0987 Waarheid

30 juni 1939: Boek 19

De geest leidt jullie in de waarheid en alle gedachten zijn dus, als jullie naar de waarheid verlangen, bekendmakingen van de in jullie tot leven gewekte geest. Als jullie nu hetgeen door de geest vernomen is eigen maken, dus tot geestelijk eigendom maken, staan jullie midden in de waarheid en midden in de kennis.

Probeer dus eerst om naar de stem in jullie te luisteren, dat wil zeggen, laat jullie gedachten de vrije loop. En grijp dat, wat jullie hart genegen is aan te nemen, want de Heer legt jullie het juiste gevoel van wat goed is in het hart en jullie kunnen dus niet anders in het hart gewaarworden dan de zuivere waarheid. Alleen daar, waar jullie verstandsmatige denken de stem van het hart overstemt, verkeren jullie in gevaar het goede te miskennen en ten prooi te vallen aan de geest van de leugen.

Laten jullie je door het gevoel leiden en jullie zullen je niet op het verkeerde spoor bevinden, als het verlangen naar de waarheid jullie vervult. Sla altijd acht op deze voorwaarde, dan zijn jullie beschermd tegen alle dwaling, want de eeuwige Godheid, Die in Zichzelf de waarheid is, laat degene, die ernaar verlangt om in de waarheid te staan, niet verdwalen. Zijn vaderliefde wil het mensenkind de waarheid geven. En Zijn macht weert al het onreine, leugenachtige de toegang tot het hart van degene, die de waarheid zoekt. En de bron, het vertrekpunt van de waarheid, is eeuwig en altijd alleen maar bij Hem te zoeken.

Wie zich nu aan de eeuwige Godheid Zelf toevertrouwt, bevindt zich in de stroomkring van Zijn liefde, en hij wordt met Zijn kracht gevoed. Een vrije relatie met Hem, geboren uit liefde en het verlangen naar zijn Schepper, maakt ook de toegang tot alle geestelijke krachten vrij. En de geest in de mens kan zich met de goddelijke oergeest in verbinding stellen en alles aan de mens overdragen, wat voor hem als geest aanschouwelijk is. Hij zal echter niets aan de mens openbaren, wat niet met de waarheid overeenstemt, want de ontwaakte geest is waarheid op zichzelf. En alleen de niet ontwaakte geest kent het licht niet, dat waarheid heet.

Maar de mens, wiens geest nog niet ontwaakt is, houdt zich niet met geestelijke zaken bezig, maar hangt de aardse wereld nog aan. Of hij probeert het geestelijke wetenschappelijk, dus door zuiver materialistisch denken te doorgronden. Hij verlangt dus niet naar de waarheid omwille van de waarheid, maar omwille van eer, roem en aardse goederen. En omdat God en al het geestelijke niets met de materie gemeen hebben, kan de waarheid nooit door God, als de eeuwige Waarheid Zelf, gestuurd worden naar degenen, die in de materie wroeten.

En jullie herkennen weer de grenzen, die de Heer getrokken heeft. Dat degene, die Hem en de waarheid herkent, die afkerig is van de wereld, zich alleen naar het geestelijke toekeert. Dat hij eeuwig en altijd drager van de waarheid zal zijn en dat daarom onvoorwaardelijk geloof geschonken kan worden aan het woord, dat degenen, die de Heer in alle kinderlijkheid en vertrouwen zoeken, gegeven wordt. Dat de Vader in de hemel voortdurend hun geestelijke leider is, en dat Hij louter zuivere waarheid aan het mensenkind geeft door de geest van God, die het zelf in zich tot ontwaken bracht door werkzame liefde en verlangen naar de waarheid._>Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations