Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Il sapere da Dio ha sussistenza in tutta l’Eternità - La partecipazione delle anime alla lezione

Dovete sempre essere consapevoli che l’Origine di ogni Sapere è soltanto l’eterna Divinità e che voi, per essere istruiti bene, dovete rivolgervi a Lui Stesso. E se cercate la Fonte della Sapienza altrove, non la troverete mai. Perciò chi è istruito da Dio, starà nel sapere più alto, mentre è lacunoso ed incompleto ogni sapere, che ha un’altra origine, perché quest’ultimo non supererà la morte corporea, ma il primo avrà sussistenza in tutta l’Eternità. Se sentite la Chiamata dall’Alto, allora vi è data ogni garanzia che avete trovato il nocciolo della Verità. E potete tranquillamente edificare su queste Verità di Base, perché istruiti da Dio, dovete stare nella Verità. Ma da dove dovrebbe prendere l’uomo la garanzia per la Verità del suo sapere, se questa è stata semplicemente conquistata attraverso l’intelletto umano o insegnamenti umani? Il Padre E’ l’Amore, il Figlio la Sapienza. Quindi l’Amore divino trasmette in ogni tempo la divina Sapienza al Figlio Suo, perché il Padre, come la Sapienza Stessa, la vuole annunciare a coloro che sono da Lui. Tutto ciò che il Padre ha, lo vuole dare al figlio Suo, quindi anche l’eterna Verità, che è così oltremodo preziosa riceverla. Un figlio terreno, che sta in un tale sapere, può esercitare una influenza indicibilmente benefica su molte creature, sia sulla Terra come anche nell’aldilà. Può dare sempre e sempre di nuovo. Chi ha il desiderio per il sapere spirituale, può essere provveduto attraverso il figlio terreno che riceve i Doni spirituali. Le anime nell’aldilà sfruttano una tale occasione per appropriarsi il sapere ancora prima degli uomini terreni, che passano oltre sovente totalmente impartecipi alle Grazie che vengono loro offerte. Le anime nell’aldilà sono immensamente felici di poter assistere regolarmente alle istruzioni, e perciò attingono senza sosta al prezioso patrimonio spirituale ed istruiscono nuovamente quelle anime che sono incapaci di farsi un’immagine spirituale sul senso e lo scopo di tali istruzioni. Le anime riconoscono anche la grande Grazia che viene loro concessa, che possono partecipare a questa lezione, perché quando l’essere ha una volta riconosciuta la Sapienza di Dio, tutto il suo tendere è appunto rivolto solo a questa. Vorrebbe appropriarsi di tutto il sapere, per giungere in Alto formata così, mentre valuta di nuovo il suo sapere per aiutare pure altre anime a giungere in Alto. E solo attraverso il continuo seguire le letture d’insegnamento dall’Alto alla Terra, l’essere nell’aldilà arricchisce sé stesso con questo sapere, che gli rende facile la risalita verso l’Alto. Ma gli uomini sulla Terra passano così spesso sbadatamente a ciò che nell’aldilà potrebbe offrire loro il più grande vantaggio. Danno ascolto alle esecuzioni degli insegnanti terreni e respingono i Doni divini. Ed il loro sapere sarà perciò insufficiente e non vale a nulla per avere la durata per l’Eternità, perché il Mandato divino è superiore a tutto ed intoccabile, e felice colui che lo può ricevere dalla Mano del Padre.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Kennis uit God bestaat voort tot in alle eeuwigheid – Deelname van de zielen aan het onderricht

Jullie moeten je ervan bewust blijven, dat alleen de eeuwige Godheid de oorsprong van alle kennis is en dat jullie, om goed onderwezen te worden, je tot Hem Zelf moeten wenden. En als jullie de bron van de wijsheid ergens anders zoeken, zullen jullie hem nooit vinden. Daarom zal degene, die door God onderwezen wordt, de hoogste kennis hebben, terwijl alle kennis, die een andere oorsprong heeft, vol leemten zit en onvolledig is, want het laatste zal de lichamelijke dood niet overleven, maar het eerste zal tot in alle eeuwigheid voortduren.

Als jullie de roep uit de hoogte horen, dan is jullie elke garantie gegeven, dat jullie de kern van de waarheid gevonden hebben. En jullie mogen gerust van deze fundamentele waarheden uitgaan, want jullie moeten immers, omdat jullie door God onderwezen zijn, in de waarheid staan. Maar waar zou de mens de garantie voor de waarheid van zijn kennis vandaan halen, als deze slechts verworven werd door het menselijke verstand of menselijk onderwijs.

De Vader is de Liefde, de Zoon de Wijsheid. Dus de goddelijke liefde geeft altijd de goddelijke wijsheid aan zijn kind, want de Vader, als de Wijsheid Zelf, wil deze bekendmaken aan degenen, die uit Hem zijn. Alles, wat de Vader heeft, wil Hij Zijn kind geven, dus ook de eeuwige waarheid, die zo buitengewoon belangrijk is om te ontvangen.

Een mensenkind, dat zo’n kennis heeft, is in staat om een onnoemelijke zegenrijke invloed uit te oefenen op vele schepselen, zowel op aarde, alsook in het hiernamaals. Het is in staat om steeds opnieuw te geven. Degene, die naar geestelijke kennis verlangt, kan bedacht worden door het mensenkind, dat geestelijke gaven ontvangt.

De zielen in het hiernamaals maken van zo’n gelegenheid om zich kennis eigen te maken nog eerder gebruik dan de mensen op aarde, die vaak volledig ongeïnteresseerd aan de genade, die hun aangeboden wordt, voorbijgaan. Ze zijn onuitsprekelijk blij om regelmatig onderrichtingen bij te kunnen wonen en ze doen daar onophoudelijk waardevolle geestelijke goederen op en ze onderwijzen weer deze zielen, die niet in staat zijn om zich een geestelijk beeld te vormen van de zin en het doel van zulke onderrichtingen.

De zielen herkennen ook de grote genade van het deel kunnen nemen aan dit onderwijs, die hen verleend wordt, want als het wezen eenmaal de wijsheid van God herkend heeft, is zijn gehele streven immers alleen maar daarop gericht. Het zou zich graag alle kennis eigen willen maken om op deze manier tot de hoogte te geraken, doordat het zijn kennis nu weer gebruikt om de andere zielen eveneens opwaarts te helpen. En alleen door het voortdurend volgen van de onderrichtende overdrachten van boven naar de aarde verrijkt het wezen in het hiernamaals zichzelf met deze kennis, dat voor hem het opwaarts gaan makkelijker maakt.

Maar de mensen op aarde gaan zo vaak achteloos voorbij aan wat voor hen in het hiernamaals van het grootste voordeel zou kunnen zijn. Ze schenken gehoor aan de uiteenzettingen van aardse onderwijzers en wijzen de goddelijke gaven af. En hun kennis zal daarom gebrekkig en de eeuwigheid niet waard zijn, want de goddelijke zending is boven alles verheven en onaantastbaar. En gelukkig degene, die haar uit de hand van de Vader ontvangen mag._>Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling