• Terug

Worstelen van de ziel – Gebed – Vrije wil – Materie

Onbeschrijflijke moeilijkheden moet de ziel overwinnen, voordat ze meester over alle materie geworden is. Want ze is hier net zo lang mee in gevecht, totdat ze bewust hulp zoekt. En ze zal dat laatste pas dan weer doen, wanneer ze het verlangen naar aardse goederen overwonnen heeft en ze dus als het ware de materie de strijd heeft aangekondigd.

Maar om te kunnen overwinnen, heeft ze de ondersteuning van geestelijke wezens nodig, die bereid zijn om te helpen. Die ze door het gebed dienstbaar aan zich maakt. Maar ze moet evenwel nog zeer strijden en zelf onafgebroken werkzaam zijn, want alleen door eigen arbeid kan de ziel rijpen en de ondersteuning van de geestelijke vrienden bestaat alleen daarin, dat de worstelende ziel de benodigde kracht gegeven wordt, die ze nu echter zelf moet benutten in het besef van haar opdracht op aarde.

Zo heeft elk mens het zonder twijfel in zijn macht om totaal te veranderen, als de wil daar maar eenmaal toe besloten heeft. De mensen geloven soms, dat ze zelf niets kunnen ondernemen en altijd alleen de wil van God uit zouden moeten voeren. En er wordt opnieuw op gewezen, dat de mens in geestelijk opzicht aan geen enkele dwang van de kant van de goddelijke Schepper onderhevig is. Dat hem veeleer de wilsvrijheid gelaten blijft, als het om zijn zielenheil gaat. Zijn denken zal weliswaar door geestelijke zijde naar geestelijke vraagstukken geleid worden. Er wordt hem op vele vragen opheldering gegeven. Maar zijn wil zal volledig vrij kunnen beslissen of, en in welke omvang, de overgedragen gedachten opgenomen en ter harte genomen worden. En evenzo staat het de mens vrij om zich door het gebed de benodigde kracht te verschaffen om aan de zwaarste eisen te kunnen voldoen.

De menselijke ziel heeft dus zonder twijfel een grote opdracht te vervullen, die erin bestaat om voor haar omvorming zorg te dragen, opdat ze zichzelf uit de duisternis van de geest omhoog brengt. Opdat ze zich bevrijdt uit de boeien van de materie. En dat door de liefde. Ze moet onophoudelijk werkzaam zijn om zich te ontwikkelen. Ze moet al het onedele van zich wegdoen. Ze moet de volmaaktheid nastreven en steeds indachtig zijn, dat haar slechts een korte tijd ter beschikking staat, die ze moet benutten voor haar omvorming. Ze moet ook weten dat ze zelf het grootste nadeel ondervindt, wanneer de tijd op aarde haar niet de rijpheid gebracht heeft en ze er daarom alleen maar naar moet streven om onophoudelijk werkzaam te zijn. Onophoudelijk te worstelen en zich te bevrijden van alles wat haar begeerlijk lijkt om uiteindelijk de materie te overwinnen en zich daardoor vrij te maken van elke boei, die haar het omhoog gaan naar lichte sferen belet.

Amen

La lotta delle anime – La preghiera – La libera volontà – La materia

L’anima ha da superare indicibili difficoltà, prima che sia diventata padrona di tutta la materia. Perché in questa lotta si trova così a lungo, finché non tende coscientemente all’aiuto e nuovamente lo farà solamente, quando ha superato il desiderio per il bene terreno, quindi ha già dichiarato la lotta alla materia. Ma per poter superare, necessità del sostegno di esseri spirituali volenterosi di aiutare, che li rende disponibili per sé attraverso la preghiera. Ma malgrado ciò ha comunque molto da lottare e lei stessa dev’essere attiva inarrestabilmente, perché solo attraverso il proprio lavoro l’anima può maturare, ed il sostegno degli amici spirituali consiste solo nel fatto, che all’anima che lotta viene trasmessa la necessaria Forza che lei stessa deve soltanto impiegare nella conoscenza del suo compito terreno. Così nel potere di ogni uomo si trova indubbiamente una totale trasformazione, se soltanto la volontà si è decisa per questa. A volte gli uomini credono che loro stessi non possono intraprendere nulla e dovrebbero solo sempre eseguire la Volontà di Dio, e dipenderebbe nuovamente dal fatto, che l’uomo non è sottoposto nessuna costrizione nel rapporto spirituale da parte del divino Creatore, che gli rimane piuttosto lasciata tutta la libertà della volontà, quando si tratta della salvezza della sua anima. Il suo pensare viene bensì guidato da parte spirituale su problemi spirituali, gli verrà dato il chiarimento in molte questioni, ma la sua volontà potrà decidersi totalmente libera, se ed in quale misura vengono accolti i pensieri trasmessi e presi a cuore. E l’uomo è pure libero di chiamare a sé la necessaria Forza attraverso la preghiera, per poter affrontare le pretese più difficili. Di conseguenza l’anima umana ha senza dubbio da adempiere un grande compito, che consiste nel fatto, di provvedere alla sua trasformazione, affinché lei stessa si lanci in alto dall’oscurità dello spirito. affinché si liberi dalle catene della materia e questo attraverso l’amore, dev’essere attiva continuamente, deve aspirare alla perfezione e ricordarsi sempre, che le sta a disposizione solo un breve tempo, che deve servire alla sua trasformazione, deve anche sapere, che lei stessa ha il più grande svantaggio, quando il tempo terreno non le ha procurato la maturità e perciò tendere solo ad una cosa, di essere continuamente attiva, lottare ininterrottamente e staccarsi da tutto ciò che le sembra desiderabile, per vincere definitivamente la materia e con ciò liberarsi da ogni catena, che le impedisce di lanciarsi in sfere luminose.

Amen