Avrete parte nella più sublime Beatitudine del Cielo, voi che servite il Signore, perché gli innumerevoli pericoli che minacciano l’anima nella vita terrena, devono essere bene riconosciuti dagli uomini e perciò deve giungere loro la Parola di Dio in questa forma, per far nuovamente sorgere la fede e guidare di nuovo i pensieri degli uomini a Gesù Cristo, il divino Redentore, perché è diventato un mondo d’apparenza, nessuno riconosce più bene la destinazione della sua esistenza terrena, tutto si rivolge alla materia e così diminuisce la Forza dello spirituale. E malgrado ciò a loro disposizione sta così tanta Forza, che devono solo afferrare. Il Signore trasmette loro in continuazione la Sua Parola, Egli vuole istruire gli uomini della Sua Volontà e del loro compito, perché si tratta di qualcosa di infinitamente grande, si tratta dell’Eternità. Il Signore può parlare agli uomini solamente attraverso la bocca d’uomo, se vuole formare degli esseri auto determinanti a figli di Dio, perché tutti gli altri Ammonimenti dall’Alto non vengono più considerati, ma colti come avvenimenti che si manifestano sempre di nuovo e perciò il Signore dovrà intervenire in modo così eclatante, quando non si bada ai Suoi Ammonimenti ed alle Sue Parole. In ogni singola miseria opprimente soltanto sarà per loro riconoscibile ed ancora allora il concetto “potenza della natura” terrà molti lontani dal giusto pensare, perché il loro abbaglio è già progredito a tal punto ed allora può essere offerto loro l’aiuto solamente a coloro che si rivolgono pienamente credenti al Creatore del Cielo e della Terra, che Gli raccomandano la loro vita e chiedono la Sua Grazia. Solo loro saranno salvati da ogni miseria. Affinché il loro numero aumenti, il Signore manda dapprima i suoi servitori, che devono dare l’Annuncio di ciò che li aspetta. Questi potranno ancora cambiare il pensare degli uomini se predicano la Parola di Dio, che il Signore ha benedetto ben saggiamente con la Sua Forza, affinché tutti coloro, che la sentono e l’accettano credenti, percepiranno sensibilmente questa Forza. Solo attraverso questa Parola di Dio trasmessa loro agli uomini può essere portata loro ancora la Salvezza, ed è inevitabile per l’umanità, per guidarla ad un giusto pensare. Chi fa del bene al prossimo nel Nome del Signore, gli predica la Parola di Dio, è soltanto l’esecutore della Volontà divina. La Parola di Dio deve nuovamente sorgere fra l’umanità e nel tempo attuale può essere insegnata solo nel modo, che appaia accettabile e di essere creduta dal volenteroso, perché l’uomo si ribella troppo contro tutto l’improbabile, ma non deve nemmeno essere costretto all’accettazione della fede, ma deve decidere la sua libera volontà ed accettare oppure rifiutare. Quello che giunge ai servitori sulla Terra e viene da loro pienamente creduto, è la più pura e limpidissima Verità dai Cieli, è l’espressione dell’Amore divino per gli uomini, è la Dottrina di Cristo assolutamente non deformata, che Egli Stesso ha insegnato agli uomini sulla Terra, e che rimane eternamente la stessa. Quando voi uomini la ricevete, state nella Benedizione e se la trasmettete anche ai prossimi, avrete una volta davvero un’alta ricompensa. L’amore per i prossimi dev’essere la vostra forza di spinta, e le Parole, date nell’amore, non mancheranno il loro effetto. Risveglieranno nuovamente amore e faranno riconoscere Dio come il Padre più saggio, più amorevole, il Quale il figlio terreno deve amare sopra tutto. Dove la Parola di Dio ha trovato l’accesso, quivi entrerà anche la pace del cuore, la nostalgia per il mondo retrocederà, ogni suo splendore ed apparenza impallidiranno, e l’uomo desidererà solamente di sentire la Parola di Dio e coglierne fortificazione e consolazione, pace e felicità interiori, perché la Parola di Dio sostituisce migliaia di volte le gioie del mondo, quando viene accolta con piena fede. Chi sta nel Servizio di Dio, è chiamato ad adoperarsi per la Parola di Dio e di dare come inviato del Signore, l’Annuncio della Sua Volontà. Il compito di questi servitori è imponente e voluminoso, perché è della massima urgenza per gli uomini che camminano nella più profonda notte sulla Terra e che non afferrano la serietà del tempo attuale. Perciò questi servitori devono essere anche provvisti con tutta la Forza, per sostenere efficacemente le loro parole nel Nome del Signore. Perché un uomo con piena fede, che dispone visibilmente di una Forza insolita, potrà anche consolidare prima fra gli uomini la fede in un Essere divino, al Quale è sottoposto tutto nel Cosmo. E quando l’uomo ha questa conoscenza, allora sarà anche volenteroso ad eseguire la Parola del Signore da ciò riconoscibile; ma chi rifiuta anche tali dimostrazioni dell’Amore e Preoccupazione divini per gli uomini, capiterà in una grave miseria, quando il Signore ordinerà agli elementi della natura, di dare agli uomini l’Annuncio della Sua Esistenza. Allora la Voce del Signore risuonerà per tutti udibilmente e farà scaturire paura e spavento nei miscredenti, ai quali è concesso con ciò l’ultimo tempo di Grazia.
Amen
TraduttoreDe hoogste zaligheid van de hemel valt ten deel aan jullie die de Heer dienen. Want de ontelbare gevaren die de ziel tijdens het leven op aarde bedreigen, moeten door de mensen goed herkend worden. En daarom moet hen het woord van God in deze vorm toegestuurd worden om het geloof weer opnieuw te laten verrijzen en de gedachten van de mensen opnieuw naar Jezus Christus, de goddelijke Verlosser, te leiden. Want het is een wereld van schijn geworden. Niemand herkent meer zo goed de bestemming van zijn bestaan op aarde. Alles richt zich op de materie en vermindert hiermee de kracht van het geestelijke. En toch staat hen zo veel hulp ter beschikking, die zij alleen maar aan hoeven te grijpen. De Heer geeft hun onophoudelijk Zijn woord. Hij wil de mensheid over Zijn wil en hun opdracht onderwijzen. Want het gaat om iets oneindig groots. Het gaat om de eeuwigheid.
De Heer kan alleen maar door de mond van mensen tot de mensen spreken als Hij vrije, zichzelf bestemmende wezens tot kinderen van God wil vormen. Want op alle andere vermaningen van boven wordt ook geen acht meer geslagen. Die worden aanvaard als altijd weer optredende gebeurtenissen. En daarom zal de Heer zo opvallend moeten ingrijpen als er op Zijn vermaningen en Zijn woorden geen acht geslagen wordt. Pas in elke afzonderlijke, bedrukkende nood zal het besef komen en ook dan nog zal het begrip “natuurgeweld” velen van het juiste denken afhouden, want hun verblindheid is al te ver gevorderd. Dan kan hulp dus alleen maar aan hen gegeven worden, die zich in vol geloof tot de Schepper van de hemel en de aarde wenden. Die hun leven aan Hem toevertrouwen en om Zijn genade vragen. Alleen zij zullen uit alle nood gered worden.
Opdat het aantal van dezen groter wordt, zendt de Heer eerst Zijn dienaren uit die te kennen zullen geven wat er te verwachten valt. Zij kunnen het denken van de mensen nog veranderen als ze het woord van God prediken, wat de Heer wijselijk met Zijn kracht zegent, zodat allen die het vernemen en gelovig aannemen, zich voelbaar van deze kracht bewust worden. Slechts door dit aan de mens toegezonden woord van God kan hen nog het heil gebracht worden en het is noodzakelijk voor de mensheid om deze naar een juist denken te leiden. Wie in de naam van de Heer zijn naaste de liefde bewijst door hem het woord van God te prediken, is alleen maar de uitvoerder van de goddelijke wil. Het woord van God moet opnieuw onder de mensheid verrijzen en kan in de huidige tijd alleen maar op die manier onderwezen worden zodat het voor hen, die het willen geloven, aannemelijk lijkt, want de mens verzet zich te zeer tegen al het onwaarschijnlijke. Maar hij moet ook niet tot het aannemen van het geloof gedwongen worden, maar zijn vrije wil moet beslissen en aannemen of afwijzen.
Wat de dienaren op aarde toegestuurd wordt en door hen in volkomen geloof wordt aangenomen, is de zuiverste, helderste waarheid uit de hemel. Het is de uiting van de goddelijke liefde voor de mensen. Het is de onvervormde leer van Christus, die Hij Zelf aan de mensen op aarde onderwezen heeft en die eeuwig hetzelfde blijft. Als jullie mensen deze ontvangen, staan jullie in de zegen, en als jullie deze ook aan de medemensen meedelen, zal jullie loon eens waarlijk hoog zijn. De liefde voor de medemensen moet jullie drijfveer zijn en woorden die met liefde gegeven zijn, zullen ook hun indruk niet missen. Zij zullen wederom liefde opwekken en God als de wijste, liefdevolste Vader laten herkennen. Het kind van de aarde moet Hem boven alles liefhebben.
Waar het woord van God ingang gevonden heeft, daar zal ook de vrede in het hart zijn intrede doen. Het verlangen naar de wereld zal afnemen. Alle glans en schijn van de wereld zal verbleken en de mens zal alleen maar begeren het woord van God te horen en daaruit versterking en troost, innerlijke vrede en geluk te halen. Want het woord van God vervangt duizendvoudig de vreugden van de wereld als het in vol geloof aangenomen wordt.
Wie in dienst van God staat, is ertoe beroepen om voor het woord van God op te komen en als gezant van de Heer Zijn wil te verkondigen. De opdracht van deze dienaren is zo geweldig en omvangrijk, omdat deze hoogst noodzakelijk is voor de mensen, die in de diepste nacht op aarde wandelen en de ernst van de huidige tijd niet begrijpen. En daarom moeten deze dienaren ook met alle kracht uitgerust zijn om hun woorden doeltreffend te ondersteunen in naam van de Heer. Want een in het volle geloof staand mens, die zichtbaar over buitengewone kracht beschikt, zal het snelst ook onder de mensen het geloof in een goddelijk wezen kunnen versterken, aan Wie alles in het heelal ondergeschikt is. En heeft de mens eenmaal dit inzicht, dan zal hij ook het goddelijke woord aan willen nemen en zich inspannen om de daaruit herkenbare wil van de Heer uit te voeren. Maar wie ook zulke bewijzen van de goddelijke liefde en zorg voor de mensen verwerpt, die zal in hevige nood geraken als de Heer de natuurelementen ervoor zal bestemmen om de mensen kennis over Zijn bestaan te geven. Dan zal de stem van de Heer voor iedereen hoorbaar klinken en angst en schrik teweegbrengen bij de ongelovigen, aan wie daarmee het laatste tijdperk van genade verleend is.
Amen
Traduttore