4461 De brug naar God - Gebed - Verkleining van de kloof
15 oktober 1948: Boek 52
De brug naar Mij kan altijd worden betreden en niemand zal het verboden zijn Mijn aanwezigheid te zoeken. Ik Zelf heb hem voor u gebouwd. Ik heb de kloof tussen u en Mij overbrugd, omdat Ik niet eeuwig van u gescheiden wil zijn. En Ik kom u ook halverwege tegemoet, alleen zult u zelf de wil moeten hebben naar Mij te komen. En u zult onuitsprekelijk gelukzalig zijn wanneer u het doel hebt bereikt, dat u van de overkant niet in alle heerlijkheid zult kunnen zien, maar dat al heerlijk moet zijn, omdat het Mijn rijk is en omdat u al het aardse achter u zult moeten laten als u Mijn rijk betreedt.
De brug naar Mij is het gebed, de wisseling van uw gedachten uit de aardse in de geestelijke wereld. Of het een stille roep is naar Mij, of het een zich ophouden is van uw gedachten in niet aardse sferen, steeds zoekt u dan het rijk dat niet van deze wereld is. U probeert Mij te zien en uw wil is op Mij gericht. U hebt de brug betreden waarover u nu voortaan moet wandelen, steeds met Mij als uw bestemming voor ogen. En Ik zie uw wil en Ik kom u tegemoet, omdat iedere ziel, die zich in vrije wil naar Mij keert, Mij blij maakt. Als u nu innig bidt en zich daarbij van Mijn aanwezigheid bewust wordt, bent u Mij al ver tegemoet gekomen. De kloof tussen u en Mij wordt steeds geringer. Mijn hand strekt zich naar u uit en leidt en trekt u. Als u nu zelfs Mijn stem zult kunnen vernemen, bent u spoedig op uw bestemming.
Zeer nadrukkelijk roep Ik u toe: gebruik het gebed, de brug die Ik voor u heb gebouwd. Verbind u vaak in gedachten met Mij, tot u nooit meer een andere weg zult willen kiezen dan deze brug die naar Mij leidt, tot alleen dit doel u begerenswaardig voorkomt, tot uw ziel het ware vaderland heeft herkend en dit heel uw vurig verlangen geldt. Bid in geest en in waarheid, Mij uw zwakheid bekennend en Mij vragend om genade en kracht voor de verre weg die u als pelgrim zult moeten afleggen, tot u het doel bereikt.
En hebt u Mij door uw verlangen geroepen, zodat Ik u tegemoet kom, dan zal de weg u niet meer ver of moeilijk toeschijnen. Dan zal de afstand steeds kleiner worden, de brug zal snel zijn overgestoken en u wandelt dan in landstreken die u lieflijk voorkomen. Dan bent u al in Mijn rijk, hoewel uw lichaam zich nog op aarde bevindt. Maar uw ziel vertoeft boven. Ze heeft haar bestemming bereikt. Ze heeft Mij gevonden en zal Me nu nooit meer verlaten. Ze geeft Mij niet meer op. Het kind heeft de weg naar het Vaderhuis gevonden, omdat het de brug heeft gebruikt die Mijn Liefde voor al Mijn kinderen op aarde heeft gebouwd, opdat ze gelukzalig worden.
Amen
Themaboekje | Titel | Downloaden |
---|---|---|
92 | Jezus zegt... Deel 7 „Word volmaakt!“ | ePub PDF Kindle |
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften