De wil van de mens bepaalt zijn handelen en denken. Er kan tegenover zijn wil wel de wil van een ander mens gezet worden en hem hinderen in de uitvoering van de eigen wil, maar dan strijden twee dezelfde machten tegen elkaar en de sterkere wil zal overwinnen. Maar het is niet zo, dat de vrijheid van de wil daarom ontkend kan worden.

De mens maakt dus zelf de medemens onvrij en dit is door God gewild, zodra de menselijke wil de medemens hindert in de uitvoering van liefdeloze handelingen. Dan is de sterke wil een zegen voor de medemensen. Maar omgekeerd is het een groot onrecht, als de sterke wil misbruikt wordt, wanneer hij de medemens hindert bij het werkzaam zijn in liefde en in het geestelijk streven en hem in de eigen wil beknot. Dan heeft de strijd tegen elkaar zijn grondslag in de liefdeloosheid en dan kan deze strijd nooit door God gewild zijn.

Steeds zal het motief, dat de wil van de mens actief laat worden, doorslaggevend zijn. Toch blijft de wil vrij, ook wanneer hij in de uitoefening gehinderd wordt en daarom wordt ook de wil beoordeeld en niet altijd de daad, wanneer de wil van de mens een daad niet wilde en hij er door de medemens toe gedwongen werd.

Op aarde moet geen mens zich heersend boven de medemens plaatsen, want dit is voor God niet de juiste verhouding ten opzichte van elkaar. Zelfs diegenen, aan wie grote aardse macht ter beschikking staat, moeten als broeders omgaan met degenen, die aan hen ondergeschikt zijn. Ze moeten hun wil gebruiken, door met volle liefde hun regerende macht te gebruiken, door steeds alleen maar het goede na te streven en zodoende ook de medemensen proberen ertoe te bewegen om hun wil op de juiste manier te gebruiken. Dat wil zeggen alleen maar door daden, die God welgevallig zijn.

Maar zodra een heersende macht de mensen dwingt om daden te verrichten, die in tegenspraak zijn met het gebod van de liefde, binden ze ook hun wil. Dat wil zeggen dat ze het hen onmogelijk maakt om hun vrije wil te gebruiken en ze moet nu de verantwoordelijkheid dragen voor alle daden, die onder dwang uitgevoerd werden. De vrije wil in aards opzicht wordt dus niet door God beknot, maar enkel de mensen onder elkaar schakelen de vrijheid van hun wil uit.

Echter alleen aards is een overweldiging van de wil mogelijk. Maar in geestelijk opzicht kan geen macht ter wereld invloed uitoefenen op de vrijheid van de wil. Geen macht ter wereld kan de menselijke wil dwingen tot een bepaald standpunt ten opzichte van God. Geen macht ter wereld kan hem hinderen, als hij op God gericht is en daarentegen kan ook geen macht hem naar God toe laten keren, wanneer hij zich nog tegen Hem verzet. Wat betreft de instelling tot God moet de mens zijn wil zelf gebruiken en het staat hem volledig vrij, hoe hij kiest.

De schijnbare onvrijheid van de wil in aards opzicht kan soms een uiterst gunstige uitwerking hebben op zijn standpunt ten opzichte van God, want waar hij zich in zijn vrijheid gehinderd ziet, daar zoekt de mens vaak een compensatie in geestelijk opzicht. Hij laat zijn vrije wil actief worden, waar deze niet gehinderd kan worden en zodoende kan voor hem een van buiten komende dwang nog zegen brengend zijn, omdat het eigenlijke doel van het leven enkel de wilsbeslissing voor of tegen God is, wat echter nooit uitsluit dat het een onrecht is van mens tot mens, wanneer de sterkte van de wil gebruikt wordt om de wil van de anderen onvrij te maken.

Als er aandacht geschonken zou worden aan de wet van de liefde, zou elk mens ook dat willen, wat de medemens dient en dit zou een willen heersen van de één over de ander uitschakelen. Maar de liefdeloosheid zet de mensen tot steeds hardere maatregelen tegen elkaar aan. De sterke zal zijn wil steeds gebruiken en de wil van de zwakke buiten werking stellen en dit is eveneens een inwerken van de macht, die haar vrije wil misbruikt heeft voor de afvalligheid van God.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Violação do livre arbítrio por outros seres humanos....

A vontade de uma pessoa determina as suas acções e pensamentos. É certo que a vontade de outra pessoa pode ser oposta e impedi-la de realizar a sua própria vontade, mas então duas potências iguais lutam uma contra a outra e a vontade mais forte vencerá; mas não que a liberdade da vontade possa, portanto, ser negada. Assim, o próprio ser humano torna o seu semelhante desprendido, e isto é vontade de Deus, assim como a vontade humana impede o semelhante de realizar acções indelicadas. Então a vontade forte é uma bênção para o semelhante. Por outro lado, porém, é uma grande injustiça quando a vontade forte é abusada, quando impede o ser humano de realizar obras de amor e de esforço espiritual e limita a sua própria vontade. Então a luta um contra o outro é baseada na indelicadeza, e então nunca poderá ser querida por Deus. O motivo será sempre decisivo para que a vontade do ser humano se torne activa. No entanto, a vontade permanece livre mesmo que seja impedida de exercê-la e, portanto, a vontade também é valorizada e nem sempre a escritura.... se a vontade do ser humano não quisesse uma escritura e ele é forçado a isso pelo seu semelhante. Nenhuma pessoa na Terra deve se colocar soberanamente acima do seu semelhante, pois este não é um relacionamento correto um com o outro diante de Deus. Mesmo aqueles que têm grande poder terreno à sua disposição deveriam agir como irmãos para com os seus subordinados; deveriam usar a sua vontade fazendo uso amoroso do seu poder governante, esforçando-se sempre apenas pelo bem e assim também tentando determinar que os seus semelhantes usem a sua vontade da maneira correta, isto é, apenas para realizar atos que sejam agradáveis a Deus. Mas assim que um poder dominante força as pessoas a fazer atos que contradizem o mandamento do amor, ele também vincula a sua vontade, ou seja, torna impossível o uso do seu livre arbítrio, e agora ele tem que assumir a responsabilidade por todos os atos que são realizados sob coação. O livre arbítrio num relacionamento terreno não é, portanto, limitado por Deus, mas apenas as pessoas contra si mesmas desligam a liberdade da sua vontade. No entanto, só a violação da vontade terrena é possível. Numa relação espiritual, porém, nenhum poder do mundo pode influenciar a liberdade da vontade. Nenhum poder do mundo pode forçar a vontade humana a tomar uma certa posição em relação a Deus, nenhum poder do mundo pode impedi-lo se for dirigido para Deus, mas também nenhum poder pode virá-lo para Deus se ele ainda se opõe a Ele. Na sua atitude para com Deus, o ser humano deve usar a sua própria vontade, e como ele decide, depende inteiramente dele. A aparente falta de liberdade de vontade numa relação terrena pode, por vezes, ter um efeito extremamente favorável na sua atitude para com Deus, pois onde se vê impedido na sua liberdade o ser humano procura frequentemente uma compensação numa relação espiritual.... Ele deixa seu livre arbítrio tornar-se ativo onde ele não pode ser impedido, e assim a coerção externa ainda pode ser benéfica para ele, já que o verdadeiro propósito da vida é apenas a decisão da vontade a favor ou contra Deus, o que, no entanto, nunca exclui o fato de que é uma injustiça de pessoa para pessoa se a força da vontade for usada para tornar a vontade do outro livre. Se a lei do amor fosse observada, cada pessoa também quereria o que serve ao seu semelhante, e isso eliminaria a vontade de um de governar sobre o outro. A falta de bondade, porém, leva as pessoas a medidas cada vez mais duras umas contra as outras.... Os fortes sempre usam a sua vontade e dominam a vontade dos fracos, e isto é também uma influência do poder que uma vez usou mal o seu livre arbítrio para apostasiar de Deus...._>Amém

Vertaler
Vertaald door: DeepL