2087 Goddelijke genade is een hulpmiddel

27 september 1941: Boek 30

De minste weerstand tegen de goddelijke genade heeft een afnemen hiervan tot gevolg, want de genade van God kan niet daar werkzaam zijn, waar deze afgewezen wordt. De mate van genade voor degene, die ernaar verlangt om in de goddelijke genade te staan, is onuitputtelijk. Daarom is het gebed om de genade van God buitengewoon succesvol. Dit getuigt toch van de wil om de goddelijke genade in ontvangst te nemen en dit betekent ook een doen toekomen hiervan.

In gevallen van de diepste geestelijke nood wordt de genade van God dichter bij die mensen gebracht, die hier niet om gevraagd hebben, want de erbarmende liefde van God buigt zich tot hen over en probeert ook tegen hun wil hun wil in staat te stellen om op te kunnen nemen. Maar ze kunnen niet gedwongen worden om bereidwillig te zijn om op te nemen. De goddelijke hulp is echter zo duidelijk zichtbaar, dat de mens zich daardoor getroffen voelt en geen tegenstand biedt en dan begint de genade van God te werken. De mens ervaart deze genade als een weldaad en verlangt er nu naar.

Goddelijke genade is hulp in elke vorm. De mens zal het kunnen herkennen, als hij bereidwillig is. Hij zal de toestroom van kracht voelen, die in toegenomen wilssterkte tot uiting komt. Hij zal beter in staat zijn om lief te hebben. Hij zal aandacht schenken aan wat hem voorheen onbelangrijk leek. Hij zal in verbinding treden met mensen, die hem gunstig kunnen beïnvloeden. Hij zal verlangen naar licht, naar geestelijk voedsel en hij zal hier vertrouwd mee gemaakt worden. Dit alles is genade. Een hulpmiddel om tot rijpheid van de ziel te komen. Maar steeds moet hij dit hulpmiddel voor zich laten werken. Dat God deze hem geeft, vereist nog niet zijn bereidwilligheid om deze in ontvangst te nemen. Pas dat laatste is doorslaggevend.

De weg naar boven kan echter niet zonder de goddelijke genade afgelegd worden en daarom is het goed, dat de mens tot niets in staat is zonder deze goddelijke genade. Maar omgekeerd is ook de goddelijke genade ineffectief zonder de wil van de mens. En zijn wil blijft vrij. Het grootste en duidelijkste genadegeschenk zal nooit bepalend op de wil van de mens inwerken. Deze moet zelf kiezen en deze kan steeds accepteren of afwijzen. En dit kan ook niet anders zijn, als niet een eeuwige wet omvergeworpen mag worden.

God heeft al Zijn kinderen lief en Hij zal hun ook alles ter beschikking stellen om hen weer naar Zich terug te leiden. Maar als Hij de wil eveneens zou willen bepalen, dan zou het gemakkelijk voor Hem zijn om alles wat er is, in een staat van rijpheid te brengen. Maar dit zouden dan gerichte wezens zijn, hetgeen een gelijkheid aan God uit zou sluiten, want bij volmaaktheid hoort ook de vrije wil. En daarom kan ook de genade van God, die een hulpmiddel is voor het bereiken van de volmaaktheid, de vrije wil niet uitschakelen. Maar de bereidwillige mens mag zich van alle hulpmiddelen bedienen en zal daardoor ook gemakkelijk de hoogte bereiken.

Verzet tegen de genade van God is ook verzet tegen God Zelf en bereidwilligheid naar de tegenstander van God. En dan kan de toestroom van goddelijke genade hem onmogelijk beïnvloeden, wanneer zijn wil op deze gericht is.

Wie van God ontvangen wil, moet ook kunnen geven. Maar wie zijn wil aan God overgeeft, zal onbeperkt ontvangen en zich nu ook naar Gods wil kunnen vormen. Want God heeft al Zijn kinderen lief en wil hen helpen om opwaarts te gaan. Hij wil hen terugwinnen en hen bevrijden uit de macht van de tegenstander.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations