Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Gedachtegang van degene, die niet tot leven gewekt is – En geordende gedachten

De gedachtegang van een mens, wiens geest nog niet tot leven gewekt is, beweegt zich meestal in gebieden, die zonder enige geestelijke waarde zijn. Hij zal nu beziggehouden worden door vragen, die doorgrond moeten worden, met als doel een verbeterd aards welzijn, want er zal steeds slechts dat in de sfeer van de werkzaamheid van zijn gedachten getrokken worden, wat één of ander aards voordeel belooft. En zaken, die een geestelijk beleven betreffen, zullen nooit het denken van een mens raken, die te midden van het aardse leven staat.

En dus zijn al deze gedachten uitsluitend de resultaten van een lichamelijke functie. Deze gedachten zijn er het bewijs van, dat vele duizenden mensen van nature een gave kunnen gebruiken, die hun door de Schepper gegeven werd, maar dat de resultaten overeenkomstig de vrije wil van de mens zijn. Dat deze de gave dus zuiver lichamelijk gebruiken kan en dat het dan juist ook zuiver aardse resultaten oplevert, terwijl een mens, wiens wil naar God verlangt, met geestelijke ondersteuning werkt. Dat wil zeggen, dat diens denkvermogen zich verbindt met geestelijke kracht en de resultaten begrijpelijkerwijs dus ook geestelijk moeten zijn.

De gedachten worden nu vanuit de geestelijk kant geordend. Ze komen niet meer willekeurig, maar ze zijn geheel aan het verlangen van de mens, voor wat betreft in welk gebied hij een kijkje wil nemen, aangepast. De gedachten, die in de mens actief worden, als hij zich met geestelijke vragen bezighoudt, kunnen zonder bezwaar aangenomen worden. Het bewust nastreven van en vragen om geestelijke kracht is de zekerste garantie voor voortaan juist geleide gedachten, voor waarheid en de diepste kennis. En omgekeerd kan met de volste overtuiging aangenomen worden, dat alle gedachten, die op de wereld gericht zijn, door de mensen zelf ontstaan en dus ook als menselijke dwaling doorgegeven worden.

En de goddelijke geest is er weer voor nodig om de waarheid van de leugen te kunnen scheiden. Elke wereldse gedachte is een hindernis om tot de waarheid te komen en daarom moet de goddelijke geest absoluut aan het werk zijn, als een zuivere scheiding tussen goed en kwaad, tussen waarheid en leugen, plaats moet kunnen vinden. En aan de andere kant verzekert de goddelijke geest het mensenkind het juiste denken. En het hoeft zichzelf niet angstig de vraag te stellen, in hoeverre zijn gedachten juist zijn.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Gedankengang Unerweckter.... Und geordnete Gedanken....

Der Gedankengang eines Menschen, dessen Geist noch unerweckt ist, bewegt sich zumeist in Distrikten, die ohne jeglichen geistigen Wert sind. Es werden ihn nur Fragen beschäftigen, die ergründet werden sollen zum Zweck eines verbesserten irdischen Wohllebens, denn es wird immer nur das in den Kreis seiner Gedankentätigkeit gezogen werden, was irgendwelchen irdischen Vorteil verspricht, und es werden Dinge, die geistiges Erleben betreffen, niemals das Denken eines Menschen berühren, der mitten im irdischen Leben steht. Und es sind also jene Gedanken ausschließlich die Ergebnisse einer Körperfunktion, es sind diese Gedanken der Beweis dessen, daß Tausende und aber Tausende von Menschen naturmäßig eine Gabe gebrauchen können, die ihnen vom Schöpfer gegeben wurde, daß die Ergebnisse aber entsprechend sind dem freien Willen des Menschen.... daß dieser also rein körperlich die Gabe nützen kann und dann eben auch rein irdische Ergebnisse zeitigt, während ein Mensch, dessen Wille zu Gott verlangt, mit geistiger Unterstützung arbeitet, d.h., dessen Denkvermögen sich verbindet mit geistiger Kraft und die Ergebnisse verständlicherweise also auch geistig sein müssen. Es werden nun die Gedanken von geistiger Seite geordnet, sie gehen nicht mehr willkürlich, sondern sie sind ganz dem Verlangen des Menschen angepaßt, in welches Gebiet er Einblick zu nehmen begehrt. Es werden unbedenklich die Gedanken angenommen werden können, die im Menschen rege werden, so er sich mit geistigen Fragen befaßt. Es ist das bewußte Anstreben und Anfordern geistiger Kraft die sicherste Gewähr für nunmehr recht geleitete Gedanken, für Wahrheit und tiefstes Wissen. Und es kann umgekehrt mit vollster Überzeugung angenommen werden, daß alle Gedanken in weltlicher Richtung vom Menschen selbst entstehen und also auch als menschlicher Irrtum weitergeleitet werden. Es gehört wiederum göttlicher Geist dazu, die Wahrheit von der Lüge trennen zu können. Jeder weltliche Gedanke ist wie ein Hindernis, um zur Wahrheit zu gelangen, und darum muß unbedingt der göttliche Geist am Werk sein, soll eine klare Scheidung von Gut und Böse, von Wahrheit und Lüge, stattfinden können. Und andererseits sichert der göttliche Geist dem Erdenkind rechtes Denken zu, und es braucht sich selbst nicht ängstlich fragen, wieweit seine Gedanken recht sind....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde