In tempi di miseria animica la Provvidenza del Padre era sempre rivolta ai figli terreni, e così la razza umana è stata protetta dal totale naufragio fino al giorno d’oggi. Più grande era la miseria, più visibilmente interveniva l’Amore e la Compassione di Dio, ma il mondo ha sempre di nuovo rovinato le generazioni, ed era una continua lotta con l’oscurità. Perché le seduzioni del mondo erano immense, ma l’umanità debole e senza fede nell’eterna Magnificenza. E così si adulava il mondo ed i suoi beni apparenti, ma non si è quasi pensato all’eterna Divinità ed alla Vita dopo la morte. Perciò il tempo di sofferenza sulla Terra non poteva mai essere terminato, ma miseria e preoccupazione dovevano manifestarsi sempre più sensibilmente, perché altrimenti una razza umana così miscredente, cercando solo le gioie del mondo, non poteva essere convertita, doveva ritrovare l’eterno Creatore in afflizioni ed oppressioni di ogni genere, doveva imparare a riconoscere la caducità del terreno e prendere su di sé pesi, fatica e sofferenza, perché soltanto attraverso questi era possibile un ritorno al Padre.
Ma ora l’assenza di fede ha assunto tali dimensioni, che gli uomini non pensano più al Signore nemmeno nella più grande sofferenza. Cercano bensì con tutti i mezzi immaginabili di dominare le avversità, le preoccupazioni e la miseria, e questo sovente inutilmente, ma non trovano la via verso il Creatore celeste, perché nella loro assenza di fede non Lo vogliono riconoscere lontanissimamente. E così non badano nemmeno ai Doni spirituali dall’Alto e sono quindi totalmente esposti senza protezione alla grande miseria, che è ancora destinata alla Terra. Ed in questa miseria il Signore pensa di nuovo all’umanità oppressa. Egli cerca di darle conoscenza nel diretto collegamento della Vita spirituale, cerca di risvegliare il senso per uno scambio puramente spirituale, ed ora gli uomini avrebbero da curare da parte loro un tale collegamento, cioè rendersi utili i risultati, ma un tale successo non aumenta i beni terreni e quindi non è nemmeno desiderabile, e questo induce l’eterna Divinità al rinnovato aspro Intervento, che si manifesterà visibilmente a tutto il mondo. Ed inevitabilmente vengono risparmiati soltanto i Suoi dagli effetti dell’Onnipotenza e Giustizia divini.
E quest’ora non è più lontana, dato che l’umanità viene scossa e si trova nella più grande agitazione, e questo tempo avrà un effetto così terribile, che dev’essere richiesta ogni Forza ed ogni Assistenza a Dio, se gli uomini non devono concludere la loro vita terrena nella disperazione ed essere esposti al totale naufragio. Perché la fine del mondo non significa la Punizione in arrivo, ma per ogni singolo che non vuole riconoscere, sarà venuta la fine temporale e verranno tolti dalla Terra sia i credenti come anche i miscredenti. I primi verranno guidati in Alto, gli ultimi però scambieranno immediatamente il regno terreno con il regno dell’oscurità, e prima avverranno ancora molti Miracoli, ma gli uomini non vi badano. E vi sarà una grande miseria fra l’umanità, quando la Voce di Dio non viene ascoltata e la Chiamata dall’Alto non penetra nei cuori dei senza Dio, ma echeggerà inudita. E questo è deciso fra breve tempo, e vogliano badare a queste Parole tutti coloro, che vogliono sfuggire l’indicibile miseria, perché a costoro il Signore pensa ancora nell’ultima ora.
Amen
TraduttoreIn tijden van nood van de ziel is de zorg van de Vader in de hemel steeds naar de mensenkinderen uitgegaan en zo werd het menselijke geslacht tot aan de huidige tijd behoed voor de totale ondergang. Hoe groter de nood was, des te duidelijker greep de liefde en erbarming van God in. De wereld verdierf echter steeds opnieuw de geslachten en de strijd met de duisternis was een onophoudelijke, want de verleidingen van de wereld waren enorm, maar de mensheid was zwak en zonder geloof in de eeuwige heerlijkheid. En zo werd aan de wereld en haar schijngoederen meer hulde gegeven, maar aan de eeuwige Godheid en het leven na de dood werd nauwelijks gedacht.
De tijd van lijden op aarde kon daarom nooit beëindigd worden, maar de nood en de zorg moest steeds voelbaarder aan de dag treden, want anders was een zo ongelovig, alleen de vreugde van de wereld zoekend mensengeslacht niet te bekeren. Het moest in tegenspoed en verdrukkingen van allerlei soort de weg naar de eeuwige Schepper weer terugvinden. Het moest de vergankelijkheid van het aardse leren inzien en moest lasten, moeite en lijden op zich nemen, want alleen hierdoor was een terugkeer tot de Vader mogelijk.
Maar nu heeft het ongeloof zo’n omvang aangenomen, dat de mensen ook in het grootste leed niet meer aan de Heer denken. Ze proberen wel om met alle denkbare middelen de tegenstand, de zorgen en de ellende meester te worden. En dit vaak tevergeefs. Maar de weg naar de hemelse Schepper vinden ze niet, omdat ze in hun ongeloof zoiets in de verste verte niet willen erkennen. En zo slaan ze ook geen acht op de geestelijke gaven van boven en ze zijn dus volledig zonder bescherming aan de grote ellende prijsgegeven, die de aarde nog ten deel zal vallen.
En in deze nood denkt de Heer nu opnieuw aan de verdrukte mensheid. Hij probeert hen via een rechtstreekse verbinding kennis te geven van het geestelijke leven. Hij probeert het gevoel voor zuiver geestelijke uitwisseling op te wekken en de mensen moeten van hun kant zo’n verbinding in stand houden, respectievelijk de resultaten hiervan benutten. Maar zo’n resultaat vermeerdert de aardse goederen niet en is dus ook niet begerenswaardig. En dit geeft de eeuwige Godheid nu aanleiding tot een vernieuwd scherp ingrijpen, dat zich voor de hele wereld zichtbaar openbaart. En onvermijdelijk zullen alleen de Zijnen gespaard worden voor de gevolgen van de goddelijke almacht en gerechtigheid.
En het moment, dat de mensheid wakker wordt geschud en zich in de grootste verwarring bevindt, is niet veraf meer. En deze tijd zal zulke verschrikkelijke gevolgen hebben, dat alle kracht en alle bijstand van God gevraagd moet worden, als de mensen hun aardse leven niet in vertwijfeling willen besluiten en aan de volledige ondergang prijs gegeven worden. Want het komende strafgericht betekent niet het einde van de wereld, maar voor de individuen, die niet willen beseffen, zal het tijdelijke einde gekomen zijn. En zowel de gelovigen als ook de ongelovigen zullen van de aarde weggenomen worden. De eersten zullen naar de hoogte geleid worden, maar de laatste zullen onmiddellijk het aardse rijk met het rijk van de duisternis moeten verruilen. En er gebeuren van tevoren nog vele wonderen, maar de mensen slaan hier geen acht op.
En er zal een grote nood onder de mensheid zijn, omdat de stem van God niet gehoord wordt en de roep van boven niet in het hart van de ongelovigen dringt, maar ongehoord wegsterft. En dit zal binnenkort plaatsvinden en mogen allen, die willen ontkomen aan de onuitsprekelijke ellende, acht slaan op deze woorden, want dan denken jullie in het laatste uur nog aan de Heer.
Amen
Traduttore