Zie, Mijn kind, (B.D.) IK kijk in je hart en ken je wil MIJ te dienen, toch mis IK het geloof van je ziel aan de Almacht van de goddelijke Liefde, en zo zul je steeds aarzelen, wanneer hindernissen je de weg versperren, terwijl 'n onbeperkt geloof deze hindernissen voor je uit de weg kan ruimen, want wie Mijn Liefde begeert, zal toch nooit door MIJ verlaten zijn, en als hij nu Mijn hulp nodig heeft, zal ze hem steeds en op alle plaatsen te beurt vallen. en als je hart je naar MIJ drijft, zal IK dicht bij je zijn en alles verre van je houden, wat de verbinding met Mijn kind zou kunnen verstoren. Want IK heb zielen nodig die MIJ vertrouwen. IK heb je nog veel te zeggen en sta daarom steeds voor je gereed, zo je hart naar MIJ verlangt. En zo, maak je gedachten los van de wereld en verneem de Stem van boven:
Het mysterie van de goddelijke Drieëenheid is voor de mens nog steeds de klip geweest, waarop hij schipbreuk heeft geleden. En daarom komt er vandaag wederom een onderrichting tot je die, zonder twijfel open te laten, in alle duidelijkheid moet bijdragen aan de oplossing, en de denkende mens het probleem makkelijk te begrijpen moet onthullen.
En dus werd de GEEST uit GOD levend en straalde het Licht helder en klaar.
Want de GODHEID heeft medelijden met de mensheid en tracht haar opheldering te verschaffen over elke onopgeloste vraag. De mens is niet bij machte dit ene te begrijpen: dat in één Wezen het goddelijke Zich in alle volheid kan ophouden, maar dat de zuivere GEEST niet is te scheiden en het meest onwaardige wezen in nauwste verbinding staat met HEM, dat dus ook onder de eeuwige GODHEID alleen maar deze onscheidbare GEEST is te verstaan en al wat uit HEM is voortgekomen, Geest uit GOD is; hij alleen het gevoel aan deze GEEST toe te behoren niet meer juist inziet en bijgevolg zich zelf afscheidt of verwijdert, desondanks toch steeds alleen maar uit GOD is voortgekomen, dus altijd en eeuwig als oersubstantie van het geestelijke uit GOD is. Wie zich bijgevolg van de GODHEID verwijdert, herkent zichzelf niet meer, maar blijft toch wat hij is, maar wie de verbinding zoekt met HAAR, diens Geest bemerkt het toebehoren aan deze GODHEID en is dus bewust hetzelfde. En nu zult u kunnen begrijpen dat het mysterie van de Drieëenheid GOD's zich als volgt laat verklaren.
De Liefde van GOD heeft Zich aan de mensen bekend gemaakt als VADER - dus als Oorsprong van de mensheid. De Liefde heeft het gescheiden zijn van de mensheid en de VADER, DIE haar heeft verwekt, overbrugd en Zich belichaamd in een Mens, Wiens Geest Zijn toebehoren aan GOD inzag en DIE dus a.h.w. één was met de goddelijke VADERGEEST. En de mens (JEZUS) was derhalve alleen zuiver uiterlijk een apart wezen, de GEEST echter was van GOD. De oorspronkelijke verhouding was tot stand gebracht, de Geest herkende Zichzelf en bijgevolg was GOD in alle volheid in HEM, DIE tot verblijfplaats van GOD op aarde werd om voor de mensheid zichtbaar te zijn.
De met het menselijke lichaam verenigde GODHEID was a.h.w. daardoor zichtbaar geworden, om de mensen de afstand te laten inzien die zij zichzelf hadden geschapen. De goddelijke Liefde was dus werkzaam geworden en legde de goddelijk Wijsheid nu eveneens in het hart van de GODmens. Want Diens Geest was immers één met GOD en moest Zich derhalve ook in alle Wijsheid bevinden en Zich van alle goddelijke Kracht kunnen bedienen - de Wijsheid GOD's moest Zich uiten door de mond van een Mens en dus was al het werkzaam zijn van JEZUS op aarde het werkzaam zijn van GOD door de mensenzoon, niet echter zo dat daardoor een tweede wezen zich uitte. En het begrip GOD de VADER - GOD de ZOON is niet anders uit te leggen dan dat de VADERGEEST van eeuwigheid Zich door de mond van een mens openbaarde, dat dus GOD de ZOON hetzelfde is als GOD de VADER, voor de mens alleen begrijpelijk geworden door JEZUS CHRISTUS, DIE het Zich afscheiden van de VADERGEEST had overwonnen, juist door het inzicht van het bijeenhoren met de eeuwige LIEFDE.
"Niemand komt tot de VADER dan door MIJ". Is dit wel eenvoudiger te verklaren dan dat ieder die zich met de VADER wil verenigen, eveneens moet inzien dat de goddelijke Geest in hem onscheidbaar verbonden is met de VADERGEEST en dat ieder deze weg moet vinden en daarom de goddelijke Verlosser in alles moet navolgen, DIE Zijn leven aan diegenen heeft voorgeleefd die net als HIJ naar de VADER verlangen. Dit is op geen andere manier mogelijk dan alleen maar door de navolging van JEZUS, DIE als Mensenzoon het voorbeeld gaf, dat alleen de Geest uit GOD zijn toebehoren aan de VADERGEEST moet inzien en dat er dan geen barrières meer bestaan die hem scheiden van de VADER.
Amen
VertalerSiehe, Mein Kind, Ich sehe in dein Herz und kenne deinen Willen, Mir zu dienen, Ich vermisse jedoch deiner Seele Glauben an die Allgewalt der göttlichen Liebe, und so wirst du stets zögern, wenn sich Hindernisse dir in den Weg stellen, wo uneingeschränkter Glaube dir diese Hindernisse beseitigen kann, denn der Meine Liebe begehrt, wird doch von Mir nimmer verlassen sein, und so er nun Meine Hilfe benötigt, wird sie ihm werden immer und an allen Orten. Und so dich dein Herz zu Mir drängt, werde Ich dir nahe sein und alles von dir fernhalten, was die Verbindung mit Meinem Kinde stören könnte. Denn Ich brauche Mir vertrauende Seelen.... Ich habe dir noch viel zu sagen und bin daher immer für dich bereit, so dein Herz nach Mir verlangt.
Und so löse deine Gedanken von der Welt und vernimm die Stimme von oben: Das Mysterium der göttlichen Dreieinigkeit ist für den Menschen noch immer die Klippe gewesen, daran er gescheitert ist. Und deshalb geht dir heut wiederum eine Belehrung zu, die, ohne Zweifel offenzulassen, in aller Anschaulichkeit zur Lösung beitragen und dem denkenden Menschen leicht faßlich das Problem enthüllen soll.... Und also ward der Geist aus Gott lebendig, und es leuchtete das Licht hell und klar.... Denn die Göttlichkeit erbarmet Sich der Menschheit und sucht ihr Aufklärung zu geben in jeder ungelösten Frage. Der Mensch vermag das eine nicht zu fassen, daß Sich in einer Wesenheit die Göttlichkeit in aller Fülle zu bergen vermag, daß aber der reine Geist untrennbar ist und das allerunwürdigste Wesen in engster Verbindung steht mit Ihm, daß also auch unter der ewigen Gottheit nur dieser untrennbare Geist zu verstehen ist und alles aus Ihm Hervorgegangene Geist aus Gott ist.... nur das Zugehörigkeitsgefühl zu Diesem nicht mehr recht erkennt und somit sich selbst trennt oder entfernt, jedoch dessenungeachtet immer nur göttliches Erzeugnis ist, also immer und ewig als Ursubstanz Geistiges aus Gott ist.... Wer sonach sich entfernt von der Gottheit, erkennet sich selbst nicht mehr, bleibt aber dennoch, was er ist.... wer aber die Verbindung sucht mit Ihr, dessen Geistiges spürt die Zugehörigkeit und ist also bewußt das gleiche.... Und nun werdet ihr fassen können, daß sich das Mysterium der Dreieinigkeit Gottes, wie folgt, erklären läßt: Es hat die Liebe Gottes Sich den Menschen zu erkennen gegeben als Vater.... also als Ausgang der Menschheit.... Es hat die Liebe die Trennung der Menschheit von ihrem Erzeuger überbrückt und Sich also verkörpert in einem Menschen, Dessen Geist Seine Zugehörigkeit zu Gott erkannte und Der also gleichsam eins war mit dem göttlichen Vatergeist. Und es war sonach der Mensch nur rein äußerlich ein Wesen für sich, der Geist jedoch war Gottes.... Das Urverhältnis war hergestellt, der Geist erkannte sich, und sonach war Gott in aller Fülle in Dem, was Ihm zum Aufenthalt auf Erden ward, um der Menschheit sichtlich zu sein. Die mit dem menschlichen Körper geeinigte Gottheit war gleichsam deshalb sichtbar geworden, um die Menschen den Abstand erkennen zu lassen, den sie selbst sich geschaffen hatten. Es war die göttliche Liebe also tätig geworden und legte die göttliche Weisheit nun gleichfalls in des Gottmenschen Herz. Denn es war ja Dessen Geist eins mit Gott und mußte sich sonach auch in aller Weisheit befinden und aller göttlichen Kraft bedienen können.... es mußte sich die Weisheit Gottes äußern durch Menschenmund, und also war alles Wirken Jesu auf Erden das Wirken Gottes durch den Menschensohn, nicht aber, daß dadurch eine zweite Wesenheit Sich äußerte. Und der Begriff Gott Vater.... Gott Sohn ist nicht anders zu erklären, als daß der Vatergeist von Ewigkeit Sich durch Menschenmund offenbarte, daß also Gott Sohn das gleiche ist wie Gott Vater, nur dem Menschen begreiflich geworden durch Jesus Christus, Der die Trennung vom Vatergeist überwunden hatte eben durch die Erkenntnis der Zusammengehörigkeit mit der ewigen Liebe.... Niemand kommt zum Vater denn durch Mich.... Ist dies wohl einfacher zu erklären, als daß ein jeder, der mit dem Vater sich vereinen will, gleichfalls erkennen muß, daß der göttliche Geist in ihm untrennbar mit dem Vatergeist verbunden ist und daß ein jeder diesen Weg finden muß und daher nachfolgen in allem dem göttlichen Erlöser, Der Sein Leben vorgelebt hat jenen, die gleich Ihm zum Vater verlangen. Nicht in anderer Weise ist dies möglich als nur allein durch die Nachfolge Jesu, Der als Menschensohn das Beispiel gab, daß nur allein der Geist aus Gott seine Zugehörigkeit zu Ihm erkennen muß und daß es dann keine Schranken mehr gibt, die ihn vom Vater trennen....
Amen
Vertaler