5899 Gebed om het welslagen
10 maart 1954: Boek 64
Alles moet u tot zegen strekken, wat u begint na een innig gebed tot Mij, dat Ik u moge leiden en helpen om goed te slagen. Ik wil steeds uw raadgever zijn. Hij, die u kracht schenkt. Uw meester, die u alleen zal aansporen tot een bezigheid die uw ziel vooruit helpt. Ik wil uw denken mogen beïnvloeden, waartoe u Mij echter het recht zult moeten geven, omdat Ik uw vrije wil geen geweld wil aandoen.
Maar dan hoeft u niet bang te zijn iets te doen wat in strijd is met Mijn wil. U zult u het leven waarlijk gemakkelijk kunnen maken, wanneer u het maar totaal aan Mij overgeeft, wanneer u in voortdurende verbinding blijft met Mij door gedachten en gebed en wanneer u zich door werken van liefde een mate van kracht eigen maakt, zodat u alles aankunt. Dan hoeft u alleen maar steeds zo te handelen, zoals uw gedachten het u ingeven. Want Ik Zelf stuur dan uw denken en leid u aan de hand als een vader.
Eens moet uw wil zich verantwoorden. Maar als u uw wil plaatst onder de Mijne, als u zich in alles aan Mij en Mijn wil overgeeft, legt u ook de verantwoording in Mijn Handen. U hebt dan niets meer te vrezen, want uw aardse leven is dan zo door Mij geleid, dat alles u tot heil van uw ziel zal strekken. En u zult nooit eenzaam zijn. Wie Mij als vaste begeleider heeft, wie elke zorg, elk verlangen, elke vraag aan Mij voorlegt, is nooit alleen. Hij kan tegen Mij aanleunen, hij kan getroost alles aan Mij toevertrouwen, dat Ik het voor hem regel, dat Ik voor hem denk en handel, ofschoon hij ook zelf de uitvoerder ervan schijnt te zijn.
Hoe gemakkelijk kunt u mensen u het aardse leven maken, als u Mij nooit uit uw gedachten weglaat. Wanneer u het dagelijks werk met Mij begint en beëindigt, wanneer u alles wat u bezighoudt met Mij bespreekt en vol vertrouwen de zorg aan Mij overlaat. Ik zal u waarlijk niet teleurstellen. En het zal duidelijk zijn, dat u een geweldig sterke kracht naast u hebt, die alles voor u tot stand brengt. In de verbondenheid met Mij voelt u zich ook zelf krachtiger worden. Elke angst en zorg vallen van u af, zodra u tweespraak met Mij houdt. U wordt vrij van elke nood.
Maar uw spreken moet levend zijn. Het moet uit uw hart komen om tot Mijn oor door te dringen. U zult Mij bij u moeten laten vertoeven wanneer u bidt. En het gebed moet kinderlijk vol vertrouwen tot de Vader zijn gericht. En Ik zal bij u zijn en blijven. U zult niet alleen door het aardse leven gaan. En onbevreesd zult u alles op u af kunnen laten komen, omdat Ik naast u sta en alles orden, zoals het voor u het beste is.
Amen
Themaboekje | Titel | Downloaden |
---|---|---|
89 | Jezus zegt... Deel 4 „Komt tot Mij!“ | ePub PDF Kindle |
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften