• Indietro

Non esiste nessuna estinzione della colpa senza Gesù Cristo

Nessun uomo riuscirà a liberarsi con la propria forza dal Mio avversario, ognuno avrà bisogno del Mio Sostegno, perché egli stesso è senza forza senza l’Apporto della Mia Forza, che può ricevere soltanto se egli stesso la vuole, quindi la richieda coscientemente a Me. Perciò è così importante nella vita terrena, che l’uomo si confessi coscientemente per Me in Gesù Cristo, perciò deve essere preteso da lui che egli stesso prenda posizione verso il problema della Redenzione, della Divenuta Uomo di Dio in Gesù, come anche verso il divino Redentore Gesù Cristo Stesso. Una volta deve decidersi mentalmente per o contro di Lui, se vuole che la sua vita terrena gli procuri il successo, per cui l’ha ricevuta. E perciò Io gli parlo sempre di nuovo, ogni uomo viene guidato alla Croce, cioè gli viene posta davanti agli occhi la Croce, e l’impressione che ora fa questa Croce su di lui, è determinante per la sua futura sorte nell’Eternità.

La Croce viene tenuta davanti a molti uomini, loro la guardano e poi si distolgono di nuovo, perché non ne sono toccati, ed è passata un’occasione per la riflessione. Ma la Croce lo perseguiterà fino alla sua morte, guizzerà sempre e sempre di nuovo davanti a lui in una forma sempre diversa, ed egli stesso dovrà sovente percorrere un cammino della Croce, che però è di utilità per lui solamente, quando lo guida verso la Croce di Cristo, perché là cade la decisione della sua vita. E moltissimi uomini credono che sia sufficiente, di credere in Me come “Dio e Creatore”, ed il divino Redentore Gesù Cristo non è ancora divenuto per loro un Concetto decisivo. Ma allora egli stesso non diverrà mai libero dalle catene del Mio avversario, perché non ha ancora prestato nessuna espiazione per la sua colpa primordiale, e non la potrà mai prestare, se non prega Gesù Cristo per l’estinzione della sua colpa.

L’uomo deve percorrere inevitabilmente questa via, perché soltanto questa via riconduce a Me, dalla Quale si è una volta allontanato liberamente. E se crede di raggiungere la meta della sua vita senza il riconoscimento di Gesù Cristo, se crede di aver adempiuto il suo compito sulla Terra con la sola attività terrena, allora giungerà una volta in amara povertà nel Regno dell’aldilà, carico di colpa e senza forza, ed anche allora non diventerà libero dalla sua colpa, finché non ha invocato Gesù Cristo per la Redenzione.

Non può diventare libero senza di Lui, non può ritornare a Me senza aver riconosciuto Lui, perché Lui ed Io Siamo Uno, Io Stesso Ero nell’involucro dell’Uomo Gesù, ed Io Stesso ho redento voi uomini dal peccato e dalla morte, Io Stesso ho estinto la colpa per voi. E chi Lo riconosce, riconosce anche Me e verrà accolto nel Mio Regno. Ma chi passa oltre a Lui, passa anche oltre a Me, e la sua sorte sarà nell’oscurità e nei tormenti per tempi infiniti, finché si decide una volta di invocare Gesù Cristo, affinché anche a lui verrà rimessa poi la sua colpa.

Amen

Er is geen delging van de schuld zonder Jezus Christus

Het zal geen mens lukken zich uit eigen kracht los te maken van mijn tegenstander en ieder zal mijn ondersteuning nodig hebben, omdat hij zelf krachteloos is zonder het toevoeren van kracht uit Mij, die hij echter alleen kan ontvangen, wanneer hij het zelf wil, ze dus bewust aan Mij vraagt. Daarom is het zo belangrijk in het aardse leven, dat de mens bewust Mij belijdt in Jezus Christus, daarom moet er van hem verlangd worden, dat hij zelf stelling neemt tegenover het probleem van de verlossing, tegenover de menswording van God in Jezus, evenals tegenover de goddelijke Verlosser Jezus Christus zelf. Eens moet hij zich in zijn gedachten uitspreken voor of tegen Hem, wil hij, dat zijn aardse leven hem het resultaat oplevert ten behoeve waarvan hij het heeft gekregen. En met het oog daarop wordt hij steeds weer door Mij aangesproken, ieder mens wordt naar het kruis geleid, dat wil zeggen: het kruis wordt hem voor ogen gehouden en de indruk die dit kruis nu op hem maakt, is beslissend voor zijn verdere lot in de eeuwigheid.

Veel mensen wordt het voorgehouden, ze zien er naar op en wenden hun blik weer af, want het raakt ze niet, en een gelegenheid om de zijde van het kruis te kiezen is voorbij gegaan. Maar het kruis zal hem achtervolgen tot aan zijn dood, steeds en steeds weer zal het voor hem opflitsen in de meest uiteenlopende vormen, en hij zal zelf ook vaak een kruisgang moeten gaan, maar die voor hem dan pas van nut is, wanneer hij leidt naar het kruis van Christus, want daar valt de beslissing over zijn leven. En heel veel mensen menen, dat het voldoende is aan Mij te geloven als God en Schepper, en de goddelijke Verlosser Jezus Christus is voor hen nog geen afdoend begrip geworden. Maar dan zal hij zelf nooit vrij worden van de boeien van mijn tegenstander, want hij heeft nog geen boete gedaan voor zijn oerschuld en hij zal dit nooit tot stand kunnen brengen, wanneer hij Jezus Christus niet om delging van zijn schuld vraagt. Deze weg moet de mens onherroepelijk gaan, want alleen deze weg leidt weer naar Mij terug, van wie hij zich eens vrijwillig verwijderde.

En wanneer hij gelooft het doel van zijn leven ook te bereiken zonder Jezus Christus te erkennen, wanneer hij meent zijn taak op aarde vervuld te hebben met alleen aardse bezigheden, dan zal hij eens in bittere armoede in het rijk hierna aankomen, met schuld beladen en zonder kracht en hij zal ook dan niet eerder vrij worden van zijn schuld, tot hij tot Jezus heeft geroepen om verlossing. Hij kan niet vrij worden zonder Hem, hij kan niet naar Mij terugkeren zonder Hem erkend te hebben, want Hij en Ik zijn Een, Ik zelf was in het omhulsel van de mens Jezus, en Ik zelf heb u mensen verlost van zonde en dood, Ik zelf heb voor u de schuld teniet gedaan. En wie Hem erkent, erkent ook Mij en hij zal opgenomen worden in mijn rijk. Maar wie aan Hem voorbij gaat, gaat ook aan Mij voorbij en zijn lot zal zijn duisternis en kwellingen weer eindeloze tijden, tot hij er eenmaal toe zal besluiten, tot Jezus Christus te roepen, opdat dan ook hem zijn schuld vergeven kan worden.

Amen