• Terug

Omleiden en doorgeven van de kracht uit God

Er worden door de almacht van de goddelijke Schepper talloze schepselen geboren en deze wezens wijden zich nu aan de taak, die de Schepper hun gegeven heeft. De aardse werkzaamheden van deze wezens zijn heel uiteenlopend, maar geestelijk vervullen ze allemaal dezelfde taak om alles, wat met hen in aanraking komt, te voeden met goddelijke kracht, waarvan het omleiden en doorgeven hun taak is. Ze dienen dus in zekere zin als tussenstation. Ze zijn de verzamelbakken, die in de gehele schepping nodig zijn, opdat de kracht uit God zich een weg baant tot in de meest duistere hoeken, want schepselen zijn overal, ofschoon vanwege hun nietigheid niet altijd zichtbaar voor de ogen.

Maar er is geen tegenstand, die niet door de schepselen bestrooid wordt en omdat elk van deze kleinste schepselen door de wil van God geschapen werd om nu eenmaal een missie te vervullen en deze missie hierin bestaat om de kracht uit God, die voor het aardse leven noodzakelijk is, door te geven, dan moet de geestelijke werkzaamheid van de schepselen enorm belangrijk zijn, dus in de eerste plaats de beweegreden voor het ontstaan van deze wezens. Dus in zekere zin leeft elk wezen door de hulp van andere wezens, omdat de kracht uit God van wezen tot wezen overgedragen wordt. Maar dan past elk schepsel zich aan het goddelijke scheppingsplan aan en wordt dus ook tot aardse werkzaamheid voorbestemd, die weer nuttig is voor het gehele scheppingswerk.

In de schepping is er niets zonder leven, omdat het voortdurend levenskracht van God ontvangt. Deze kracht moet zich in talloze ontvangststations verzamelen en weer naar andere stations omgeleid worden. Dit proces kan alleen met geestelijke ogen bekeken worden. Maar het zal voor de mens in de uitbeelding van een drainagesysteem, dat eerst al het haar toestromende opvangt om het dan verder te leiden zoals het voor de aardbodem nuttig is, zodat de aanvoer dus nooit zonder plan verspild wordt, begrijpelijk zijn.

Amen

Le regroupement et la transmission de la Force de Dieu

D’innombrables êtres vivants naissent à travers l'Omnipotence du divin Créateur, et maintenant ces êtres exécutent la tâche qui leur est imposée par le Créateur. L'activité terrestre de ces êtres est de nature différente, mais spirituellement ils s'acquittent tous de la même tâche, qui est de nourrir avec la Force divine tout ce qui vient à leur contact, parce qu'à eux il revient le soin du regroupement et de la transmission de cette Force. Ils servent d’une certaine manière de station intermédiaire, ils sont les vases d'accueil qui sont nécessaires dans toute la Création pour que la Force de Dieu pénètre dans les angles les plus obscurs, parce que partout il existe des êtres vivants, même si leur constitution minuscule n’est pas toujours visible à l'œil. Et il n'existe aucun objet qui ne soit pas rempli d'êtres vivants, et chacun de ces minuscules êtres vivants a été créé par la Volonté de Dieu pour s'acquitter justement d’une mission, et cette mission consiste dans le fait de transmettre la Force de Dieu qui est nécessaire pour la vie terrestre, aussi cette activité spirituelle des êtres vivants est immensément importante, et en premier lieu elle est le motif de la création de ces êtres. Donc chaque être vit d’une certaine manière au travers de l'aide d'autres êtres, vu que la Force de Dieu est transmise d’être à être, mais ensuite chaque être vivant s'insère dans le divin Plan de Création et à l'activité terrestre, qui est de nouveau bénéfique pour toute l’Œuvre de Création. Rien dans la Création n’est sans vie, vu qu’il reçoit constamment la Force vitale de Dieu. Cette Force doit se regrouper dans d’innombrables stations de réception et de nouveau être transférée à d’autres stations. Ce processus peut être observé seulement avec un œil spirituel, mais il sera compréhensible pour homme s’il se le représente sous la forme d’une installation de drainage, qui avant tout collecte tout ce qui afflue vers elle, pour ensuite le mener au-delà afin d’être utile au terrain, donc l'afflux n’est jamais gaspillé sans raison.

Amen