Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Positieve en negatieve krachten

Onder de invloed van positieve krachten moet de ontwikkeling van al het wezenlijke een opwaarts streven hebben, want toestromende kracht moet dat, wat is, naar de volmaaktheid leiden. En zo is de ontwikkelingsgang van het wezen steeds gegarandeerd, voor zover geestelijke rijpe krachten zich om hem bekommeren, terwijl al het onrijpe geestelijke de ontwikkelingsgang op negatieve wijze beïnvloedt, omdat het wezen zich dan afscheidt van de krachtbron en in zichzelf zwakker wordt, dus achteruitgaat.

Want nu vindt er een scheiding plaats, doordat de geestelijke substantie zich weer verbindt met dat, wat voorheen al zijn verblijfplaats geweest is. Met de materie, die het veiligste middel van de geestelijk onrijpe wezens is. En deze verbinding moet onvermijdelijk het scheiden van de geestelijke wereld betekenen, want beide tegelijkertijd kan niet. Het ene moet altijd ten koste van het andere gaan.

Wanneer nu dus goede geestelijke kracht de toegang ontzegd wordt, bestaat er ook geen mogelijkheid om tot de hoogte te geraken, want dan nemen de vijandelijke krachten het wezen onmiddellijk in bezit en trekken het naar beneden tot binnen hun bereik. Zoals andersom het wezen ongelooflijk snel tot de hoogte geraakt, wanneer deze krachten geen macht gegeven wordt, maar er daarentegen naar goede geestelijke krachten verlangd wordt en het dus ook ontvangen zal.

Elke goede gedachte, elke daad van liefde, elk vroom gebed en de op God gerichte wil zijn verzoeken van de goede geestelijke kracht. Deze veroorzaken zodoende ook al de effecten hiervan en hebben zo onvermijdelijk al de opwaartse ontwikkeling van het wezen tot gevolg.

Het verlangen naar aardse goederen, aardse vreugden, zelfzucht of liefdeloosheid daarentegen is onmiskenbaar het werkzaam zijn van slechte krachten. Het kan nooit tot de hoogte, maar wel naar de afgrond leiden, omdat ze geen opbouwende, maar een verwoestende invloed hebben op al het wezenlijke en dus voor dit geestelijke alleen maar een achteruitgang kan betekenen.

En daar komt uit voort dat al het goede het geestelijke in zichzelf doet toenemen, maar dat al het slechte verwoestend werkt. En verder komt eruit voort, dat elk geestelijk streven succes moet hebben, omdat het goede geestelijke daar als het ware door wordt aangetrokken en nu juist ook een toename hiervan plaats moet hebben, wat in zichzelf geestelijke substantie is. Want het goede streeft ernaar zich met elkaar te verbinden, zoals ook het slechte probeert zich met elkaar te verbinden, maar beide wegen zullen geheel tegengesteld aan elkaar zijn, dus tot de hoogste hoogte of tot de diepste diepte moeten leiden, al naar gelang de goede of de slechte krachten de toegang toegestaan wordt.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Forze positive e negative

Il cammino del divenire di tutto l’essenziale sotto l’influenza di Forze positive deve far tendere verso l’Alto, perché delle Forze che affluiscono devono condurre alla perfezione di ciò che è, così il percorso di sviluppo dell’essere è sempre garantito, per quanto si prendono cura di lui delle Forze spiritualmente mature, mentre tutto lo spirituale immaturo influenza il percorso di sviluppo in modo negativo, perché allora l’essenziale si allontana dalla Fonte di Forza e diventa in sé più debole, quindi retrocede. Perché ora si svolge una separazione, mentre la sostanza spirituale si unisce di nuovo con ciò che già prima era stata la sua dimora, con la materia, che è il mezzo più sicuro dell’essere spiritualmente immaturo. E questa unificazione deve inevitabilmente significare la separazione dal mondo spirituale, perché ambedue insieme non possono sussistere. Una separazione deve sempre essere eseguita a spese dell’altro. Se ora alla Forza spirituale buona viene negato l’accesso, allora non c’è nemmeno nessuna possibilità di giungere in Alto, perché allora delle forze avverse prendono subito possesso dell’essere e lo attirano giù nel loro reame, come al contrario, l’essere giunge incredibilmente veloce in Alto, quando non viene concesso nessun potere a quelle forze, mentre invece viene desiderata la Forza spirituale buona e quindi la riceverà anche. Ogni buon pensiero, ogni azione d’amore, ogni pia preghiera e la volontà rivolta a Dio, sono richieste della Forza spiritualmente buona, quindi condizionano già anche l’effetto di questa ed hanno per conseguenza inevitabilmente già lo sviluppo verso l’Alto. Il desiderio per il bene terreno, per le gioie terrene, l’egoismo oppure il disamore invece sono l’evidente agire di forze cattive; non possono mai condurre in Alto, bensì nell’abisso, perché non hanno nessuna influenza edificante, ma distruttiva su tutto l’essenziale e possono significare solo retrocessione per tutto l’essenziale e con ciò per questo spirituale. E da ciò risulta, che tutto il bene aumenta in sé stesso dello spirituale, tutto il male però agisce in modo distruttivo. Inoltre ne risulta, che ogni tendere spirituale dev’essere di successo, perché lo spirituale buono ne viene per così dire attratto ed ora deve svolgersi appunto anche un accrescimento di ciò che è in sé sostanza spirituale. Perché il buono si attira reciprocamente, come anche il cattivo cerca di unirsi, ma le vie di ambedue saranno totalmente opposte, quindi devono condurre solo ad Altura più sublimi oppure all’abisso più profondo, secondo a quale Forza viene concesso l’accesso.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich